20 MAART 2008 94 De VOORZITTER Ik denk toch aan wat geld voor het culturele erfgoed. Bent u gered met een Breda-paraplu, of niet, mijnheer Spapens? De heer SPAPENS Er ontstaat wat ruimte voor mijn fractie. En voor de rest, ik red het hier zo wel. De VOORZITTER Ik sluit niet uit dat u anders een mooi eigen ontwerp heeft voor een mooi regenjack. Maar wel verve lend. Dank u wel. Aan de orde zijn de vragen gesteld door de VVD. Ik geef het woord aan mevrouw Van Maanen. Onderwerp: Nadere inlichtingen naar aanleiding van vragen Onderwijshuisvesting. Fractie WD. Mevrouw VAN MAANEN Voorzitter, we hebben in de commissie Onderwijs en Economie al verschillende malen gesproken over het bouwen van basisscholen, tenminste, over het niet bouwen van basisscholen, want daar komt het de laatste tijd lijkt het wel op neer. Er staan een heleboel nieuwbouw- en verbouwplannen op de rol waar al geld voor gereserveerd is, maar het komt maar niet van de grond. Sommigen zijn al bijna vijf, zes, zeven jaar bezig om een gebouw neer te zetten. Aan de hand van één casus heb ik toen vragen gesteld over de Nuts, maar ik wil het toch wel wat breder trekken, want er zijn meer scholen met pro blemen. De Liduinaschool staat er nog steeds niet, de Josephschool staat er nog steeds niet, ik weet dat de verbouwing van de Laurentiusschool weer een jaar is uitgesteld. Dus het is eigenlijk een groot probleem. Daar heb ik vragen over gesteld. Vervolgens zijn daar antwoorden door het college op ge komen. En wat mij dan wel een beetje opvalt, is dat op mijn vraag om nadrukkelijke bemoeienis van het college om te zorgen dat dit proces beter en sneller gaat verlopen, ik toch een beetje ontwijkende antwoorden krijg in de zin van: ja, de gemeente is geen bouwheer, of welstand is geen gemeentelijke dienst. En dat is natuurlijk ook allemaal wel zo, maar het is aan de andere kant ook zo dat uiteindelijk de eindgebruiker, en dat zijn dus de leerlingen en de ouders van die leerlingen, helemaal geen ver schil zien tussen welstand, of college, of school. Feitelijk is het allemaal overheid. Mijn vraag is dan ook aan het college: wat kan nou de gemeente doen, wat kan nou het college doen om te zorgen dat deze processen sneller lopen? Want je kan wel zeggen: het is mijn probleem niet, het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Maar een gedeelde verantwoordelijkheid is geen verantwoordelijkheid. En on dertussen gebeurt er niets, niets. Dus ik zou toch graag willen dat het college erover na gaat denken hoe dit sneller en beter kan. Daar heb ik dus drie vragen over. Is de wethouder bereid zich hard te maken voor de verkorting van de doorlooptijden, en met voorstellen te komen naar de raad en naar de commissie om dit te bereiken? Is de wethouder bereid met een voorstel te komen hoe om te gaan Want dat is nog een tweede verhaal dat eraan vasthangt. Soms zijn dat gebouwen die aan de ene kant door sommigen, met name door de welstandscommissie, als markant gezien worden en waarvan men zegt: die willen wij graag behouden, en aan de andere kant wordt om kostentechnische maar ook om onderwijskundige redenen gekozen om ze af te breken. En dat matcht dan ook niet. Vervolgens wordt zo'n school van het kastje naar de muur gestuurd, van welstand terug naar onderwijshuisvesting en weer terug en vice versa. Dus ik denk dat we ook eens een keer moeten kijken naar hoe gaan we nou om met die markante gebouwen, die we misschien wel willen behouden voor de stad, en hoe verhoudt zich dat met onderwijshuisvesting? Dus de vraag is: is de wethouder bereid met een voorstel te komen of met een discussienotitie over hoe we om kunnen gaan met markante Bredase schoolge bouwen en de mogelijke wenselijkheid tot het behoud daarvan? En is het mogelijk om dit voor de vol gende commissie Onderwijs en Economie te doen, zodat wij daar in de commissie uitgebreid over kunnen spreken? Ik ben blij met een antwoord heel kort: ja, ja en ja. De VOORZITTER Het woord is aan de wethouder. Wethouder SNIER Ik zal in ieder geval mijn best doen om het kort te houden, mevrouw Van Maanen. U moet wel even beseffen dat u nu twee antwoorden krijgt, eentje van mij vanuit het standpunt van onderwijshuisves ting en eentje van mijn collega, wethouder Adank, waar het gaat om bouw- en woningtoezicht en wel stand. Want zo ligt dat nu eenmaal. Maar we zullen het allebei proberen heel kort en zakelijk te doen. Overigens deelt het college natuurlijk uw zorg waar het gaat om de aandacht die wij hebben voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 12