20 MAART 2008
87
om hierachter aan te gaan. Het college doet het op een andere manier. Het college richt zich op het
maken van de prestatieafspraken met de corporaties. Via monitoring houdt het college heel precies in
de gaten wat deze afspraken zijn. En dan gaat het veel breder, want dan gaat het niet alleen over de
bouw en de sloop, neen, dan gaat het ook over andere zaken die we met elkaar overeenkomen, en
ook die moeten nagekomen worden. Dus dat betekent dat we op een andere wijze de corporaties
benaderen. Ik denk dat ik hiermee uw vragen beantwoord heb. En ik moet u eerlijk zeggen, ze zijn er
dus gewoon niet.
De VOORZITTER
Een reactie van de heer Gouka.
De heer GOUKA
Voorzitter, ik ben met stomheid geslagen. Ik begrijp niet wat de prestatieafspraken in de Woonvisie te
maken hebben met het niet informeren van de minister. Er staat duidelijk in artikel 25.c en d, als ik het
uit mijn hoofd zeg, dat dat gewoon een normale gang van zaken is. Als ik WonenBreburg neem, die
uiteraard wel aan haar verplichtingen heeft voldaan, overigens naar aanleiding van hetzelfde verhaal
van vorig jaar, toen alle drie de corporaties zich niet gehouden hebben aan de norm, WonenBreburg
gaat in 2008 twaalf dure huurwoningen bouwen en daarnaast gaan ze 63 betaalbare woningen verko
pen. Per saldo gaan ze dus achteruit. Als dat de trend ook bij die andere twee is, dan weet ik nu al dat
dit jaar weer een fiasco wordt, evenals de twee voorgaande jaren. Ik denk ook dat door het niet geven
van de informatie de corporaties mogelijk iets te verbergen hebben, en ik ga ervan uit, gezien de
voorgaande jaren, dat zij weer niet aan hun prestatie toekomen. De raad wordt op deze manier
broodnodige informatie onthouden en kan zijn taak als controleur niet naar behoren uitvoeren. Als uw
college niet voornemens is om de minister te informeren, dan denk ik dat wij als fractie dit dan maar
moeten gaan doen, dan kunnen we tevens de minister informeren dat er in Breda al jaren niet vol
doende wordt gebouwd, zeker niet in de betaalbare sfeer.
De VOORZITTER
Ik wil u even onderbreken. U heeft de vragen gesteld. U krijgt de gelegenheid voor een korte aanvul
lende vraagstelling van één minuut. U gaat nu meer naar een beschouwende benadering toe. En dat
is niet helemaal conform de procedures. Ik wil u vragen zich iets te beperken en tot een afronding te
komen. Anders gaan we toch wat buiten de orde van datgene wat in het Reglement van Orde met
elkaar is afgesproken.
De heer GOUKA
Met deze zin was ik bezig om af te ronden, voorzitter. In het verleden heeft de minister aangegeven
graag geïnformeerd te worden als er gemeentes zijn die niet voldoende betaalbare woningen bouwen.
En mijn vraag herhaal ik dus nogmaals aan het college: doe dit alstublieft wel.
De VOORZITTER
Andere leden nog? Dan is het woord aan de wethouder.
Wethouder VAN YPEREN
Ik heb u gezegd, heel duidelijk denk ik, dat we de minister ingelicht hebben over deze zaak. Dus de
minister is op de hoogte van deze zaak. Ten tweede. De taskforce die wij gaan opstellen en waarvan
u de stukken heeft kunnen lezen, heeft onder meer als taak om precies bij te houden wat we wel en
wat we niet doen. We zijn daarbij niet afhankelijk van wat op een gegeven moment de corporaties ons
vertellen, neen, we gaan exact bijhouden wat er wel en wat er niet gebouwd wordt en wat men van
plan is te gaan bouwen. Dus aan die monitoring van onszelf hechten wij meer waarde dan aan wat er
in wezen op papier komt. U wordt volledig op de hoogte gehouden. Daar kunt u op rekenen.
De VOORZITTER
Dan gaan we naar de volgende vragen, gesteld door de fractie van D66 bij monde van de heer Vos.
Het woord is aan de heer Vos.
Onderzoek naar mogelijkheden om te bouwen boven de Bredestraat. Fractie D66.
De heer VOS
Komen er wel of geen 1.000 woningen boven de Bredestraat en als ze er komen, wanneer komen ze
dan? De antwoorden op deze vragen hangen nu al zo'n anderhalf jaar als een soort dikke politieke