20 MAART 2008
88
mist boven de Haagse Beemden. Afgelopen woensdagavond 12 maart heeft er op initiatief van de
wijkraad Haagse Beemden, de BEKOM, een debat plaatsgevonden over het onderzoek naar de mo
gelijkheden om te bouwen boven de Bredestraat. Aanleiding van de debatavond was de uitkomst van
een enquête onder de bewoners van de Haagse Beemden. In totaal zijn 1.156 formulieren retour ont
vangen en de overgrote meerderheid, 953 mensen, 82%, gaf duidelijk aan ertegen te zijn. De uitkomst
laat, naar het idee van D66, zien hoe omstreden deze bouwlocatie is en hoe betrokken de inwoners
van de Haagse Beemden zijn bij de ontwikkeling in hun wijk. Tijdens de debatavond werd ook duidelijk
dat er veel vragen leven bij de bewoners van de Haagse Beemden over het onderzoek 'Bouwen bo
ven de Bredestraat'. Dit grote aantal vragen heb ik samengevat tot de vijf belangrijkste. Wat is nu de
precieze formulering van de onderzoeksopdracht van het onderzoek 'Bouwen boven de Bredestraat
Welke rol speelt het aantal van circa 1.000 woningen in het onderzoek? Hierover ontstond de grootste
onduidelijkheid tijdens de avond, want het CDA heeft op 2 november 2006 duidelijk en in heldere taal
aangegeven en gepleit voor het bouwen van circa 1.000 woningen, en wie vanavond naar de website
van het CDA gaat, ziet onder de B van Bredestraat nog steeds hetzelfde pleidooi, een tekst van 17
september 2007. Echter, op de debatavond ontkende de heer Lips dat het CDA het aantal van 1.000
woningen heeft genoemd en verwees naar de redactie van BN/DeStem. Een opmerkelijke situatie.
Dus vandaar het verzoek aan het college om nu eens duidelijk te maken welke rol dat getal van circa
1.000 woningen speelt in het onderzoek. In welke fase bevindt zich het onderzoek? Welke partijen zijn
betrokken bij het onderzoek? En als laatste, wanneer zijn de uitkomsten van het onderzoek bekend?
Tot zover.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan wethouder Oomen.
Wethouder OOMEN
Mijnheer de voorzitter, dames en heren. Ik zal de vragen, zoals deze door de heer Vos zijn gesteld,
ook in die volgorde behandelen. Zijn eerste vraag was: Wat is de formulering van de onderzoeksop
dracht van het onderzoek 'Bouwen boven de Bredestraat'? Het college formuleert de onderzoeksop
dracht zoals is weergegeven op bladzijde 45 van de door uw raad vastgestelde Structuurvisie Breda
2020 en het provinciale uitwerkingsplan Breda-Tilburg. Dat betekent dat het onderzoeksgebied breder
is dan alleen de locatie boven de Bredestraat. Er wordt een programmatische, ruimtelijke en financiële
verkenning gemaakt voor de transformatieruimte ten noordwesten van Breda. Het plangebied is gele
gen ten noorden van de Haagse Beemden en rondom Prinsenbeek. En het programma betreft wonen,
50 hectare bedrijventerrein en glastuinbouw. Uw tweede vraag: In welke fase bevindt zich het onder
zoek? Het onderzoek bevindt zich in de fase van het maken van de projectdefinitie. Daar zijn wij op dit
moment mee bezig. Welke rol, dat was uw derde vraag, speelt het aantal van circa 1.000 woningen in
het onderzoek? In principe speelt dit geen rol. In het kader van de planning van het programma Wo
nen voor de gehele stad Breda wordt de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte van het bouwen van
woningen aan de westzijde van de stad onderzocht. Het aantal van 1.000 woningen is door het colle
ge nimmer genoemd. De vraag of, en zo ja, hoeveel woningen er nodig zijn, moet juist in het onder
zoek ook mede worden beantwoord. Vraag vier: Welke partijen zijn betrokken bij het onderzoek? Het
antwoord op deze vraag maakt deel uit van het plan van aanpak in de projectdefinitie. Daarin wordt
aangegeven welke partijen betrokken worden en welke taak en rol men heeft in het onderzoek. Vraag
vijf: Wanneer zijn de uitkomsten bekend? Voor de zomervakantie 2008 zal de projectdefinitie de com
missie Bouwen en Wonen bereiken. In deze projectdefinitie wordt dan ook een concrete planning ge
geven. Voorzitter, tot zover de stand van zaken op dit moment.
De VOORZITTER
Behoefte aan een reactie, mijnheer Vos? Ga uw gang.
(De heer Vos wenst gebruik te maken van het spreekgestoelte).
De VOORZITTER
Als u dat prettig vindt, dan doet u dat. Maar ik kan u wel melden, deze camera's komen overal.
Mevrouw BOELEMA
Daar zijn wij ons van bewust, hoor.
De VOORZITTER
Daar twijfel ik niet aan.