15 MEI 2008 161 De heer VAN OVERVELD Ik begin met te zeggen dat ik de wethouder van Financiën daar als eerste op aanspreek, maar ik kan niet onvernoemd laten dat het ook een managementprobleem is. Deze mening laat ik mij niet afne men. Het voorbeeld is de sociale werkplaats, tegenwoordig BSW genoemd. Daar zien we een behoor lijke reserve staan, waarop eigenlijk weinig toelichting wordt gegeven. Dat is jammer, want zo'n instel ling staat voor een zware taak. Zij moet winst halen, terwijl de instroom van medewerkers steeds moeizamer is, in die zin dat die medewerkers steeds minder productie kunnen leveren door hun be perkingen. Als zo'n instelling dan toch winst haalt, dan verdient ze daar een stevige pluim voor. Dan mag die pluim wat mij betreft nog verder worden aangezet, in die zin dat je zegt: Ja, en toch hebben wij daar een reserve. Toch hebben wij daar geld op de plank liggen, want als de risico's groter worden - men moet noodgedwongen wel steeds meer risico's nemen - en het gaat een keer mis, dan moet deze goede instelling wel gewoon door kunnen gaan. Mijn probleem is: waarom staat dat er nou niet actief bij genoemd? Dit is helemaal geen aanval. Ik snap niet waarom dat niet actief wordt gezegd. Het is toch gewoon positief? Waarom moet er nou jaren over gezeurd worden om dat boven water te krij gen? Ik vraag mij af: wat is er dan aan de hand in die organisatie? De heer LIPS Bij interruptie. De heer VAN OVERVELD Als wij nog geeneens mogen vragen De heer LIPS Bij interruptie, De heer VAN OVERVELD Mag ik het even afmaken? Als wij nog niet eens mogen vragen naar de positieve effecten, dan vraag ik mij af wat de houding is als wij vragen naar negatieve effecten. Dan mogen we kennelijk helemaal niks zeggen. De VOORZITTER De heer Lips. De heer LIPS U vindt het dus wel heel erg positief dat in deze coalitie dit initiatief is genomen? Dus dat vindt u wel heel erg goed? De heer VAN OVERVELD Ja, De heer LIPS Oké, dank u. De heer VAN OVERVELD dat is geen enkel probleem. Maar wat ik dus niet begrijp, is dat wij nog niet eens als raad mogen weten dat het goed is. Ik heb al meerdere voorbeelden gegeven die in deze sfeer liggen, maar wij mogen dus over de positieve dingen niet eens weten waarom dat geld daar ligt. Als raadslid en als burger durven we dan natuurlijk al helemaal niet te vragen, als er iets niet goed gaat, waarom dat geld dan daar óók blijft liggen. Dat is het punt, en dat tast het essentieel recht van controle van de gemeen teraad aan. Om af te sluiten: wij hebben nu wel een lijstje gekregen, wat iets meer inzicht geeft, maar nut en noodzaak van al die reserves, van dat vele geld, is mij nog steeds niet duidelijk. Wij vinden, en daar blijven wij op hameren en de komende jaren echt voor vechten, dat de burger niet alleen maar hoeft te betalen, betalen, betalen, en uiteindelijk niks mag vragen. De VOORZITTER Goed, dat vraagt u aan het college. Het woord is aan de heer Vergroesen van de SP. De heer VERGROESEN Dank u, voorzitter. Voorzitter, de SP was voorstander van screening van reserves en voorzieningen. Wij waren echter geen voorstander van een taakstellend bedrag. Wel willen wij danken voor de uitge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 43