19 JUNI 2008
227
Wethouder VAN YPEREN
Ten opzichte van woningen bestaan er een aantal definities. Zo kunt u woningen beschouwen als
bijvoorbeeld grote gebouwen met ouderenappartementen. Die tellen voor één woning. En u kunt ook
een gewone woning beschouwen. Ik wil graag een keer met u erover gaan discussiëren hoe dit bere
kend wordt. Maar één ding streven wij wel na en dat is dat wij in de volgende jaarrapportage zullen
proberen heel duidelijk hierover te zijn.
De heer VERGROESEN
U praat in het verslag letterlijk over het aantal woonruimten. Ik denk dat die definitie duidelijk is.
Wethouder VAN YPEREN
Ik ga daar nu maar niet op in. Dat kunnen we beter bilateraal doen, want dit gaat over de definities van
woonruimten.
De VOORZITTER
Gaat u verder, wethouder.
Wethouder VAN YPEREN
Ik dacht dat ik hiermee
De VOORZITTER
De heer Arbouw.
Wethouder VAN YPEREN\
de vragen beantwoord had.
De heer ARBOUW
Dank u wel, voorzitter. Nog even een vraag. Overigens gefeliciteerd met het gisteren ondertekende
algemeen deel van de prestatieafspraken, maar het gaat ons natuurlijk ook om de specifieke delen die
u aangeeft. Ik hoorde de wethouder toezeggen dat hij aan het eind van het jaar met alle drie de Bre
dase corporaties die specifieke delen ondertekend zal hebben. Klopt dat?
Wethouder VAN YPEREN
De planning die er ligt, is in ieder geval zodanig dat we voor het eind van het jaar met de prestatieaf
spraken met die drie corporaties klaar zullen zijn. U wordt tijdig op de hoogte gehouden als dat even
tueel niet zou lukken, maar dat neem ik niet aan.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan wethouder Willems.
Wethouder WILLEMS
Voorzitter, uit het feit dat er in mijn richting, althans wat mijn portefeuille betreft, alleen vragen zijn
gesteld over de langzaamverkeerdeelnemers fietsers en voetgangers, waarop ik zo inga, maak ik ook
op dat alle andere ambities die in de kadernota zijn geformuleerd op het gebied van cultuur, milieu en
verkeer, dus ook parkeerbeleid en dienstverlening, vallen onder de brede complimenten die ik van
diverse fracties heb gehoord. En daar neem ik met veel genoegen kennis van. Dan ten aanzien van
de twee onderwerpen die dan nog overblijven. Op de eerste plaats zijn er door een viertal fracties
vragen gesteld over de uitvoering van de fietsnota en de planning daarvan. Dat heeft natuurlijk deel
uitgemaakt van de besprekingen rond de fietsnota. Daarin is de planning voor de komende jaren aan
gegeven. Ook is daarbij gezegd dat dit gefaseerd wordt en dat het moet gebeuren binnen de budget
taire kaders die wij met elkaar voor deze vier jaar hebben afgesproken. Ik zie geen ruimte om daaraan
zomaar iets toe te voegen. Ik zou het ook wel willen versnellen, maar dan moeten we inderdaad extra
geld daarvoor beschikbaar hebben voor zover dat niet aanwezig is. Het college heeft die afweging tot
nu toe niet nodig gevonden. Er gaat al vrij veel naar de langzaamverkeerdeelnemers en veiligverkeer-
voorzieningen ten opzichte van bijvoorbeeld het autoverkeer. Maar ook bij openbaar vervoer en de
veiligverkeermaatregelen in de stad, 30 kilometerzones en dergelijke, is er een afweging van prioritei
ten. Wij hebben onze planning daarvoor gemaakt. Wij denken dat we daarmee ook heel stelselmatig
het hele fietspadennet kunnen realiseren, maar wel in een reëel tempo. Je moet het allemaal ook nog
kunnen uitvoeren. Op de vraag naar de fietsenstallingen en het eventueel gratis maken daarvan, wil ik