19 JUNI 2008
234
De heer AKINCI
Die discussie
Mevrouw BOELEMA
...en daar bent u het kennelijk mee eens, begrijp ik.
De heer AKINCI
Ik zoek geen spijkers op laag water. Ik bedoel, als dat uw insteek is, is het prima, en is het inderdaad
een woordenkwestie.
De VOORZITTER
De heer Gouka, SP.
De heer GOUKA
Voorzitter, de motie die we gemaakt hebben over de volkshuisvesting is niet zomaar uit de lucht ko
men vallen. Wij hebben aangegeven dat in de jaren 2000-2007 eigenlijk minder dan 40 procent bereikt
is van datgene wat afgesproken was. Wat wij nu met deze motie willen bereiken, is dat de afspraken
ook daadwerkelijk gehaald gaan worden. Daarom staat er ook: 'In dat plan staat hoeveel woningen in
welk jaar gebouwd gaan worden om dit tekort in te lopen.' Want ik denk toch dat dat nodig is. 'De ver
mindering van de wachttijd voor betaalbare woningen moet inzichtelijk zijn.' Die is nog steeds niet
inzichtelijk. Het is al tien jaar of langer Ja, zoek het maar uit. En: 'Wanneer de wachttijden tot een
acceptabel niveau zijn teruggebracht.' U kunt daar toch niet op tegen zijn?
De heer AKINCI
Neen, ik ben er ook helemaal niet op tegen, omdat ik al zeg dat wij het probleem dat u schetst, delen
en dat wordt volgens mij veel breder in deze raad gedeeld. Het gaat al wat beter, maar dat is nog
steeds niet snel genoeg. En dan kom ik weer op dat ongeduld uit, wat ik in de eerste termijn ook uit
gesproken heb. Alleen, dan heb je nóg een plan van aanpak, wat dan straks komt bóven op de al
vastgestelde woonvisie, bóven op de gebiedsplannen die er gemaakt moeten worden, bóven op de
kaderstellende notitie waar gisteren de handtekening op gezet is, en bóven op de prestatieafspraken
die je vervolgens naar aanleiding daarvan weer maakt met de woningbouwverenigingen. Dus met nog
zo'n plan van aanpak ben je volgens mij heel vaak hetzelfde aan het doen, en dat is ook niet goed.
De heer GOUKA
Het verschil is nu juist dat al die plannen die tot nu toe gelanceerd zijn, altijd vrijblijvend zijn geweest.
En dit zou dan niet vrijblijvend moeten zijn.
De VOORZITTER
Goed. Ik stel voor dat we afronden. We hebben tien minuten afgesproken. Het dreigt naar de veertien,
vijftien minuten te gaan. Ik wil de sprekers die nog komen, vragen: is het per se nodig om alle moties
en amendementen te opiniëren, of kunt u een aantal elementen die politiek uitermate interessant zijn,
die attentie geven? Dat komt meestal de snelheid, maar ook de helderheid ten goede. Mijnheer Akinci,
bedankt. Het woord is aan mevrouw Boelema, D66.
Mevrouw BOELEMA
Zoals u van mij gewend bent, ga ik niet in op de andere moties, maar ga ik u vooral iets vertellen over
onze eigen moties en amendementen, waarvan de meeste door het college verworpen zijn. Over de
argumentatie daarvan moet u uw eigen oordeel maar vellen, maar ik wil graag met u ingaan op de
argumentatie waarom wij deze voorstellen wél een verbetering voor de stad vinden, want dat is uitein
delijk waar het om gaat: datje het aan de stad ten goede laat komen. Voor wat betreft de wijkwethou
ders is eigenlijk de hamvraag: Kunt u aangeven waarom de bewoners van Tuinzigt of de Haagse
Beemden geen eigen wethouder kennen, en Breda-Noordoost en Teteringen wel? In ieder geval kun
nen wij het niet uitleggen aan bewoners die het ons vragen. Wij begrijpen de argumentatie van de
burgemeester dat het deze periode lastig te realiseren is, maar daarom doen we, net zoals ik net al
verteld heb, in het dictum van de motie, als u dat goed leest, een handreiking om in ieder geval de
discussie met elkaar aan te gaan. En dan zou ik gewoon zeggen: bel uw collega's in Nijmegen, Tilburg
of Den Haag maar eens. Deze motie gaat nou eens een keer niet over geld, maar over de relatie tus
sen onszelf en de burger. En volgens mij zouden wij ons die ter harte moeten nemen.