19 JUNI 2008 236 Mevrouw BOELEMA mijn moties en amendementen behandelen. Over de motie over Via Breda heeft het college al ge zegd graag wat daarmee te willen doen. Het is heel goed om te horen dat daar oog voor is, want dat is belangrijk voor de bewoners in die wijk. Uiteraard laten we nu die motie boven de markt hangen, want bij de Begroting 2009 gaan we daarover praten. Er wordt een budget voor gezocht en er wordt geke ken wat we daar wel en niet voor doen. Dus dat wachten we met spanning af en we zijn blij met deze toezegging. Brabantpark en Heusdenhout. Natuurlijk wordt er bij een bestemmingsplan ook naar het verkeer gekeken. En natuurlijk wordt er bij de Claudius Prinsenlaan ook gekeken naar de verkeerssi tuatie. Alleen, de bewoners hebben uitdrukkelijk gevraagd, en daar heeft de heer Akinci al een goede handreiking toe gedaan, om dat integraal te bekijken. Als die gegevens er zijn, dan kan ik niet anders dan mij aansluiten bij het nietje van de heer Akinci. Over de fietsnota zegt het college: wij hebben eigenlijk geen extra geld over voor het versnellen van de uitvoering of het uitvoeren van dingen die nu nog niet uitgevoerd kunnen worden. Kijk, dan is het, en dan kijk ik ook met name naar mijn collega s van de PvdA en GroenLinks, een prioriteit van de fractie of je vindt dat er extra geld voor fietsmobiliteit uitgegeven zou moeten worden. En dan kunt u het hebben over de dekking. Ik daag u uit om een an dere dekking te zoeken. Maar goed, het college zou naar mijn idee misschien ook wel zonder die 2,5 ton zakgeld kunnen. En anders kunnen we nog altijd ons eigen raadsbudget van 3 ton inzetten. Dat is ook ons zakgeld. Laten we dat maar alvast uitgeven voor de begroting 2009. Dan hebben we dat maar alvast gedaan, zou ik zo zeggen. Maar dan doen we het wel met een structurele investering voor de fietser in Breda, en dat is, wat ons betreft, ook een heel goed item om dat geld voor te gebruiken. De heer AKINCI U heeft ook nog 4 ton resterende ruimte, hè? Dat kan ook nog. Ik doe maar een suggestie. Mevrouw BOELEMA Er zijn allerlei dekkingen mogelijk, zoals ik u al zei. We hebben voor deze gekozen, maar als u een beter voorstel heeft en u wilt het steunen, dan ben ik voornemens het dictum voor u aan te passen. Voor wat betreft de structuurvisie en de MER Claudius Prinsenlaan hebben we geconstateerd, en alle leden van de commissie Bouwen en Wonen kunnen dat beamen, dat er ontzettend veel werk ligt bij de afdeling Ruimtelijke Ordening. Heel veel burgers zijn aan de slag met de visie op hun eigen wijk. Laten we dat nou ook niet vertragen. En dan kun je natuurlijk wel zeggen: dat heeft iets te maken met uitvoering. Maar het budgetrecht is nog steeds aan de raad, dus waar we wat van betalen, dat is nog steeds iets waar we ook zelf iets over kunnen vinden. Daarnaast meen ik me te herinneren dat wij vorig jaar met de kadernota 2 ton extra hebben uitgetrokken voor de actualisatie van bestemmings plannen. Het college heeft het zelf voorgesteld. Dat zou ik ook een uitvoeringskwestie kunnen vinden, maar dat wordt dan wél aan de raad voorgelegd. Dus ik zou gewoon zeggen: laat die financierings techniek, maar het is wel belangrijk om de druk bij RO te verminderen. Voor wat betreft de bedrijven terreinen. Kijk, dit is ook niet iets wat wij zelf hebben bedacht. Het is wel zo dat bijvoorbeeld de burger in Bavel ook zegt: waarom moeten er hier heel veel nieuwe bedrijventerreinen aangelegd worden, als er ook nog oude op te knappen zijn? Dat is logisch, maar als je kunt uitleggen dat je dat dus in ver houding doet, of via een fonds, dan heb je in ieder geval een goed antwoord daarop. Ik vraag me af, op het moment dat je niet via zo'n soort financieringstechniek dat geld op tafel krijgt, hoe je het dan wel wilt doen, want voor dit moment is de investeringsruimte gewoon bijna uitgeput. Je krijgt dus nooit de 13,5 miljoen die nodig is voor Emer-Hintelaken op de kaart. Daarnaast, en dat zei ik net ook al tegen de wethouder, blijft het een beetje een kwestie van: Hoe doe je dat nou, wanneer maak je nou een afweging ergens voor? Doe je dat voordat je de nota bespreekt, of na de nota of tijdens de nota? Dat maakt hier eigenlijk helemaal niet zo heel veel uit, want dat meten met twee maten, dat gebeurt gewoon. Neem bijvoorbeeld de sociale structuurvisie. Daarover had de PvdA vorig jaar bij de kaderno ta een motie ingediend. Die is overgenomen door het college. Er is niet eens door de raad over ge stemd. Daarvan had u ook kunnen zeggen: Moeten we dan niet even wachten tot we de structuurvisie hebben vastgesteld, of tot we het hebben gehad over de centra voor Jeugd en Gezin, of tot we het hebben gehad over het armoedebeleid, of tot we het hebben gehad over de herijking WWB? En zo kan ik nog wel even doorgaan. Dus volgens mij is het belangrijk datje als raad een intentie uitspreekt over welke richting je heen wilt, dat je het college ook die visie en de richting meegeeft. Het tijdstip waarop doet er dan naar mijn idee niet zoveel toe. Het gaat erom wat wij als raad willen meegeven. Volgens mij is dat veel belangrijker dan de discussie over wanneer of hoe of met welke financiering, want dat is iets wat de burger ook niet begrijpt. Maar die begrijpt het wel als je zegt: Oké, ik ben van plan nieuwe aan te leggen, maar wel met een voorstel waarin gekeken wordt of we die oude dan ook niet tegelijkertijd kunnen opknappen. Ik roep u op om dadelijk in de schorsing nog eens heel helder daarover na te denken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 70