19 JUNI 2008
174
betreft ook geld voor beschikbaar.
Mevrouw VAN MAANEN
U weet ook dat dat op termijn het doel is. Dan is het toch verstandig om alvast een beetje te gaan
sparen om dat straks te kunnen realiseren. Want nu is er geld genoeg en straks misschien niet meer.
De heer AKINCI
Volgens mij heb je daar gewoon investeringsprogramma's voor en daar kan het in meegenomen wor
den.
De VOORZITTER
Mevrouw Boidin.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Dank u, voorzitter. Even een vraag met betrekking tot de Heilig Hartkerk. Zeer terecht hebt u die op
merking gemaakt. Sinds 1986 zijn we daar inderdaad mee bezig. Op een gegeven moment zei u: de
kerk moet behouden blijven. Maar begrijp ik dan uw woorden goed? Het gebouw, waar we het over
hebben, dat moet behouden blijven?
De heer AKINCI
U gaat van mij toch niet verwachten dat ik als politicus een uitspraak ga doen of het ook als kerk be
houden moet blijven?
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Neen, nou, ik
De heer AKINCI
Laten we de scheiding van kerk en staat helder voor ogen hebben.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Inderdaad, maar dat wilde ik gewoon even weten. Verder zal onze fractievoorzitter straks ook nog
even op het onderwerp ingaan. Dank u wel.
De VOORZITTER
Goed. Nog anderen? Dan is het woord aan mevrouw Boelema, D66.
Mevrouw BOELEMA
Ja, dames en heren, sinds de bijdrages van de fracties aan het kadernotadebat niet meer van te voren
worden rondgedeeld, is het eigenlijk weer een beetje spannend in deze raadzaal. Niet omdat we nou
niet meer weten wie er mag beginnen, want dat hebben we dan weer wel afgeschaft, maar omdat we
de inhoud van de bijdrages niet kennen. Maar helaas, dit jaar zou mijn bijdrage voor u geen verras
sing meer hoeven te zijn. U heeft tenslotte allemaal kennis kunnen nemen van de eigen kadernota die
D66 heeft opgesteld: Mensen maken de stad. Ik wil daar met u vanavond, of vanmiddag eigenlijk nog,
twee punten uit pakken. Dat is het punt wijkwethouders, en het punt stedelijke ontwikkeling. Voor de
wijkwethouders is de belangrijkste vraag die ons allemaal zou moeten boeien als politici: hoe kan de
relatie tussen het lokale bestuur en de inwoners van onze gemeente verbeterd worden? In de beoor
deling van Breda als gemeente om te wonen, scoort Breda al jaren een 7,5. Steady dus. Maar tegelij
kertijd constateren we een grote bereidheid bij inwoners om ook mee te denken bij het vormgeven van
nieuw beleid voor onze wijken en voor onze dorpen. De vraag is dus eigenlijk: hoe kunnen we van die
steady 7,5 omhoog naar een 8? Want die ambitie moeten wij als Breda volgens mij gewoon hebben.
Het rapport van de rekenkamer heeft ons met de neus op de feiten gedrukt en het onderbuikgevoel
dat bij veel raadsleden leeft, bevestigd: we zouden beter moeten communiceren als gemeente. Er zijn
nu al diverse trajecten ingezet - van interactieve beleidsvorming tot waarderend vernieuwen - om
daarmee aan de gang te gaan. Ons idee om wijkwethouders te benoemen, sluit naadloos aan bij deze
ingeslagen weg. De uitdaging voor ons als politiek is: Kijk van buiten naar binnen. Laat óns systeem
niet leidend zijn voor de burger, maar kijk naar de wensen van de burgers, en laat die leidend zijn voor
het systeem dat wij hanteren. Een van de wensen die de burger heeft, is een zichtbaarder bestuur in
de wijken. Die discussie moeten we nu voeren. Niet tijdens de verkiezingen, niet vlak daarna, maar
nu, want een betere communicatie staat of valt niet alleen met de ambtenaar als onderdeel van de
gemeente, maar ook wij als politiek hebben door de rekenkamer een spiegel voorgehouden gekregen.
