26 JUNI 2008
297
Kompas. Het Stedelijk Kompas, waarin dit soort situaties niet meer voorkomt. Wij kunnen namelijk dit
raadsvoorstel volledig steunen.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Akinci.
De heer AKINCI
Voorzitter, het gaat om een aantal wijzigingen van de APV, en ik wil voornamelijk ingaan op de wijzi
ging die beoogt een mogelijkheid tot een bedelverbod in te voeren in deze stad. Ik vraag aan u alle
maal: wat is nu eigenlijk precies het probleem dat we hier opgelost willen hebben? Wat is nu feitelijk
precies het probleem van bedelen? En los van alle dingen die geschetst zijn, kom ik eigenlijk maar tot
één conclusie: sommige mensen vinden bedelaars een beetje vervelend. Dus we hebben het over
een artikel in de APV wat een beetje hinder moet tegengaan. Ik wil nog een tweede vraag stellen aan
de collega's: vinden wij uit principe, uit overtuiging of uit de manier waarop je naar de wereld kijkt, nu
wel of niet dat iemand mag bedelen? Nog even los van die hinder, nog even los van de vermeende
overlast of de overlast die sommige mensen daarvan ondervinden. Vind je dat iemand wel of niet mag
bedelen? Nu ben ik opgegroeid in een vrij land waarbij iedereen ook aan mij mag vragen naar de weg,
of ik lid wil worden van SOS Kinderdorpen, en ja, dus ook om geld. Sommige mensen vinden bede
laars een beetje vervelend. Ik wil wel iets daartegenover stellen. Als je tegen mij zegt: ik vind bede
laars een beetje vervelend, dan is mijn enige antwoord dat ik daarop kan geven: welkom in de grote
stad. Grote stad, dynamiek, zindering en verrassingen elke keer wanneer je de straathoek oversteekt.
Je kan, wanneer je de hoek omgaat, een verrassend kunstwerk tegenkomen of een groep hangjonge
ren, een draaimolen, een vrijend stel, een verpauperd pand of juist een monument, of een bedelaar.
En de vraag die ik aan u een voor een eigenlijk zou willen stellen, is: wat voor stad wilt u zijn? Wat
voor stad wilt u dat Breda is? En we hebben daar allemaal mooie nota's over, waarin staat: we willen
studenten aantrekken, we willen kunstenaars aan de stad binden, we willen de creatieve industrie
naar Breda halen. Dat zijn allemaal hele nobele en lovenswaardige strevens. Maar op het moment dat
je die mensen naar de stad wilt halen, die creatieve, inspirerende mensen, dan zou je je als gemeen
tebestuur ook moeten afvragen: in wat voor stad willen zij wonen? Dan denk ik, als het gaat om crea
tieve mensen, om kunstenaars, om studenten, om die moderne mensen die in Breda moeten komen
wonen, dat dat mensen zijn die een stad willen voor alle mensen, een stad waarin ruimte is voor zin
en onzin, waarin ruimte is, jawel, voor zoenen op straat, hoe vervelend en smerig sommige mensen
dat ook vinden, en ook een stad waarin je de vrijheid hebt om te zeggen watje vindt en te vragen wat
je wilt. Misschien wel geld, of misschien gewoon een handtekening voor Amnesty. Die mensen, die wij
aan deze stad willen binden, willen niet wonen in een stad waarin alles wat hinderlijk gevonden wordt,
of hinderlijk gevonden kan worden, is opgeruimd of weggestopt, waarin sommige mensen die een
beetje hinderlijk zijn, of een beetje vervelend zijn, er niet bij mogen horen. En die mensen, die wij aan
deze stad willen binden, willen dus ook niet wonen in een stad met een bedelverbod. Want als dat
bedelverbod wordt doorgevoerd, dan is Breda helemaal niet die grote stad met die Europese allure.
Dan zijn we ontzettend, ontzettend klein. Ik heb een amendement wat voorziet in het aanpassen van
het raadsbesluit dat voor u ligt. Ik heb dat ondertekend. Ik overhandig dat aan de burgemeester en hij
zal ongetwijfeld het dictum voor u voorlezen.
De heer BOER
Toch even een vraagje, als dat mag. Mijnheer Akinci, stel dat we geen bedelaars zouden hebben, zou
u ze dan willen importeren?
De heer AKINCI
De grap is, volgens mij, dat de dynamiek en de aantrekkingskracht van een stad erin zit dat je nooit
precies weet wat die stad jou de volgende dag of de volgende minuut weer heeft te bieden. Dat moet
je ook niet gaan faken of namaken. Dat past daar niet bij. Dus ik bedoel niet dat je bedelaars op straat
of wat dan ook gaat importeren. Het is de vraag of je accepteert dat er dingen in een stad kunnen
gebeuren die sommige mensen misschien iets minder prettig vinden. Daar staat namelijk tegenover
dat er ook een heleboel dingen, spannende dingen, gebeuren in de stad, die ons elke dag weer ver
rassen. En of dat nou een museum is, een kunstwerk op straat of wat dan ook, het gaat om die tegen
stelling.
De VOORZITTER
(De voorzitter leest het dictum van het amendement voor.)