26 JUNI 2008
305
De WAARNEMEND VOORZITTER
Dames en heren, ik zou het wel even serieus willen houden. Het wordt steeds later. En ik denk dat het
misschien niet te veel gevraagd is dat u even bij de les blijft, zodat we dit op een ordentelijke manier
kunnen afwerken. De heer Jackson heeft zijn opmerking gemaakt, ik vind dat dat ook moet kunnen.
Het woord is nu aan de heer Akinci. Ga uw gang.
De heer AKINCI
Ik had het misschien niet moeten zeggen, want dan gaat de discussie over iets waar die niet over
moet gaan bij de behandeling van dit agendapunt. Nogmaals, en volgens mij heeft de heer Boer dat al
gezegd, het gaat hier niet om een heel breed probleem. Het station is genoemd. U weet misschien dat
ik dagelijks bij het station kom en, nogmaals, ik herken de afgelopen jaren absoluut niet dat je daar
lastiggevallen zou worden door bedelaars die je onheus bejegenen. Dus in die zin, nogmaals, het
probleem is er niet. Waarom heb je het instrument dan nodig? Een instrument om op te treden tegen
excessen, wordt er gezegd. Daar zijn, ik blijf dat herhalen, ook in de richting van de WD, al andere
artikelen voor. Je hoeft niet artikel op artikel op artikel te stapelen, waarbij je via een omweg overlast
gevende mensen probeert aan te pakken, steeds met gebiedsaanwijzingen. Want dat is de huidige
manier van werken. Een bijvoorbeeld is, en ik ken die discussie nog heel goed, dat er ooit in het kader
van het VAST-project in de APV onder andere was opgenomen dat er niet gedronken mocht worden
in het Valkenberg. Volgens mij was het de heer Rutten nog, die letterlijk hier zei: neen, het gaat alleen
maar om de aanpak van mensen die overlast geven, en daar gebruiken wij dat drankverbod bij. Ik zal
u de kost niet geven, al die studenten die, ik heb het hier wel eens gezegd, met een fles Lambrusco
op een zaterdag- of zondagmiddag daar zitten, en gewoon worden weggestuurd door de politie. Dus
ik geloof er ook niet in dat deze maatregel bedoeld is, met alle goede bedoelingen ongetwijfeld, om
preventief iets te kunnen doen voor die mensen, die onze hulp nodig hebben. Dus dat die daar uitein
delijk voor toegepast zal worden. Als die voor in het station is, dan kan de NS daar al tegen optreden.
De heer Szablewski weet daar alles van. En als het gaat om preventieve maatregelen, dan denk ik dat
we in het kader van de mogelijkheden die de APV al biedt én de bemoeizorg én alle overige maatre
gelen in het Stedelijk Kompas er al voldoende mogelijk is. Nogmaals, u vond het buitenproportioneel,
ik kijk even uw richting op. Het gaat er niet om dat ik vind datje per se moet mogen kunnen bedelen in
de stad, het gaat er mij om hoe je omgaat met die lelijke randjes die er af en toe ook bij horen. Ik denk
ook niet dat wij het signaal moeten afgeven hier in de raad dat over elk lelijk randje altijd maar heel
moeilijk gedaan moet worden. Soms horen lelijke randjes er ook een beetje bij ook al vinden wij dat
lastig, maar we moeten dat ook accepteren. En die grootsheid zou ik graag zien in deze raad, die
grootsheid zou ik graag zien in deze stad en die grootsheid wordt, wat mij betreft, verwoord in het
amendement.
De WAARNEMEND VOORZITTER
Dank uw wel. De burgemeester. Ik ben veel te snel. De heer Szablewski.
De heer SZABLEWSKI
Nog even kort in de tweede termijn. Het gaat hier om geloof en vertrouwen. De heer Akinci zegt: ik
geloof niet wat de burgemeester zegt dat dat nodig is en gebruikt wordt ter preventie. De Partij van de
Arbeid heeft het vertrouwen wel dat dat de bedoeling is. Natuurlijk moet je niet elk lelijk randje eraf
halen, zo'n stad heeft nu eenmaal altijd lelijke randjes. Maar ik wil toch benadrukken dat er veel men
sen zijn die er gewoon last van hebben en er niet tegen kunnen geïntimideerd te worden door dit soort
lieden. En de goede bedelaar
De heer BOER
Dat kunnen er nooit veel zijn, mijnheer Szablewski. Totaal onmogelijk.
De WAARNEMEND VOORZITTER
Mijnheer Szablewski, wilt u uw betoog afronden.
De heer SZABLEWSKI
Naar de heer Boer toe wil ik nog zeggen: één bedelaar kan duizend mensen lastigvallen. Dat kan.
De heer BOER
Maar wat denkt u van een vlo?
