26 JUNI 2008
318
Wethouder VAN YPEREN
Natuurlijk is alles mogelijk. De motie lijkt vanzelfsprekend heel sympathiek, maar op basis van het
gelijkheidsbeginsel moeten B en W de raad deze motie ontraden. Dank u wel.
De VOORZITTER
Tweede termijn. Wie van u wenst het woord? Het woord is aan de heer Spapens, SP.
TWEEDE TERMIJN
De heer SPAPENS
Ik zal het vanuit hier doen. Enerzijds wil ik even één ding bestrijden, dat hier een willekeur geldt. Want
ik persoonlijk ben in ieder geval in de laatste maanden en jaren door meerdere clubs benaderd, op
basis waarvan ik met mijn eigen intelligentie echt wel een conclusie kan trekken. Anderen ook. Dan
richting de wethouder. In de commissie heb ik toch ook wel eens die vraag gesteld op basis waarvan
we nu, volgens mij, deze discussie hebben. Wij kunnen kijken naar wat we nu willen en wensen op
basis van de lidmaatschappen. Maar volgens mij moeten we nog steeds, en daar proberen we een
poging toe te doen, kijken naar hoe de sporten, zowel wat betreft hockey als voetbal, zich op termijn
gaan ontwikkelen, dus de komende tien jaar. En op basis daarvan zouden we nu al bezig moeten zijn
met hoeveel gelden extra, hoeveel onderhoud, et cetera. Want anders hebben we over tien jaar, ik
hoor het mezelf in de commissie zeggen, letterlijk weer exact hetzelfde probleem.
De VOORZITTER
Dank u zeer. De heer Ügerler.
De heer ÜQERLER
Voorzitter, we hadden afgesproken commissies hier niet over te doen, maar ik ben genoodzaakt mijn
inbreng in de commissie te herhalen. Ik heb in de commissie ook verteld dat wij met een voorstel zou
den komen voor de Baronie. Ik heb toen geen opmerkingen gehoord van de andere fracties en ook
niet van de wethouder. En ik snap niet waarom de wethouder nu met het argument komt van ongelijk
heid. Wij houden onze motie overeind. Wat ik ook nog betreur, voorzitter, is dat ik heel veel kromme
redeneringen heb gehoord van de wethouder. Hij zegt: wij zitten met een blanco cheque aan tafel.
Niemand van de raad zal het college vragen met een blanco cheque ergens aan tafel te gaan zitten,
voorzitter. Ook wij niet. Wij zeggen: wij willen per 1 januari 2009 een nieuwe norm voor de hockeyvel
den, voor de hockeyverenigingen. Ga met de KNHB aan tafel zitten en hoor wat de normen zijn, en
vraag de cijfers aan de hockeyverenigingen. Dat is aan de hockeyverenigingen, het is natuurlijk hun
verantwoordelijkheid om de cijfers aan te leveren. En kom, aan de hand van de cijfers, terug naar de
commissie. Wij gaan de norm van de KNHB vanaf 1 januari 2009 hanteren, dat zijn de cijfers van de
hockeyverenigingen en dat zijn de gevolgen financieel vanaf 2009 of vanaf 2010 voor de gemeente
Breda. Dus u gaat in 2009 niet met een blanco cheque aan tafel zitten met de hockeyverenigingen.
Wij moeten geen verkeerde voorstelling van zaken maken. Onze motie is heel duidelijk. Wij willen
hockey en sport in de breedte helpen. Wij hebben al eerder, zoals mevrouw Boelema heeft gezegd, in
de vorige collegeperiode andere voorstellen gesteund. Toen hebben wij het niet over ongelijkheid
gehad. Als het om sport gaat, dan vindt u het CDA aan uw zijde. Dank u.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Voorzitter, mag ik een aanvullende vraag stellen aan de heer Ügerler, de vraag die ik eigenlijk zojuist
aan de heer Akinci had willen stellen. Als ik het dictum lees van uw motie over de hockey, dan kan ik
me toch niet aan de indruk onttrekken dat u het college opdraagt vanaf 1 januari 2009 te handelen
volgens het nieuwe model, wat dat ook verder financieel betekent. Als u dat derde streepje nou weg
had gelaten, dan had ik u begrepen. Dan zegt u: we gaan kijken wat het nieuwe model oplevert, en
met elkaar gaan we in discussie over de financiële consequenties daarvan. Dat begrijp ik eigenlijk een
beetje uit uw verhaal. Maar ik lees het niet uit de motie. En vandaar mijn probleem.
De VOORZITTER
De heer Ügerler.
De heer ÜQERLER
Voorzitter, waarschijnlijk moet ik het op een andere manier proberen duidelijk te maken. Wij zeggen
dus: de norm die de hockeybond hanteert, gaat gelden vanaf 1 januari 2009 voor Breda.
flfllfpi Hffl - r,'f
