26 JUNI 2008 322 Wethouder VAN YPEREN Het dictum. Als we kijken naar de motie, dan is het dictum zeer bepalend voor wat B en W op een gegeven moment moeten gaan doen. Zoals ik het nu lees, dan geeft het gedachtestreepje waar we het over hebben aan dat B en W verplicht zijn de nieuwe norm toe te passen en daaraan te voldoen. Ik moet u zeggen, ik kan er niet meer aan toevoegen, ik lees dat daaruit. En het is voor ons ontzettend moeilijk, wanneer nog niet bepaald kan worden hoe hoog die wensen zijn, om daaraan te voldoen. Dat is voor ons buitengewoon lastig, gezien de kosten die een kunstgrasveld meebrengt. De andere mo tie, de motie over de Blauwe Kei. Wij gaan daar uiteraard een kunstgrasveld aanleggen. Mevrouw Lucassen zei: luister eens, een kunstgrasveld is geen luxe. Neen, vandaag de dag kunnen we rustig stellen dat het een gebruikelijke zaak is geworden dat een voetbalvereniging kan voetballen op kunst gras. Maar we weten dat de Baronie op gewoon gras in de hoofdklasse speelt. Ze doen het buitenge woon goed zoals het nu gaat. Eigenlijk is het in onze stad als vereniging een van de betere. Ik gun ze van harte dat kunstgrasveld. Maar B en W kunnen daar geen besluit over nemen om dat vooruit te schuiven, want de anderen staan morgen ook op de stoep. De heer SPAPENS Bij interruptie, wethouder. Nu moet u mij dat toch eens uit gaan leggen. In de commissie heb ik geen enkel argument gehoord, waar we het er toch ook min of meer op deze manier over hadden, of voor Baronie of welke andere club dan ook die in de hoofdklasse of in de eredivisie speelt, het hoofdveld gras moet zijn, want dan zouden we het alleen maar over zaaien hebben gehad. Aan de ontwikkelin gen van voetbal, of het nou hockey of voetbal is, hoort plastic gerelateerd te zijn, ook als men die ene wedstrijd speelt op zondag in dat stadionnetje waar het nu om het gras gaat. Dat was helemaal niet de discussie namelijk. De VOORZITTER Wethouder, gaat u verder. Wethouder VAN YPEREN De motie op zichzelf lijkt heel sympathiek, maar voor B en W zorgt die ervoor dat we inderdaad hier mee geen gelijkheidsbeginsel kunnen toepassen. Als de raad bepaalt dat het toch moet, dan is de raad degene die dat bepaalt. B en W kunnen dat besluit niet nemen, want ook morgen staan de ande ren op de stoep. Mevrouw BOELEMA Juist, en daarom denk ik dat het aan de raad is om de motie wel of niet te steunen. Daarom snap ik eigenlijk niet waarom u die in eerste instantie ontraden heeft, als u nu zegt: de keuze is aan de raad. Want dat is wat u in de tweede termijn eigenlijk zegt. Dus u ontraadt de motie niet meer en laat het nu aan de raad over? Wethouder VAN YPEREN B en W moeten, gezien het gelijkheidsbeginsel, altijd deze motie ontraden. Maar als de raad bepaalt dat Mevrouw BOELEMA Maar volgens mij is het gelijkheidsbeginsel vaker een reden dat het college pertinent graag moties ontraadt van de raad. Wethouder VAN YPEREN Dat is een bewijs uit het ongerijmde. Maar vooruit dan maar. De VOORZITTER Goed. Ik stel vast dat we in twee termijnen gesproken hebben. We gaan over tot stemmingen. Wie De heer ÜQERLER Voorzitter, wij handhaven beide moties met instemming van de ondertekenaars. De VOORZITTER Waarvan akte. We brengen eerst de motie in stemming over de Baronie rondom de aanleg van een kunstgrasveld, en daarna de motie rondom de normering en alles wat daarmee samenhangt, het mo del voor de hockey. Wie is voor de motie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 58