26 JUNI 2008
271
De heer HARDORFF
Ik wil in ieder geval de wethouder bedanken voor de beantwoording. Een helder verhaal. Op één
vraag heeft u echter antwoord gegeven met de formulering: Woonzorg Nederland is ermee bezig. En
dat was het antwoord op de vraag: Wil WZN verder met dit project? Is dat: we zijn ermee bezig, we
zijn er nog niet uit en we laten weten of we verder willen, of: we zijn ermee bezig, want, ja, we willen
verder met dit project. Want dat is, denk ik, wel belangrijk.
De VOORZITTER
Andere leden nog? Dan is het woord aan de wethouder.
Wethouder OOMEN
Voorzitter, nog een korte reactie. Datgene wat ik heb geantwoord op de vragen die zijn gesteld door
de twee partijen, dus door het CDA en GroenLinks, is informatie die ik ook als vervangend portefeuil
lehouder op dit moment heb. Dus dat is mijn informatie. Dan de vraag van mevrouw Boidin hoe het zit
met, zeg maar, GGZ. Dat zal ik nog na moeten trekken, want, inderdaad, over die informatie beschik
ik op dit moment niet. Dus ik zeg u toe: dat wordt door mij nagetrokken op zeer korte termijn. De va
kantie is nog een dag of zeven weg, dus we kunnen nog wat doen. In de richting van de heer Schel-
tens kan ik maar één ding namens het college zeggen, dat wij van mening zijn dat de periode nu lang
genoeg heeft geduurd. Wij zullen alle middelen gebruiken die ons ten dienste staan, en welke dat zijn,
kan ik zo uit het hoofd niet allemaal zeggen, maar alle middelen die ons ten dienste staan, zullen we
gebruiken om aan de voortgang - in zoverre je daar nog van kunt spreken, ik durf het woord eigenlijk
niet eens in de mond te nemen - in ieder geval met kracht te werken. Dus nogmaals, wij zullen alle
middelen gebruiken.
De VOORZITTER
Goed. Daarmee is dit punt voldoende besproken. Het woord is aan mevrouw Van der Sanden, Socia
listische Partij, met vragen rondom asbest op scholen.
Onderwerp: Asbest op scholen, (fractie van de SP.)
Mevrouw VAN DER SANDEN
Dank u wel, voorzitter. Op 5 mei hebben wij vragen gesteld aan het college over het doen van een
onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in schoolgebouwen. In de beantwoording van onze vra
gen legt u uit dat asbest geen risico vormt zolang het maar goed is ingepakt. Maar hoe weten we nu of
het eventueel aanwezige asbest goed is ingepakt als er geen inventarisatie heeft plaatsgevonden? U
stelt ook in de beantwoording dat er geen risico's zijn, omdat gecertificeerde bedrijven op een zorgvul
dige wijze het asbest verwijderen als dit is aangetroffen. Wij maken ons juist zorgen over het asbest
dat mogelijk in scholen is verwerkt en nog niet wordt aangepakt door gecertificeerde bedrijven. Vol
gens TNO heeft landelijk op ongeveer de helft van de scholen een inventarisatie plaatsgevonden. In
Breda zijn er 73 gebouwen waarvan in 58 scholen nog geen inventarisatie heeft plaatsgevonden. Dat
betekent dat wij van 80% van onze scholen niet weten of er asbest aanwezig is en of dit veilig is inge
pakt. Dit vinden wij een onaanvaardbare situatie. In de beantwoording van onze vragen geeft u aan
dat de kosten voor de inventarisatie 2.000,- per school zijn. In totaal is dit 116.000,-. In Breda
gaan 17.312 kinderen naar deze scholen. Dat betekent dat een onderzoek naar asbest 6,70 per kind
zou kosten. In de behandeling van de kadernota noemde wethouder Snier een belastingverhoging van
ongeveer 6,~ nog een te verwaarlozen bedrag. Maar als het gaat om de gevaren van asbest op
scholen is 6,70 blijkbaar te veel. Dit brengt ons tot de volgende vragen. Weet u exact waar en op
welke wijze asbest in de 58 scholen is verwerkt? Kunt u uitsluiten dat op alle 58 scholen kinderen en
personeel blootstaan aan de kankerverwekkende asbestvezels? Kunt u uitsluiten dat kinderen op de
betreffende scholen blootstaan aan asbest dat vrijkomt uit verwerende wandplaten en plafonddelen?
Bent u met ons van mening dat 6,70 per kind geen groot bedrag is om definitief uit te sluiten dat
kinderen en personeel blootgesteld worden aan asbest? Bent u alsnog bereid de inventarisatie naar
asbest op scholen zo snel mogelijk, bij voorkeur in de zomervakantie, te laten uitvoeren? En zo neen,
waarom dan niet? Indien de inventarisatie wel wordt uitgevoerd, bent u dan bereid zo spoedig moge
lijk daarna een plan van aanpak te presenteren voor sanering van asbest in de scholen en de daar
mee gemoeide kosten? Dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u zeer, mevrouw. Het woord is aan wethouder Heerkens.