363
De heer AKINCI
Als u dat deelt door een bevolkingsaantal van 180 duizend. Dat lijkt me helemaal niet zo moeilijk,
hoor,
De heer LIPS
Volgens mij komen jullie er niet uit, jullie liggen te ver uit elkaar.
De heer AKINCI
Misschien moeten we dat telraam nog even terugvragen.
De heer VAN OVERVELD
Wat betreft de vraag van de wethouder, of we moeten stoppen met de wijkontwikkeling, heb ik twee
opmerkingen. Dat hangt af van hoe effectief die wijkontwikkeling is. Ik zou het eigenlijk anders willen
stellen. Zou de wethouder gestopt zijn met de wijkontwikkeling als die 36 miljoen niet was vrijgevallen?
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Voorzitter, ter interruptie. We hebben het hier toch niet over de wijkontwikkeling? Ik raak het spoor
bijster.
De heer VAN OVERVELD
Met respect, mevrouw, ik geef gewoon antwoord op de vraag die de wethouder heeft gesteld.
Mevrouw HAAGH-REIJNE
Voorzitter, mag ik een interruptie plegen? U zegt nou zo mooi: ik geef antwoord op een vraag die de
wethouder heeft gesteld, maar ik heb u in de commissie tot twee keer toe een vraag gesteld, waarop
ik geen antwoord kreeg. Dus ik hoop dat u vandaag wel een beetje meewerkt. Als ik u goed begrijp,
wilt u al die miljoenen in ieder geval terugsluizen naar de burger. Besteed het aan de riolering, heeft u
net ook gezegd. Ik wil nu graag van u weten of u nu eigenlijk aan het college vraagt om de motie, die
we als raad in 2008 bij de kadernotabehandeling hebben aangenomen, naast zich neer te leggen en
er totaal iets anders mee te doen. Dat wil ik graag van u weten.
De heer VAN OVERVELD
Daar krijgt u antwoord op. Wij hebben die motie toen aangenomen, terwijl de omstandigheden toen
anders waren. Wij wisten toen niet, ondanks dat we er steeds om gevraagd hebben, hoe het met de
riolering zou gaan. We wisten niet dat het zo'n enorme lastenverhoging zou geven. Als we dat hadden
geweten, dan waren we niet met de motie akkoord gegaan. En dan zult u zeggen: dat is niet conse
quent. Dat mag u best zeggen, maar als de dingen veranderen, dan blijven wij nadenken, en dan anti
ciperen wij ook op die veranderingen. Dat lijkt mij normaal. Als u zegt: ik wens daar niet meer over na
te denken, dan is dat uw goed recht. Ik heb ook een aantal opmerkingen gehoord van de SP en het
CDA. De SP is er heel duidelijk in. Die zegt: laten we het er eens goed over hebben bij de begroting.
Het CDA gaat ook een beetje die richting heen. Wij willen daar dan in zoverre in meedenken, dat wij in
principe niks weggeven als we daarmee akkoord gaan. Wij zullen dan natuurlijk wel bij de begroting
met onze rioleringsplannen en lastenverlichting komen. Dus wij kunnen ons wel vinden in de twee
opmerkingen van het CDA en de SP.
De VOORZITTER
Het woord is aan de heer Boer, Leefbaar-Breda. Ga uw gang.
De heer BOER
Er ligt veel geld op tafel, en iedereen duikt erbovenop en trekt het bedrag in allerlei stukken naar zich
toe. De heer Szablewski heeft zeer terecht gezegd dat dat een eigenschap is van politici. Als je geen
geld hebt, dan kun je in ieder geval niks doen. En als je geld hebt, dan moet er om geknokt worden. Ik
heb ook altijd gezegd: in Breda is een euro twee meter lang, omdat er zoveel mensen aan trekken. Zo
werkt dat nou eenmaal. De sfeer werd ook al wat grimmiger, toen op een gegeven moment bleek dat
verschillende mensen aan hetzelfde geld zaten te trekken, zo van: is die 6,7 nou helemaal van mij, of
krijg jij er ook een stukje van? Het punt is dat wij in principe vinden datje een deel daarvan kunt inves
teren voor doeleinden die wij als raad stellen. Begin dit jaar hebben wij in de molen gesprekken gehad
met burgers. Een aantal zaken daarvan zijn gewaardeerd en een aantal zaken niet. Wij vinden dat
daar geld naartoe zou moeten. Aan de andere kant is de stadsverwarming iets wat de laatste tijd heel
vaak heeft gespeeld. Zowel PvdA als CDA hebben allerlei grote stukken in de krant gehad over hoe
11 SEPTEMBER 2008