328
Mevrouw HAAGH-REIJNE
Dank u wel, voorzitter. De Partij van de Arbeid kan zich aansluiten bij de woorden van de heer Lips. Ik
wil daar nog graag wel wat aan toevoegen. Het onderwerp is uitgebreid bediscussieerd in de commis
sie Mens en Maatschappij. Dus een inhoudelijk debat heeft in die zin plaatsgevonden. En ook zijn er
in die commissie procedurele afspraken gemaakt. Voor zover ik heb kunnen zien, staat het ook voor
de komende commissievergadering op de lijst van de stukken die ter kennisname zijn. Wij zien dan
ook niet echt de spoedeisende of zwaarwegende noodzaak op dit moment, wat toch echt bij een in
terpellatiedebat thuishoort. Daar gebruik je dat voor. Wij hebben ook niet de behoefte om het nu in de
gemeenteraad verder te bediscussiëren.
De VOORZITTER
Andere leden? Mevrouw Vossenaar.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Voorzitter, die behoefte heeft Breda '97 ook niet, gezien het feit dat wij in de commissie uitvoerig heb
ben overlegd. Dat we het niet met elkaar eens waren, is een feit. Wij denken dat er in de commissie
toch op een of ander moment de gelegenheid moet zijn om dat daar te bediscussiëren. We hebben
daar op dit moment op deze plek echt geen behoefte aan.
De VOORZITTER
De heer Akinci, GroenLinks.
De heer AKINCI
Voorzitter, hoewel ik de overwegingen van de drie voorgaande sprekers deel, en ook denk dat er op
zich nu geen noodzaak is om dat debat hier een week later weer te voeren, is het onze overtuiging dat
het elke partij vrij moet staan om naar het haar goeddunkt het college te kunnen interpelleren. En
nogmaals, hoewel wij niet heel veel behoefte aan een debat hebben, hebben wij er ook geen behoefte
aan om de interpellatie te blokkeren.
De VOORZITTER
Andere leden van de raad? De heer Boer, Leefbaar-Breda.
De heer BOER
Mijnheer de voorzitter, ik ben eigenlijk heel verbaasd over deze discussie, ik had die niet verwacht. Ik
ben in de afgelopen twintig jaar dat ik in de raad zit, gewend dat interpellatiedebatten altijd gewoon
doorgevoerd worden. Het gaat er niet om of je het ermee eens bent of wat dan ook. Een van de frac
ties van deze raad vraagt om vragen te mogen stellen en een discussie aan te gaan. Als je dat niet
wilt, en zoals ik het nu aanvoel, is het toch een beetje geregisseerd, dan krijg ik de indruk dat men
bang is voor de vragen die gesteld worden. En dat zou ik dus erg betreuren.
De VOORZITTER
Andere leden nog? Mevrouw Boelema, D66.
Mevrouw BOELEMA
Nou, de heer Boer haalt mij de woorden uit de mond. In principe is dit natuurlijk een democratisch
recht. Ons reglement van orde zegt nou eenmaal dat er een meerderheid moet zijn voor een interpel
latiedebat. Als ik snel even tel dan is die er op dit moment niet met drie partijen die dit willen tegen
houden. Iemand heeft het recht om vragen te stellen, dat moet je gewoon respecteren ondanks de
inhoud van de vraag. Ik ben het ook weieens niet eens met de inhoud van een collegevoorstel en toch
moet ik er dan wat van vinden. Als mijn collega's van de WD overwegen een andere stap te nemen
om alsnog dit debat te voeren, dan zullen wij dat steunen.
De VOORZITTER
Andere leden nog? Ga uw gang, mijnheer Vergroesen, SP.
De heer VERGROESEN
Voorzitter, de SP heeft zich altijd op het standpunt gesteld dat, als een fractie vindt dat zij een interpel
latiedebat moet houden, wij ons niet met de inhoud van het interpellatiedebat moeten bemoeien. Wij
vinden dat iedere fractie daarvoor de mogelijkheid moet hebben. En dat vinden wij nu ook. Als wij
11 SEPTEMBER 2008