30 oktober 2008
420
Ja voorzitter, ik kan kort zijn. Ik blijf dan ook zitten. Voorzitter, het is meer een stemverklaring
omdat ik het ook van de commissievergadering heb meegenomen naar de fractie. Na de eerste
lezing van de verordening geurhinder en veehouderij gemeente Breda 2008, dacht ik even: hier
hangt een luchtje aan. Ik deed alsof ik het allemaal niet vertrouwde, ik heb het vergeleken met de
gang van zaken zoals die rondom Schiphol zelfs. Dat kwam nogal behoorlijk aan. De wethouder
heeft het goed uitgelegd met een van zijn ambtenaren, en daarna ben ik overgegaan en heb ik me
gerealiseerd dat het allemaal wel meeviel. De normen zijn aangepast ver binnen de bandbreedte
zoals die door de landelijke overheid is aangereikt. De mensen die het woord voerden tegenover
mij, zeiden ook dat het een moeilijke materie was, terwijl ze misschien dachten dat het aan mijn
intellectuele vermogens lag. Kortom, we kunnen er mee instemmen.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. De heer Vuijk, Breda 97.
DE HEER VUIJK:
Ja voorzitter, en die blijft er ook even bij zitten, want voor ons is het ook meer een stemverklaring.
Jammer dat er op het onderdeel vaste afstanden niet meer maatwerk geleverd kan worden. Op de
investeringen versus de milieuwinst wordt in dit stuk niet ingegaan. We hebben in de commissie
geprobeerd de wethouder te overtuigen. Bij deze verder akkoord.
DE VOORZITTER:
Andere leden van de raad? Het woord is aan wethouder Willems. Nog behoefte aan een reactie?
WETHOUDER WILLEMS:
Voorzitter, volgens mij zijn er geen vragen aan mij gesteld. En in de commissie was er volledige
instemming met het voorstel. Dus ik hoef niet te reageren lijkt me.
DE VOORZITTER:
Dat dacht ik ook. Dan gaan we over tot stemmen. Wie is voor het voorstel? Wie is tegen het
voorstel? Het is unaniem aangenomen.
4. OPNIEUW NEMEN VOORBEREIDINGSBESLUIT RONDOM BAVEL.
DE VOORZITTER:
We gaan over tot agendapunt 4, het voorbereidingsbesluit rondom Bavel.
Wie wenst daarover het woord? De heer Boer.
DE HEER BOER:
Ja een kort vraagje. Was dit nou de tweede of de derde keer?
DE VOORZITTER:
Het woord is aan wethouder Oomen.
WETHOUDER OOMEN:
Voorzitter ik weet het niet exact. Als ik dat eerder had geweten, had ik het even na kunnen kijken.
Volgens mij is het de derde keer.
DE HEER BOER:
Mijnheer de voorzitter, ik wil toch even reageren.
DE VOORZITTER:
Ja, gaat uw gang.
DE HEER BOER:
Als dit de derde keer is, zijn wij tegen.
DE VOORZITTER:
De wethouder wil nog graag een tweede termijn hierover.
Het woord is aan wethouder Oomen.
WETHOUDER OOMEN:
Voorzitter, ik stel voor dat we het de vierde keer noemen.
En bent u dan voor?
