30 oktober 2008
Om de raad toch goed bij de les te houden, verzoekt de VVD de wethouder toch 2 keer per jaar
een voortgangsrapportage te houden zodat niemand voor onverwachte resultaten of voor
verrassingen komt te staan. Dat was het.
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
DE HEER LIPS:
U zegt, de raad is aan zet. Maar ik heb u niet horen zeggen wat u er zelf precies van vindt.
DE HEER VAN OVERVELD:
Dan hebt u slecht geluisterd.
DE HEER LIPS:
Het is me in ieder geval niet duidelijk geworden.
DE HEER VAN OVERVELD:
Ik wil het nog wel een keer herhalen.
We vinden het een goede nota. Ik weet niet of daar nog vragen over zijn. Dat is een. Ten tweede is
er een ontsnappingsclausule in die nota. De raad kan altijd zeggen: er is een weerstandsvermogen,
doe die reservepot toch maar wat minder omvangrijk zodat de raad toch kader schept, meer
mogelijkheden schept om meer geld uit te geven. Daar is de VVD niet voor, want wij zijn voor een
gedegen financieel beleid.
DE HEER LIPS
Nu bent u voor mij een stuk duidelijker dan zojuist.
MEVROUW HAAGH:
Mag ik nog een vraag stellen aan de heer Van Overveld? Het lijkt nu net alsof u zegt, het is toch
wel een groot risico als we dat aan de raad overlaten. Hoor ik u nu zeggen, laten we het maar aan
het college overlaten?
DE HEER VAN OVERVELD:
Nee, het valt op dat u ook selectief luistert, maar dat is misschien spel.
Nee, het college heeft haar taak gedaan en het college blijft haar taak doen door regelmatig ons te
informeren wat de stand van zaken is en daar helder in te zijn. Nou, wat ons betreft, zeggen we,
houd die mensen van de raad in de gaten, want ik ken ze! Ik weet dat ze allemaal plannen hebben
en die plannen kosten allemaal geld. En of het nou PvdA is of VVD, dat maakt niks uit. We hebben
allemaal de neiging, en dan hoeven we helemaal niet roomser te zijn dan de paus, om toch onze
eigen plannen, onze eigen idealen naar voren te schuiven, wanneer het geld kost en dat geld er
eventjes niet is, omdat er wat reserves moeten worden aangelegd voor het grondbedrijf. En dan is
het 'leiden in last'. Dan gaat iedereen iedereen onder druk zetten en beschuldigen van negativiteit
en gebrek aan ambitie. U kent al die zware woorden wel. En aangezien wethouders eigenlijk een
beetje uit hetzelfde hout gesneden zijn - die willen ook wat met die plannen- is het niet
ondenkbaar dat een overigens sterk college, toch zwicht voor de raad.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
DE HEER BOER:
Mijnheer de voorzitter, nog een vraagje van ons uit. De VVD zit toch ook in de raad?
DE HEER VAN OVERVELD:
Ja, als het aan ons ligt. U heeft mij al heel vaak horen spreken over het weerstandsvermogen en
dat dit stevig moet zijn en dat dit in stand moet worden gehouden. De VVD heeft hier altijd een
hele heldere lijn in gehad. Zorg voor een goede reservepot. Zie ook het stukje wat ik ook heb
geschreven in de Stem onlangs. In beroerde tijden heb je zo'n potje nodig en ik ben ook blij dat er
straks in 2010 een stevig bedrag staat.
DE VOORZITTER:
De heer Gansevoort, CDA.
DE HEER GANSEVOORT: