30 oktober 2008
424
DE HEER GANSEVOORT:
2 keer?
MEVROUW VOSSENAAR:
Dat heb ik ook gezegd, 2 keer, ja.
DE HEER GANSEVOORT:
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan de heer Gansevoort, CDA.
DE HEER GANSEVOORT:
Voorzitter, leden van de raad. Voor ons ligt wederom een document, dat wat mij betreft en wat
onze fractie betreft, een hele vooruitgang met de vorige versie. Wat dat betreft is een compliment,
net als de VVD heeft gemaakt, aan het ambtenarenapparaat zeer op zijn plaats. Ik ben nog niet
klaar mijnheer Szablewski. De kern is niet zozeer het document. De kern is dat we met elkaar van
gedachten wisselen over welke risico's in de projecten nu op ons af komen. En wat gaan we doen
om die risico's nou uiteindelijk af te dekken? Ook centraal staat in dit gegeven natuurlijk dat de
risico's zich niet tegelijkertijd zullen voordoen, een soort van dempend effect. Dat alles kunnen we
duidelijk lezen in het voorstel. We zien ook in het voorstel duidelijk aangegeven wat de hoogte van
de som aan risico's bij alle projecten is. 63 miljoen, ingeschat. Het CDA kan ook leven met het
voorstel om een bandbreedte te gaan hanteren om die risico's te gaan afdekken. Ik heb net al
aangehaald, het komt niet allemaal tegelijkertijd voor. Wat dat betreft is de norm van 40 miljoen
voor ons ook een reële norm.
Echter, in de huidige tijd vraag een norm van 40 miljoen toch om de nodige aandacht. Waarom?
We hebben het net in de discussie eigenlijk al gehoord. De som van de afdrachten die op dit
moment plaatsvinden vanuit het Grondbedrijf en de aanwezige reserves, liggen op dit moment
onder die norm en blijven de komende 2 jaar ook onder die norm liggen. In de commissie is hier
heel duidelijk over gesproken en zojuist ook nog. De wethouder heeft terecht aangegeven en de
commissie heeft dat bevestigd, dat de raad kiest voor het gescheiden houden van de reserves van
het grondbedrijf versus de andere reserves van de gemeente. Je kan er natuurlijk voor kiezen om
deze samen te voegen, technisch mag dat, echter daar kiezen we niet voor. Ergo, de wethouder
van Grondzaken is nu aan zet om de reserve op peil te brengen. Aan de andere kant constateren
we zojuist ook met elkaar dat het niet reëel is om te verwachten dat we in een klap doorgroeien
naar die 40 miljoen. We zien ook dat in de notitie is aangegeven dat dit wordt bereikt in 2010.
Jammer vind ik persoonlijk wel dat de wethouder geen gebruik maakt van de optie om vanuit de
algemene reserves de reserves van het Grondbedrijf aan te vullen. Deze mogelijkheid heeft zij zelf
daadwerkelijk aangegeven in de commissiebehandeling.
Afsluitend, het CDA kan leven met het voorliggend voorstel. Het is een helder document. En we
willen ook het college, in casu de wethouder, de kans bieden, om op tijd te groeien naar de 40
miljoen reserve. Echter, we vinden wel dat de begroting of de realisatie van 2009 en de kadernota
van 2010 maatgevend moet gaan worden voor de komende discussie over de weerstandsreserve.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u wel. Het woord is aan de heer Szablewski, Partij van de Arbeid.
DE HEER VAN OVERVELD:
Mag ik een vraag stellen, mijnheer de voorzitter?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.
DE HEER VAN OVERVELD:
Dezelfde vraag als zojuist. Bent u ook voor 2 keer per jaar voortgangsrapportage richting raad?
DE HEER GANSEVOORT:
Daar kan ik mee leven. En volgens mij is zojuist ook al door mevrouw Vossenaar aangegeven in
welke vorm dat kan plaatsvinden.