30 oktober 2008
427
WETHOUDER HEERKENS:
Allereerst wil ik natuurlijk de raad hartelijk danken voor de complimenten die gemaakt zijn voor
deze nota. Ik heb het in de commissie ook al gezegd, er is hard gewerkt, zeker ook door ons
ambtelijk apparaat en ik heb toen ook al gezegd dat dit in nauw overleg met Deloitte tot stand is
gekomen. Dat was niet alleen voor ons vruchtbaar, maar ook voor Deloitte zelf. Ik wil daar toch
even iets over zeggen. Deloitte ontwikkelt op dit moment een Handboek Risicomanagement en dat
wordt binnen afzienbare tijd landelijk geïntroduceerd. En onze directie van het Grondbedrijf neemt
op verzoek van Deloitte deel aan een werkgroep die dit Handboek voorbereidt en de werkwijze van
Breda wordt daar ook als voorbeeld gesteld. Ik vond het ook wel belangrijk om dat ook in de
richting van de heer Vos te zeggen. Hij voerde niet het woord, maar ik vind het oprecht belangrijk
dat ook hij moet werken met deze nota risicomanagement. Ik vind het ook echt heel belangrijk dat
deze breed gedragen wordt door uw raad.
De tweede opmerking betreft het volgende. Het is volgens mij ook door D66 naar voren gebracht.
Het is juist de bedoeling om te sturen, te beheersen en te verantwoorden. Alleen dat sturen, en
nou kom ik ook op een opmerking van ik dacht de heer Szablewski van goed projectmanagement
en de heer Van Overveld die ook zegt, hoe gaat nou de raad om met die risico's en u had het
daarbij over het weerstandsvermogen. Ik zou dat breder willen inzetten. Het belang van deze
methodiek is natuurlijk ook dat u nu een handvat heeft om naar projecten en de programma's
nadrukkelijk kritische vragen te stellen en ik zou dat ook van harte aanbevelen. Daarnaast ziet u
ook dat het college een opdracht heeft weggelegd bij de directieraad om dit risicomanagement ook
heel breed in het gemeentelijk apparaat ingevoerd te krijgen. Dat zal nog wel even duren, maar er
zijn al wel hele goede stappen gezet. U krijgt bijvoorbeeld of heeft al een voortgangsrapportage
van Via Breda en daarin ziet u een methode van voortgangsrapportages aanbieden waarbij u, als u
dat combineert met het risicomanagement van het Grondbedrijf, volgens mij op een heel gedegen
manier kunt sturen, kunt beheersen, en kunt zien hoe wij dat verantwoorden.
Een derde opmerking. Hoe gaan we nou in de procedure daar mee om. U heeft nu eigenlijk
allemaal gevraagd om 2 keer per jaar een voortgangsrapportage. Ik zou u toch eigenlijk willen
verwijzen naar pagina 30 van de nota. Dit is een schema wat ook opgenomen is in de nota
Grondbedrijf die is vastgesteld. Daar ziet u dat u elk jaar bij de voorjaarsnota, bij de kadernota,
een nieuwe nota krijgt, zoals die nu voor het eerst aan u is voorgelegd. Dan krijgt u dus een
actualisatie en gaat het Grondbedrijf ook alle risicokaarten weer langs. Maar vervolgens blijft het
daar natuurlijk niet bij. Het is ook zo dat u bij de begroting een actualisatie krijgt, weliswaar niet
een hele nieuwe nota, maar ook bij de MARAPS, en voor u dus bestuursrapportages, zult u
actualisaties krijgen. Maar bij de jaarrekening kijken we terug. Dat betekent dus ook, en dat heb ik
ook in de commissie gezegd, dat ik hoop dat uw raad met al die verschillende momenten en dus
ook verschillende getallen en cijfers, weet om te gaan. Want het zal iedere keer weer wat
wisselen. Maar waar het om gaat, en volgens mij had de heer Van Overveld het daar ook over: het
Grondbedrijf gaat over de meerjarentermijn, en het gaat erom op welke bandbreedte zich nou de
risico's bewegen en op welke bandbreedte het weerstandsvermogen zich beweegt.
Dan heb je volgens mij ook meteen een antwoord op de vraag van de heer Gansevoort van het
CDA. Als u kijkt naar pagina 28 van de nota, dan ziet u dat vanaf 2009 de bandbreedte, als je die
op elkaar af gaat stemmen, gewoon goed is. De risico's zijn niet meteen op het niveau van 63
miljoen. U ziet hoe de risico's langzaam in de richting van dat niveau gaan, maar je ziet ook dat
langzaam de bandbreedte van het weerstandsvermogen zich daartoe vernoudt.
Vervolgens, want daar had ook de heer Szablewski het over, eigenlijk zou het Grondbedrijf nu ook
op een goede bandbreedte zitten, ware het niet, dat we nog aan het afbetalen zijn van, zeg maar,
van de grote 73 miljoen, de laatste tranche van het afbetalen is in 2009. En mochten we daar geen
andere dingen van doen als college en raad dan betekent dat dus voor de laatste keer dat de
resultaten dus ook binnen dat Grondbedrijf verantwoord zullen worden. Ik vond het ook belangrijk
om dat op te merken want dat zou betekenen dat het weerstandsvermogen nu aanzienlijk beter
zou zijn.
Dan heeft Leefbaar nog gewezen op de snelle groei van de risico's en Teteringen, daar hebben we
het in de commissie ook over gehad. U weet welke bedragen er iedere keer afgetrokken kunnen
worden als dat langer duurt. Vandaar ook dat wethouder Oomen er ook zo hard aan trekt, om te
zorgen dat Teteringen nu echt van start kan gaan. Volgens mij gaat de eerste fase van de
Waterdonken nog steeds, omdat die woningen in een andere periode verkocht waren, van start.
Daarnaast is het natuurlijk zo dat het Grondbedrijf ook meegaat in de opdracht van het college, bij
monde van de wethouder Financiën, voor de twee wekelijkse rapportage. En ik denk dat het een
keer goed is, dat het Grondbedrijf ook heel goed kijkt naar wat nu de economische actualiteit doet
en wat dat voor effect kan hebben. Maar wij gaan vanuit het Grondbedrijf ook mee in de
2-wekelijkse rapportage en mocht er aanleiding toe zijn, dan is het natuurlijk niet zo dat het
college wacht op een nieuwe nota risicomanagement. Ik heb dat in de commissie ook gezegd. U
krijgt dus de cyclus zoals dat op pagina 30 wordt verwoord. Die hebt u ook goedgekeurd in de nota
Grondbedrijf en als daar aanleiding toe is zullen we natuurlijk uiteraard eerder bij u terugkomen.