30 oktober 2008
436
stel ik voor dat de heer Akinci nu zijn betoog probeert te vervolgen, om althans niet weer in
herhalingen te vallen.
Het is gewisseld. Dus u gaat verder met uw betoog. Er zijn nog meerdere sprekers en het streven
is om ook deze avond het tijdstip van 11 uur uiterlijk te halen.
Volgens mij had dat moeten kunnen lukken. Gaat u verder.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, een laatste opmerking over het filmfestival en daarna nog een aantal opmerkingen
voordat ik tot een afronding kom. Het plan van aanpak over het filmfestival, laten we daar ook
even helder in zijn, dat is er nog niet. Dat is ook door de vorige sprekers gezegd. Dat wordt pas
volgende week bekend. Dus ik heb geen informatievoorsprong op u, sterker nog, volgens mij weet
de wethouder het ook nog niet precies. De plannen moeten ook nog in zijn richting gepresenteerd
worden. Het enige wat hier in deze nota staat, en nogmaals, daarvoor van mijn kant een warm
pleidooi, is de ambitie om een internationaal filmfestival, aansluitend bij het onderwerp van de
Graphic Design, te houden. Volgens mij niet meer en niet minder. En dat maakt mij geen spat
minder dualistisch.
Twee slotopmerkingen nog met betrekking tot klassieke muziek en Muzipo.
De heer Ernst heeft het net ook al gezegd en ik kan me alleen maar aansluiten bij zijn woorden,
dat voor die beide zaken geldt, dat zij in de systematiek zoals wij die vanavond vaststellen,
beoordeeld moeten worden. En als dat goede voorstellen zijn, of als daar goede redenen voor zijn,
dan ga ik er van uit dat zij binnen die subsidiesystematiek, dan wel op projectbasis, dan wel
anderszins, het juiste bedrag krijgen. En de heer Ernst zei het al, op het moment dat je daar aan
twijfelt, dan twijfel je nu eigenlijk al aan de subsidiesystematiek. En dat doen wij alleszins niet. Wel
moet ik er bij zeggen, dat daar waar het gaat om zowel Muzipo als de klassieke muziek, zij
natuurlijk buiten de prioriteit vallen, de pijler die we uit willen bouwen, boven op de al bestaande
initiatieven, namelijk beeldcultuur. Dus in die zin is het niet logisch om de extra gelden die bij de
kadernota al beschikbaar zijn gesteld voor die innovatieve projecten en nieuwe initiatieven rondom
beeldcultuur, om uit die middelen geld vrij te maken voor de initiatieven die zojuist genoemd zijn.
DE VOORZITTER:
Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breda 97.
MEVROUW VOSSENAAR:
Voorzitter, daar staat hij dan: Factor C. Ik heb in mijn bijdrage in de commissie al gesproken over
de nota en ik heb die gekarakteriseerd als vitamine C voor de stad. En ik denk dat dit iets is wat
we heel goed kunnen gebruiken in deze tijd en in dit jaargetijde. En ik geloof dat het ook al werkt.
Het geeft de mensen energie, als ik tenminste het debat van zojuist memoreer.
Voorzitter, door nog eens heel goed na te denken over de inhoud en over de wijze van presenteren
heeft deze nota aan kracht gewonnen. Er mag dan wel gezegd worden dat de verpakking
ondergeschikt is aan de inhoud, maar menig beroemde kunstenaar zegt: vorm en inhoud zijn een.
Kortom, de nota laat nu ook veel beter zien dat er ambitie is, en niet zo weinig ook. Chapeau, voor
u en voor allen die daaraan meegewerkt hebben. Die kwalificatie betekent uiteraard dat we positief
zijn over de opzet en de grote lijn die deze nota in het cultuurbeleid aanbrengt. Op de brede basis
die gevormd wordt door alles wat zich aan cultuur manifesteert worden twee speerpunten
gebouwd, die als een landmark zichtbaar moeten worden: beeldcultuur en erfgoed. Dat zullen de
uithangborden van onze stad zijn op dit punt. Maar daarbij geldt nadrukkelijk dat daaronder niet
alleen de culturele elite zal schuilen. Nee, alle Bredanaars, kunstenaars en kunstenmakers,
producenten en consumenten. Of ze nou muziek maken, dansen, schrijven, tekenen of wat dan
ook. Voor allen moet een plekje zijn onder dit uithangbord. Want voor Breda 97 heeft cultuur
dezelfde impact als sport, samenbrengend, inspirerend en uitnodigend om het beste uit jezelf te
halen.
Voorzitter, keuzes maken betekent natuurlijk ook dat er ook onderwerpen zijn die minder aan bod
komen. Maar ik heb niet begrepen dat die daarmee helemaal uit beeld zijn. Dat zou ons tenminste
zeer vreemd voorkomen. Zo lezen we vandaag in BN de Stem, een hartstochtelijk pleidooi voor de
klassieke orgelconcerten, zoals die op het unieke orgel van de Grote Kerk worden uitgevoerd. We
worden daarnaast ook regelmatig geconfronteerd met de vraag om meer ondersteuning van allerlei
culturele evenementen, groot en klein. En ook die maken deel uit van het culturele leven in de
stad. Ze horen naar ons idee bij dat brede fundament waarover de nota spreekt. En vanuit die
nieuwe fondsen zullen ze, als ze voldoen aan de richtlijnen, ondersteuning kunnen ontvangen.
Ja, toch even een kritische opmerking. Breda 97 gaat er van uit dat deze richtlijnen heel helder
gecommuniceerd zullen worden met het veld, en dat de initiatieven die op weg zijn naar
professionalisering, bij dat proces ook alle steun van de gemeente zullen kunnen ontvangen.