30 oktober 2008
437
2009 is het jaar van de waarheid, zowel voor de organisaties als voor de gemeente. Zorgvuldigheid
en respect voor al die bevlogen cultuurdragers, zullen het komende jaar een cruciale rol spelen.
Twee heikele punten blijven over. Wij zijn uiteraard niet de enigen die daar vanavond iets over
zeggen. Allereerst de vraag van poppentheater Muzipo. Breda 97 vindt dat de culturele vorming
van de jeugd niet vroeg genoeg kan beginnen. Kinderen van 2 tot 4 vinden bij Muzipo, en mogelijk
ook bij poppentheater Irene Laros, een veilig en inspirerend cultureel klimaat. Maar we zijn ook
van mening dat de subsidiestructuur, die we vandaag vastleggen, niet nu al moet worden
verstoord door uitzonderingen. Ik ben het daarin eens met datgene wat de heer Ernst zei. We gaan
er wel van uit dat van gemeentewege de nodige ondersteuning zal worden gegeven nu dit theater
volop bezig is met een professionaliseringsslag, zodat de mogelijkheden om binnen die criteria te
komen, binnen afzienbare tijd in zicht kunnen komen. Ik sluit me daarbij graag aan bij de
opmerkingen, die ik ook opving van mevrouw Boidin en de heer Hardorff. We wensen Muzipo
overigens geluk met de toekenning van het specifieke budget uit het FMO. Daarmee kunnen ze zich
toch voor een bijzondere doelgroep mooi op de kaart zetten.
Wat ons toch ook zwaar op de maag ligt, dat is dat voorgestelde filmfestival. De wethouder loopt
inderdaad erg hard, ondanks de toelichting van zijn brief van 21 oktober jongstleden en ondanks
de brief die wij zojuist nog op onze tafel vonden. Een wethouder van cultuur moet hard lopen. We
geloven graag in zijn enthousiasme, maar het is helaas niet genoeg. Hij doet ons een beetje
denken aan het verhaal van, vertrouw maar op mijn blauwe ogen en dan komt het allemaal wel
goed. Maar dat hebben we wel eens meer gehoord, en dat is ons niet zo goed bevallen.
Het mag dan een uitvoeringszaak zijn, mijnheer Boer, maar wij willen eigenlijk dat de raad zich
voor een dergelijk, zeer kostbaar festival, eerst duidelijk uitspreekt en dat tenminste de commissie
op de hoogte is van datgene wat er speelt. Er zijn rapporten in het vooruitzicht gesteld, waarvan
we nu geen kennis hebben kunnen nemen. En die bijgevoegde samenvatting van het IVA advies is
erg mager. Kortom, als een evenement voor de eerste keer plaats zal gaan vinden, en een zo groot
beslag legt op het budget, dan willen we een serieuze afweging kunnen maken, met al die vragen
die in het veld leven. En de wethouder zou ons daartoe in de gelegenheid moeten stellen. Dat is hij
kennelijk ook wel van plan, als ik de laatste brief zo even diagonaal doorlees.
Voorzitter, samengevat, alle waardering voor de nota, maar toch een voorbehoud voor dit
onderdeel. We wachten even de reactie van de wethouder in eerste termijn af, alvorens een motie
die samen met de Partij van de Arbeid en ook, naar ik begrepen heb, met het CDA, over dit
onderwerp, mogelijk ingediend zou moeten kunnen worden. Misschien ook niet. Dat horen we
dadelijk als de wethouder zijn repliek geeft. Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Mijnheer Boer.
DE HEER BOER:
Ja mijnheer de voorzitter, het was misschien een beetje een heftige aanvaring met mijnheer
Akinci, maar wij hebben ten eerste al heel lang inspraak, inspraak, inspraak op ons
verkiezingslijstje staan. En als je dan met zoiets geconfronteerd wordt, en u versprak zich echt in
uw enthousiasme, met: we zijn al volop met plannen bezig. En toen had ik zoiets van, dat is toch
veel verder al dan denken.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, even om dat misverstand uit de wereld te helpen: Wij zijn niet met plannen bezig. Er is
een opdracht verstrekt aan mensen om een plan te maken voor een mogelijk festival en hoe dat er
in Breda uit zou kunnen zien. Maar dat weet u, net als ieder ander in de raad.
DE HEER BOER:
Nee, ik moet alles lezen en dat doe ik dus niet.
DE HEER AKINCI:
Maar dat is dan niet meer mijn probleem mag ik hopen.
DE HEER BOER:
Nee, dat is inderdaad ook uw probleem niet, maar als er op een gegeven moment voldoende
voorlichting deze kant op komt, dan weet ik het natuurlijk wel.
En het punt is gewoon, het filmfestival, ik ben er op aangesproken door mensen van het
Fotofestival, wat met veel succes is afgesloten. Die hadden zoiets van: wij krijgen maar
35.000,— Ik sprak iemand die zei dat hij 1800 uur vrijwilligerswerk daarvoor had gedaan. En
het filmfestival krijgt in een keer 2 ton. Dat trekt in ieder geval al scheve gezichten. En daar wil ik