30 oktober 2008
439
MEVROUW BOIDIN:
Voorzitter, bij interruptie, en nog steeds, de heer Gouka heeft dat in de commissie aangegeven
dat, onder andere het Chassé te veel subsidie zou krijgen. En dat mag u vinden, maar wij blijven
er als CDA bij dat wij enorm blij zijn met het Chassé, waar ze van heinde en verre naar toe komen.
En ik hoop ook dat het nog vele jaren, vele lange jaren mag blijven.
DE HEER GOUKA:
Ja, als ik daarop meteen mag aansluiten. Ik ben het compleet met u eens dat het Chassé Theater
nog vele jaren, nog vele lange jaren er mag zijn, maar dan wel voor minder geld.
DE HEER ERNST:
Even ter interruptie, want dan word ik ook weer getriggerd. Volgens mij hebben wij u al gezegd,
dat qua bezoekersaantallen het Chassé Theater in de top 3 staat. Maar als je gaat kijken naar de
bijdragen die gemeenten leveren aan theaters in het land, dan staan we echt ergens achteraan.
Wij hebben dus een heel goedkoop theater wat gewoon erg goed presteert.
DE HEER GOUKA:
Ik heb zelf aangedragen dat het Chassé Theater 400.000 bezoekers of meer gehad heeft en dat we
dat ontzettend prima vonden. Maar u moet ook die andere kant durven zien. 75% van deze
bezoekers komen van buiten de stad, waar wij dan als Breda een subsidie aan mogen geven.
DE HEER AKINCI:
Ter interruptie als het mag, voorzitter.
Dit punt heeft de heer Gouka in de commissie ook gemaakt en dat stoort me toch wel heel erg, ook
toen in de commissie al. Natuurlijk zijn er in Breda in het culturele veld altijd voorzieningen, waar
andere mensen van andere steden op af komen, net zoals wij vanuit Breda graag eens een keertje
in Amsterdam naar een museum gaan, of een andere culturele voorziening, of in Dordrecht, of in
Rotterdam of in Eindhoven. En dat is goed. Een van de dingen van cultuur is juist dat je over je
eigen grenzen heen kijkt, naar andere plaatsen gaat en in aanraking komt daar. Ik ga niet elke
week naar het Graphic Design Museum. Ik ga daar een keer naar toe en misschien over een jaar of
over twee jaar weer. En in de tussentijd ga ik naar andere musea. Het feit dat u dat als een
probleem ervaart, dat snap ik nou werkelijk niet. Want net als dat andere mensen naar Breda
komen om te genieten van culturele voorzieningen, gaan ook tal van Bredanaars naar andere
steden om daar te genieten van culturele voorzieningen, die weer betaald worden met de subsidie
van de inwoners van die gemeente. Dat zou u juist moeten stimuleren. Op het moment dat u de
grenzen dicht wilt gooien, dan krijgt u volgens mij een hele enge situatie.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Gouka, ik stel voor dat we verder gaan in de richting van de nota die aan de orde is. Gaat
u verder.
DE HEER GOUKA:
Prima, want het lijkt er echt op dat we de uitingen van de commissie weer over aan het doen zijn,
terwijl ik toch duidelijk wil stellen....
MEVROUW BOIDIN:
Voorzitter, bij interruptie. U herhaalt de uitspraken die u in de commissie hebt gedaan en het mag
duidelijk zijn dat het overgrote deel van de raad die mening absoluut niet deelt en ik sluit me
helemaal aan bij de opmerkingen die gedaan zijn door de heer Ernst en nu ook door de heer
Akinci. En u bent het daar niet mee eens. U wilt uw Bredase schouwburg alleen voor de
Bredanaars. Nou, dat is toch wel heel erg kortzichtig.
DE HEER GOUKA:
Voorzitter, ik wil toch nog eens die ene zin herhalen, waar het eigenlijk voor ons precies om gaat.
Het lijkt en het leek ons een goede zaak om dit soort bedragen, - we praten over 85 miljoen hè,
het is niet niks, - in competitie te brengen met andere noden in onze stad. En dan bedoel ik echte
noden. Maar ik bedoel ook voor cultuur, andere zaken die cultuur raken. Die kunnen daar ook
uiteraard gebruik van maken. En wat mij betreft, mag dat heel veel zijn.
Ja goed, als u daar niet in mee wilt gaan, als u de ogen wilt sluiten, dan vind ik dat prima, maar
het is uw verantwoordelijkheid.
Het werd mij zelfs toegefluisterd of het niet beter zou zijn om maar meteen de tent te sluiten. Dat
was een van de dingen die dan bij de commissie naar voren gebracht werd. En dat viel uiteraard
weer bij de SP in het verkeerde keelgat.