30 oktober 2008
441
en keuzes moeten maken. En naar mijn idee hoort daar de diversiteit, de bron van innovatie, zoals
de heer Hardorff dat noemde, ook bij. Een veelkleurige samenleving, een veelkleurige stad. En dan
denk ik dus niet aan de Chinezen die hier met bedrijven komen, dan denk ik ook aan de mensen
die hier opgegroeid zijn van alle mogelijke gezindten en leeftijden, jong en oud, Marokkaans,
Turks, Nederlands, Surinaams of wat dan ook. Iedereen heeft zijn eigen culturele beleving en dat is
een bron van inspiratie. Ik merk dat in de Nieuwe Veste, in de wijken, overal. Iedereen doet mee
op zijn eigen manier, maakt muziek, speelt toneel, danst, noem maar op. Al die disciplines zijn
voor alle bevolkingsgroepen, door alle nationaliteiten heen van waarde, ook om met elkaar kennis
te maken, om daarmee een bron van inspiratie en plezier te zijn.
Dat waren denk ik wat hoofdlijnen, waarbij dacht ik, de heer Ernst nog eens terecht heeft
opgemerkt, dat het hier wel gaat om het vaststellen van een structuur van discussies, van fondsen
van hoofdlijnen, en van prioriteiten. Wij leggen een structuur neer, waarin we een aantal zaken,
ook bij mij en bij u weghalen, omdat we daarvoor een fondsenstructuur in het leven roepen,
waarvan ik in de nota al gezegd heb, de regelgeving ervan, de criteria, de invulling en de wijze
waarop dat gebruikt gaat worden, wordt samen met u, met de commissie, de komende maanden
vorm gegeven. Dat doen wij niet alleen. Dat doen we samen met het veld, maar vooral ook samen
met u. Want u moet daar uiteindelijk het groene licht voor geven.
Dus in die zin wil ik ook niet teveel op details ingaan, al snap ik de zorg die u hebt. Maar u weet
een heleboel niet wat er vanuit het bestuur op mijn bureau iedere de hele dag langs komt, waar ik
gesprekken over voer, waar ik in de voorbereidende zin mee bezig ben en in uitvoerende zin. En u
ziet daar maar een fractie van terug. En daar ziet u vooral de kaders van, want daar gaat u over.
Ik kom daar zo meteen ook nog in een concreet geval op terug. Maar het ging er nu even om, wat
nu vandaag het kader van de discussie is. Dat is het vaststellen van de beleidsvisie, van het
beleidskader, waarbij we, zowel aan de hand van de begroting als aan de hand van de uitwerking,
die ik u heb toegezegd, op alle onderdelen, - ik heb genoemd de fondsen, de discussie over
beeldcultuur, bijvoorbeeld ook over de festivals, - met elkaar nader over komen te spreken. Maar
het is hier een kaderstellende nota en het gaat erom of u die kaders kunt onderschrijven en daarbij
ook een stukje afstand doet van de behoefte aan detailleringen die u als raad best zult hebben. Die
heb ik ook wel eens, en toch moet ik soms erkennen dat ik daar niet over ga, dat een ander daar
de beslissing over neemt, en dat we daar afspraken over gemaakt hebben.
In die zin is bijvoorbeeld bij Muzipo, maar dat geldt ook voor klassieke muziek, en dat geldt ook
voor orgelconcerten, niet aan de orde of ik dat leuk vind of belangrijk, of niet. Er is aan de orde of
wij een structuur met elkaar scheppen, waarin dit soort initiatieven alle aandacht en steun krijgen.
En dan durf ik u te garanderen dat door de vergroting van de budgetten, dit soort initiatieven
allemaal volop kansen krijgen, voor zover ze die al niet hadden, zal dat alleen maar meer worden.
Je moet wel een keus maken. Of het is een onderdeel van de basisstructuur. En dan hoort het in
een van die vier categorieën of bij amateurkunst. Of het is een onderdeel wat behoort bij een van
beide fondsen, volgens productie en volgens presentatie. Ik kan natuurlijk niet voor een initiatief
als de orgelconcerten, wat ik nog niet eens ken, - want ze zijn nog niet bij mij geweest en 3
december is er een afspraak gemaakt, - op welke wijze wij kunnen helpen. Maar er is wat dat
betreft nog nooit iemand bij mij geweest met een verzoek waar ik niet concreet gekeken heb hoe
ik daar kon helpen, via welk kanaal, via welk fonds, via welk instrument. En soms moet je daar
heel creatief in zijn. Want ik wil dat die initiatieven lukken, dat ze kunnen werken. Soms moetje
hen ook de eigen verantwoordelijkheid voorhouden. We kunnen niet alles oplossen. Het moet wel
in gezamenlijkheid. Soms doen wij een beetje en dan doen anderen ook weer eens wat.
Dus ik denk dat wij, wat betreft Muzipo, dat zowel wat betreft cultureel ondernemerschap, als de
ondersteuningsstructuur voor de professionalisering, als de beide fondsen, dat er mogelijkheden
zijn om te helpen met die professionaliseringsslag waar u om vroeg. En ik heb gezegd dat ik niet
uitsluit dat zij op enig moment voldoen aan de criteria van de basisinfrastructuur. Dat zou me heel
wat waard zijn, als dat zou kunnen. Maar dan moet er nog een heel proces van groei en
ontwikkeling plaatsvinden. En daar zitten ze in en die steun kunnen we hen ook aanbieden.
Dat geldt ook voor de orgelconcerten. Natuurlijk kunnen zij op alle mogelijke manieren onze steun
krijgen. Iemand vroeg of er een vast aanspreekpunt is. Dat was er. De betreffende ambtenaar is
inmiddels naar de Provincie of naar een andere instelling verhuisd. Die vacature wordt binnenkort
opgevuld. Maar wij zullen ervoor zorgen dat voor het veld weer iemand als aanspreekpunt gaat
fungeren om te ondersteunen, de weg te wijzen, om te helpen bij subsidie aanvragen etcetera.
Misschien dan nou toch even een paar opmerkingen over het filmfestival. Dat heeft eigenlijk
iedereen genoemd, de ene met wat meer vertrouwen in mijn blauwe ogen dan de ander.
Daar zijn twee opmerkingen over te maken. De eerste is van inhoudelijke aard en de tweede is van
procesmatige, van procedurele aard.
Inhoudelijk als volgt: Mij bereikte het verzoek om een filmfestival. Ik geloof dat mevrouw Boidin
heeft gevraagd wie de initiatiefnemer is. Een van de initiatiefnemers was Hein van Kemenade, die
met een aantal mensen met dat plan bij mij kwam. Hij vroeg me of ik niet eens wilde komen kijken
in Zeeland, hoe het daar ging. Hij vroeg me of het niet iets voor Breda zou zijn. Zij hadden