30 oktober 2008 409 WETHOUDER SNIER: Kijk, ik kan niet echt een zinvol verband leggen tussen het uitkeren van planschade en het opleggen van OZB. Dus ik zou niet weten wat voor antwoord ik daar op zou moeten geven, omdat er geen relatie is. DE HEER BOER: Volgens de bewoner wel. Hij heeft planschade uitgekeerd gekregen. Hij kreeg een verhoogde OZB, dat heeft hij geconstateerd. Hij vroeg zich af wat daar dan de zin van was. U zegt dat het losgekoppeld is, maar het zit allemaal wel in zijn portemonnee. DE VOORZITTER: Goed, dan gaan wij door naar de vraagstelling van de SP. De heer Gouka. DE HEER GOUKA: Voorzitter, in Ulvenhout is beroering ontstaan over een nieuwbouwproject wat op de hoek Dorpsstraat/Bladerstraat gerealiseerd kan gaan worden. Vooral de massaliteit van het gebouw doet veel stof opwaaien. Maar ook andere zaken als de parkeerdruk en niet in de laatste plaats de manier waarop de direct betrokken bewoners door zowel de projectontwikkelaar als de gemeente hierbij zijn betrokken, of beter gezegd niet zijn betrokken, bij deze snode nieuwbouwplannen. Onderdeel van de procedure om aan de benodigde vergunningen te komen, is het oordeel van de welstandscommissie. Ons is gebleken en is ook bevestigd dat het bouwplan door de mede eigenaar op naamgeving van het architectenbureau is gepresenteerd aan de welstandscommissie, terwijl zij daar zelf vooraanstaand lid van is van die welstandscommissie en dat lijkt ons geen goede gang van zaken. Niet met betrekking tot directe belangenverstrengeling, maar ook om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Voorzitter, dat ons tot de volgende vragen. Vraag 1: Zijn er regels bij de Bredase welstandscommissie, als een lid van deze commissie betrokken is bij een te beoordelen bouwplan? Vraag 2: Zo ja, wat houden die regels in? Gevens zij bijvoorbeeld uitsluiting van deelname aan de besluitvorming of mogen zij überhaupt niet aanwezig zijn bij de behandeling en ook niet voor het geven bijvoorbeeld van een presentatie, wat hier dus gebeurd is? Vraag 3: En zo nee, is het college het dan met de SP eens dat er dan zo spoedig mogelijk regels moeten komen waarin dit soort zaken geregeld worden? Vraag 4: Bent u het met de SP eens dat het in dit soort zaken niet alleen gaat om directe belangenverstrengeling, maar dat de zorgvuldigheid ook inhoudt dat de schijn van belangenverstrengeling dient vermeden te worden? En de laatste vraag is voorzitter, is het college voornemens om in het onderhavige geval de gevoerde procedure over te doen, bijvoorbeeld met andere reden, zodat het "ons kent ons" in ieder geval niet meer van toepassing is en daarmee hier ook de schijn van belangenverstrengeling kan worden voorkomen? DE VOORZITTER; Dank u zeer. Wethouder Aarts. WETHOUDER AARTS: Voorzitter, bij het samenstellen van de welstandscommissie wordt het in Breda heel belangrijk gevonden dat daar ook mensen in zitten die kennis hebben van het Bredase. Er is op dit moment een vacature en er wordt ook heel nadrukkelijk gevraagd om mensen die kennis hebben van het Bredase, dus dan krijg je al snel dat ook mensen kunnen deelnemen die ook betrokken kunnen zijn bij planontwikkelingen in het Bredase. En dan volgt de commissie de volgende werkwijze. Als dit zich voordoet, wat nu ook in Ulvenhout het geval is, dat het lid van de welstandscommissie wel gewoon als zijnde de eigenaar van het plan wel de presentatie kan doen net als iedere andere architect, maar dat hij zich vervolgens terugtrekt bij de beoordeling. Dat is in dit geval ook gebeurd. Op die manier wordt dus heel zuiver omgegaan met de rollen. Er wordt ook melding van gemaakt in het advies dat degene die op dat moment eigenaar is van het plan, dat die zich heeft teruggetrokken als lid van de welstandscommissie op het moment van de beoordeling van het plan. In die zin is het niet gebruikelijk dat bij dit soort plannen, gebruik gemaakt wordt van een andere welstandscommissie, of dat er een second opinion zou worden gevraagd. En in dit geval is de welstandscommissie dus met een positief oordeel gekomen over het plan in Ulvenhout. Voorzitter, mag ik nog even een korte reactie geven? Gezien de behandeling.. DE VOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 8