460
6 NOVEMBER 2008
behoefte aan appartementen, waar is behoefte aan grondgebonden woningen en hoe pakken we
dat aan en voor welke doelgroepen is dat dan bedoeld. Ik heb toch een beetje het gevoel dat u die
kans voorbij laat gaan en dat er straks niets anders overblijft voor ons dan te beoordelen hoe die
uiteindelijke uitwerking is gevallen. Maar dan is de sturing als raad weg.
DE VOORZITTER:
Graag tot slot. Dan zit de tijd er nadrukkelijk op. Mevrouw Haagh, twee korte punten, ook gezien
de afspraken. Mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
We hebben tijdens de behandeling van de Woonvisie, juist hele heldere richtlijnen afgegeven: Kijk
naar de doelgroepsamenstelling, kijk naar de verschillende woningen die er zijn en naar de
behoefte die er in de gebieden voor de gebiedsvisies zijn. Dus de vragen die wij hebben, die zijn al
lang neergelegd en nu is er informatie verzameld waarmee men aan de slag kan gaan en dat is de
stap die nu gemaakt is. Ik denk dat we op een iets andere manier kijken naar de stukken die er
liggen. Maar ik denk wel dat we op dezelfde lijn zitten als het gaat om de belangrijke issues die er
nu zijn voor onze stad. En daar gaat het uiteindelijk om.
DE VOORZITTER:
Mevrouw van Maanen en dan de heer Boer tot slot.
MEVROUW VAN MAANEN:
Dank u voorzitter. Ik hoor mevrouw Haagh zeggen, helemaal in het begin van haar betoog, dat zij
vindt dat het college goed geanticipeerd heeft met de begroting op de economische crisis waar we
nu in zitten. Nou heeft het college een aanpassing gedaan op haar originele begroting en ik heb
alleen in de commissies, in geen enkele commissie, de PvdA-fractie horen zeggen, dat zij
aanpassingen wenste op de begroting. Sterker nog, in de commissies was het een duidelijk verhaal
dat daarvoor geen enkele noodzaak was om de algemene reserves wat meer te spekken en te
bezuinigen. Maar nu hoor ik van u iets anders. Vanwaar die draai?
MEVROUW HAAGH:
U hoort in de commissie andere dingen dan dat wij zeggen, vrees ik. Ik denk dat daar ons
probleem zit. Wij hebben in de commissies niet gezegd dat het niet nodig is. Wij hebben in de
commissie Onderwijs en Economie juist daarover gesproken dat we daar ook onze ogen niet voor
sluiten en we hebben, wat we altijd gezegd hebben, en daar sta ik nog steeds voor de volle 100%
achter, dat is dat de begroting die we hebben gekregen in september, een hele goede robuuste
begroting is en was op dat moment, maar dat het wel goed is, als je ziet dat de kredietcrisis, want
daar hebben we het over, dat die ook voor Breda gevolgen kan hebben, dat je zegt van oké, dan is
nu het moment om de algemene reserve wat te versterken. En daar staan wij achter. Dat vinden
wij een prima aanpak.
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter mag ik dan toch nog even iets vragen want nu ineens vindt de PvdA dit. Maar wij hebben
natuurlijk al weken geleden voorstellen gedaan om bijvoorbeeld het voorstel wat ze nu zelf
ondersteunen, de sporthal, wat te matigen. En daar bent u nu ineens voor. Maar toen wij het
voorstelden, niet. Hoe kan dat dan?
MEVROUW HAAGH:
Ja u doet nou heel verbaasd en ik vind het ronduit vreemd dat u zegt dat wij het eerder niet
gezegd hebben. Dat is namelijk niet waar. We hebben continu gezegd: we moeten het heel goed
volgen. Dat vinden we ook van de periode vanaf nu want hiermee zijn we er niet. Om de twee
weken zullen we moeten kijken, inderdaad, naar wat de gevolgen zijn. Want we weten gewoon niet
wat er verder op ons af komt. Dat hebben we continu gezegd, het is nu steviger en ik weet niet
wat ik er meer over moet zeggen. Het is een prima begroting en een prima reactie van het college
en dat vonden wij een paar weken geleden en dat vinden wij nu nog.
DE VOORZITTER:
Tot slot mijnheer Boer.
DE HEER BOER: