475
6 NOVEMBER 2008
niet kunnen overzien wat de recessie betekent voor onze gemeente. Ik schets zo geen
doemscenario. Ik heb het ook over de zon. Maar ik zeg wel: we moeten attent blijven, alert, we
moeten op de hoogte blijven van de eventuele gevolgen van de economische ontwikkelingen. Dat
is natuurlijk van belang. En ik wacht niet op het college met dat soort opmerkingen. Dat is zo
simpel zou ik bijna zeggen, dat we allemaal zoals we hier aanwezig zijn, dat standpunt huldigen.
Eerst kijken wat er aan de hand is, verstandig daarmee omgaan en als het nodig is, reserveren. En
we zijn nu bezig met extra te reserveren. Prima.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Boelema.
MEVROUW BOELEMA:
3a, allereerst wil ik iets over de sporthal zeggen. U hebt het met mij juist, dat de raad daar nog een
beslissing over moet nemen wat voor scenario nou aangehouden wordt. Daarmee beantwoordt u
eigenlijk voor uw eigen wethouder de vragen die ik daarover gesteld heb. Maar waar ik eigenlijk op
in wilde gaan, en dat triggerde mij wel, is dat u zei dat die 5 miljoen eigenlijk een snippertje in de
begroting was. Nou herinner ik me, want ik kijk wel eens naar de gezichtsuitdrukkingen van de
collega's, want toen die 1,5% bezuiniging ter sprake kwam, zag ik mevrouw Haagh bijna figuurlijk
flauwvallen. Toen vroeg ik me af, die 8,7 is voor de PvdA absoluut geen snipper en iets
onbespreekbaars en die 5 miljoen is voor u een snipper. Dus ik vroeg me af hoe u dan ten opzichte
van het voorstel van die 8,7 miljoen staat. Dat is dan 2 keer een snipper denk ik dan.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Vossenaar.
MEVROUW VOSSENAAR:
Wat betreft de sporthal. Ik hoef de vragen niet te beantwoorden voor de wethouder. We hebben
altijd dit standpunt gehuldigd en dat zullen we blijven doen. Ik heb u zojuist ook gezegd dat
consistentie en duidelijkheid op dit punt, voor ons een belangrijk uitgangspunt is. Als ik 500
miljoen afzet tegen 600 miljoen en ik zie hoe dat bedrag zal worden samengesteld en ik kijk dan
naar datgene wat in de vorige jaren bij het screenen van de begroting en van de rekeningcontrole
er nog eens allemaal uitkomt op een aantal punten, dan denk ik, allemaal hele kleine stukjes, - zo
bedoel ik die snippers -, allemaal hele kleine stukjes, en die vormen samen in dit geval een bedrag
van 5 miljoen. Dan zeg je, dat is keurig, dat is mooi, dat is fijn dat dat bij de reserves kan. U moet
dus niet die 5 miljoen zien als een grote snipper. Nee, het zijn allemaal fragmentjes, het is een
mozaïek van een heleboel kleine punten. Natuurlijk levert dat bij elkaar een redelijk substantieel
bedrag op. Ja, dat ben ik gelukkig met u eens.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog? De heer Arbouw.
DE HEER ARBOUW:
Voorzitter dank u wel. Mevrouw Vossenaar, ik was blij dat u in uw betoog zo diep in ging op het Dr.
Struyckenplein, want dat is ook bij de VVD een groot zorgpunt. Want daar waar de plannen er al
3,5 jaar liggen, het eigenlijk nu, als ik tenminste de woorden van wethouder Oomen in de
commissie begrijp, het er niet goed voorstaat in de onderhandeling. Maar waarom hangt u nou zo
achterover? Zo van, nou ja, die informatie krijgen we wel een keer in de commissie Mens en
Maatschappij. Dat is gelovig pas ergens op 3 december en kunnen we daar met de wethouder eens
over spreken. Waarom vraagt u nou geen duidelijkheid als het over zo'n belangrijk punt gaat. Want
iets wat zo essentieel is als Hart van de Heuvel voor die wijkontwikkeling, waarom vraagt u
vandaag geen uitleg aan de wethouder, verantwoordelijk voor de wijkontwikkeling, van hoe zit dat
nou precies in elkaar? Of, als dat vanavond niet kan, omdat het te ingewikkeld of te complex is,
geeft u ons volgende week of een besloten breefing, of u stuurt een brief op, waardoor we ook snel
als raad onze controlerende rol oppakken. Waarom nou die afwachtende houding terwijl u die
wijkontwikkeling aan het Dr. Struyckenplein zo belangrijk vindt?
MEVROUW VOSSENAAR:
Ik hoef u niet te vertellen dat die wijkontwikkeling in de Dr. Stryckenstraat inderdaad erg
belangrijk is, dat is wezenlijk. Maar dit is een proces wat loop en wat vorm moet gaan krijgen.
Waarom ik het geformuleerd heb, zoals ik het geformuleerd heb, dat heeft te maken met het
antwoord in de commissie, waarin hij suggereerde dat er onderhandelingen gaande waren, en u en
ik weten dat je broedende kippen niet moet storen. Dus dat is de reden dat ik zeg, geef ons