482 6 NOVEMBER 2008 Wij zouden, als we praten over het rioleringsplan, wat in de raad ook vastgesteld is, op het rioleringstarief, een tarief hebben moeten berekenen van ruim 16%. Dan zouden we nog steeds binnen de afspraken gebleven zijn van het coalitieakkoord. Daar hebben we er expliciet voor gekozen om dat te verlagen om over de hele bandbreedte op maximaal die 8,5% te blijven. U kunt in ieder geval niet zeggen dat er niet ook heel goed geluisterd is naar het feit dat je moet nadenken over de beheersing van die lasten. Maar die 5,8% an sich past binnen de afspraken. En het is ook niet zo, dat wil ik toch even zeggen, dat op het moment dat bijvoorbeeld het gewogen loon prijs index van Breda, ver onder het CBS-gemiddelde was, dat we op dat moment hebben gezegd, laten we het dan maar wat hoger maken. Als je bijvoorbeeld kijkt in 2007, toen was het 1,8 was toen de stijging, 1,8% terwijl de gemiddelde stijging van de gemeenten in Nederland op dat moment 5,6% was. Even de Coelo cijfers, dat is dat orgaan wat alle gegevens en cijfers van lagere overheden verzamelt. Overigens kunt u daar ook zien waar het probleem zit. Omdat we toen op 1,8 zijn blijven zitten, zitten we nu ook deels natuurlijk op die 5,8%, want zo werkt het natuurlijk ook. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, toch nog even. De wethouder geeft eigenlijk geen antwoord op mijn vraag. Want mijn vraag is: Vindt u het verstandig om in deze tijd, waarin mensen toch al minder te besteden krijgen volgend jaar? Kijk dat u uitlegt waarom en hoe dat berekend is, dat vind ik helemaal niet zo relevant, maar vindt u het verstandig om het te doen? En in de tweede plaats zegt u: nou dat is nou eenmaal wat we afgesproken hebben. Maar u heeft ook allerlei andere dingen afgesproken waar u zich ook niet aan houdt. Dus u kunt, als u dat wilt, en als wij dat met z'n allen beslissen, een uitzondering op de regel maken. Dus mijn vraag blijft, vindt u het verstandig? WETHOUDER SNIER: Nee, u wekt de indruk alsof die stijging van 5,8 in enige directe verhouding staat tot het feit dat er bijvoorbeeld een CBS-index is van 3,3%. Die CBS index wordt natuurlijk over veel meer breedte berekend. Dat gaat over totale stijging. Als je kijkt naar waar die 5,8 over gaat, en wat dat werkelijk uitgedrukt in geld betekent, dan is dat maar een fractie, zou je kunnen zeggen, van het geld wat mensen bijvoorbeeld moeten besteden in een jaar. Ik praat in dat soort termen over enkele tientjes per jaar. Je zou zeggen, dat is niet onbelangrijk, enkele tientjes. Maar je moet die cijfers niet zomaar één op één aan elkaar koppelen. Overigens staat het college ervoor om datgene uit te voeren wat we met elkaar besproken hebben en dat is deze systematiek, die overigens ook in al die jaren dat de VVD deel uit heeft gemaakt van het college, gehanteerd is. MEVROUW VAN MAANEN: Daar heb ik het niet over. Maar ik mag concluderen dat het antwoord ja is, dat u het dus verstandig vindt. MEVROUW BOIDIN: Voorzitter, ik heb hier toch enigszins problemen mee, met het proces zoals dat gaat. Als we kijken hoe de agenda er uit ziet, is het de bedoeling dat het college nu eerst de zaak beantwoordt en de tweede termijn terug komt. Ik heb best begrip dat er een aantal vragen zijn, maar dan moet die agenda anders opgesteld worden. DE VOOORZITTER: Goed, het was de eerste termijn en ik denk dat het even de ruimte was en ik denk dat we dat inmiddels genoeg gewisseld hebben. Dus ik stel voor dat de wethouder nu verder gaat. WETHOUDER SNIER: Er is door mevrouw Vossenaar van Breda 97 een vraag gesteld over het Dr. Struyckenplein, ook naar aanleiding van de vergadering van gisteren over het bestemmingsplan Heuvel. Die vraag is hier dan ook veel beter op zijn plaats dan gisteren waar het echt om het bestemmingsplan ging. Het belangrijkste als het gaat om het Dr. Struyckenplein, is dat de gemeente daarbij inzet op kwaliteit en draagvlak. Dat is echt nodig omdat het gaat bij het Dr. Struyckenplein om een heel wezenlijk onderdeel van de wijkontwikkeling in de Heuvel. Dat heeft u zelf ook al gezegd. En die kwaliteit en draagvlak zijn ook de randvoorwaarden voor een voortvarende aanpak. Voortvarendheid mag niet ten koste gaan van de kwaliteit en het draagvlak. Zonder kwaliteit geen nieuw Struyckenplein en zonder draagvlak geen realisatie daarvan. In de eerste fase heeft overigens collega Heerkens dit project geleid en ze doet dat natuurlijk nog steeds vanuit het grondbedrijf en ik informeer u dus ook namens haar over de huidige stand van zaken. Het is zo, even voor de duidelijkheid, na een prijsvraag die uitgeschreven is, is de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 36