484 1. 6 NOVEMBER 2008 DE HEER BOER: Voor de orde mijnheer de voorzitter, Dat is motie 1? WETHOUDER SNIER: DE VOORZITTER: Motie 2. WETHOUDER SNIER: Er is een motie ingediend om een bezuinigingstaakstelling van 1,5% van het totaal van de exploitatiebegroting gevraagd wordt. Ik ben wel geneigd om daar iets meer over te zeggen, met name ook over het percentage. Ik wil toch ook proberen om dat even te benaderen omdat als je kijkt naar de mogelijkheid tot bezuinigen bij de gemeente, dan moetje ook met name kijken waar het geld vandaan komt. Omdat de bron van het geld vaak iets zegt over de mogelijkheid om daar wel of niet vrij mee om te gaan. Als het gaat om gelden die wij krijgen, doeluitkeringen waar dus een doel mee gediend moet worden, dan mag je dat ook alleen aan dat doel uitgeven. Er zijn een heleboel gelden die aan ons op die manier doorgegeven worden. Ik kan er meer voorbeelden van geven, sociale uitkeringen, bepaalde middelen bijvoorbeeld voor voortijdige schoolverlaters, ik kan er allerlei voorbeelden van geven, maar als je dat niet uitgeeft aan dat doel, dan moet je dat geld in principe weer terug geven. Als je kijkt naar het geld wat wel vrij besteedbaar is, dan praat je over de gemeentefondsen en de OZB-inkomsten. Ruwweg praatje dan over 190 miljoen en eigenlijk zou je daar dan de kapitaallast van af moeten trekken. Maar laat ik het nou niet te technisch maken. In ieder geval zit je op een bedrag van ongeveer 180 miljoen waar je redelijk op kunt bezuinigen en van die 180 miljoen zit dan ook nog het grootste deel van onze loonsom van 90 miljoen in. Als je dus zo gaat rekenen en 1,5 wil bezuinigen, kom je dus in de richting van het bedrag van structureel 8,7 miljoen in de richting van 2012, dan moetje dus ongeveer 5% bezuinigen. En dat onderstreept dus toch wel de opmerking die mevrouw Haagh ook maakte en die heb ik zelf ook - het college heeft denk ik enorm veel behoefte vanuit de VVD, als dat zo is, en als u dan 5% wilt bezuinigen op datgene wat we kunnen beïnvloeden, en dan wil ik best nog wel wat voorbeelden noemen, Als ik het rijtje af ga, kan ik zeggen: minder communicatie, minder welzijnsactiviteiten. En voor mijn eigen portefeuille, minder welzijn, minder onderwijshuisvesting, minder vegen en borstelen, minder sportactiviteiten, minder evenementen. Om maar een paar dingen te noemen. Dat is allemaal beïnvloedbaar. En dan hebben we wel behoefte om ook die richting te horen op een bepaald moment. Te zeggen: als je dat dan moet doen college, dan moet u ons niet met zo'n boodschap op pad sturen, van haal maar 5% uit de begroting van datgene wat je kunt beïnvloeden en dan niet erbij zeggen van waar wij dat dan vandaan moeten halen. Dat is echt een onmogelijke opgave. Als u dit wilt, betekent dat stevige keuzes. En dat betekent ook dat u duidelijke richtingen moet meegeven als u het college dit wil laten doen. Overigens, wel voor alle duidelijkheid, ziet het college geen noodzaak om deze motie uit te voeren, gezien de huidige inzichten en ontraadt het college in ieder geval ook deze motie wel. Dan is er nog een amendement over beperking van de lastenstijging. Ja eigenlijk hebben we dat net min of meer al met elkaar gewisseld. Het ging om een afspraak die wij gemaakt hebben, een duidelijke afspraak voor wat betreft de manier waarop wij de loon- en prijsinflatie compenseren in Breda. Overigens, ook als we dit niet zo doen, als je bijvoorbeeld 3% af wilt spreken, dan kan dat natuurlijk. Alles kan. Maar dan staat u voor een structurele bezuiniging van 2 miljoen en dan is natuurlijk de vraag die er onmiddellijk achteraan komt deze: zou u dan ook willen aangeven waar die 2 miljoen bezuinigd moet worden? Het amendement op de wijkontwikkeling. Drie partijen, VVD, SP en Leefbaar Breda zeggen, ja, wij moeten gewoon maar de helft reserveren voor wijkontwikkeling, van hetgeen het college voorstelt. Deze insteek, dat zeg ik toch echt met nadruk, betekent dat eigenlijk alleen de openstaande rekeningen uit 2004 betaald kunnen worden en nog een extra bijdrage voor een tunnel onder de noordelijke rondweg en dan ben je uitgepraat. Dit heeft nadrukkelijk de consequentie, en dat zeg ik hier echt, dat je de komende jaren de wijkontwikkeling stil legt. En juist in deze tijd, waarin we in ieder geval goed op koers zijn, dat geldt zowel voor de samenwerking tussen de partners als de ontwikkelingen die op de rit staan, vindt het college het echt de doodsteek voor de wijkontwikkeling. Het college vindt dan ook dat we de gebieden die in dit opzicht het meest kwetsbaar zijn, dan ook zeker niet mogen laten vallen. En zeker nu niet. Nu de financiële vooruitzichten in de bouwwereld niet rooskleurig zijn, en juist onze samenwerkingspartners, met name ook de corporaties zijn, kunnen en willen ook blijven investeren, Nou ja, dan moetje toch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 38