450 6 NOVEMBER 2008 met de eis van het CDA richting het college, om minder geld uit te trekken voor de sporthal en meer geld over te houden voor toekomstige onzekere tijden. Een verstandige keus, die naadloos aansluit bij onze eigen begroting. Het financieel perspectief na 2010, dat zich dus in een volgende coalitieperiode bevindt, ziet er niet al te rooskleurig uit. En dat is buiten de economische ontwikkelingen die momenteel gaande zijn. Een voorbeeld: Deze week hebben wij bericht gekregen van de Grootsteden-beleidsgelden. Deze worden gehalveerd. En dat zal Breda dus gaan merken. PvdA-minister Vogelaar stelt voor om fors te bezuinigen op stedelijke vernieuwingen en op wijken die een steun in de rug verdienen. De financiering van de economische ontwikkeling van grote steden, verdwijnt bijna helemaal. Een onverstandige keuze in onze ogen, zeker nu de successen sinds 1994 zichtbaar zijn. Maar dit heeft dus gevolgen voor Breda. Simpelweg, is er dus minder geld voor Breda, zowel voor economische impulsen als voor impulsen van veiligheid en leefbaarheid in wijken. Wat doen we dan zelf, waar leggen we geld bij als stad, en wat doen we dus straks niet meer? In deze begroting is daar niets van terug te vinden. Wij willen het college daarom vragen om de gevolgen van de gederfde inkomsten in de kadernota 2010 in beeld te brengen. Wij dienen daarvoor een motie in. (overhandigt de motie aan de griffier) Dan kom ik tot de inhoud. Het investeren in de stad. In onze kadernota kon u de keuzes die wij maken, al vinden. Meer geld voor onderwijshuisvesting. Meer geld voor economische ontwikkeling. Meer investeren in groen, in en om de stad, cultuurerfgoed en monumenten en de beperking van de lokale lasten. D66 wil de gaswinstuitkering vooral investeren in projecten die op langere termijn rendement opleveren, in termen van leefbaarheid en economische ontwikkeling. De projecten Claudius Prinsenlaan en Achter de Stallen lenen zich daar in onze optiek voor. De Claudius Prinsenlaan is de entree tot de stad, en belangrijk voor de bereikbaarheid. Tegelijkertijd vormt het Jeka-terrein een goede mogelijkheid om ons economisch profiel en de groene ontwikkeling van onze stad, vorm te geven. Wij zien het Chassé park als voorbeeld van de ontwikkeling van de Claudius Prinsenlaan. Economische bestemming van de binnenstad van Breda is belangrijk voor de aantrekkingskracht van Breda als winkelstad, zeker als je kijkt naar andere ontwikkelingen, zoals de Megamail. Wij gaan uit van de kracht van onze eigen binnenstad en niet van dichtgespijkerde ramen. Dus, wij kiezen voor investering in de bereikbaarheid. Ondernemers vragen hier ook al jaren om, en ook de bewoners in aanpalende wijken rondom de Claudius Prinsenlaan vragen dat van ons. En dan kun je wel een klankbordgroep oprichten, maar als je er dan geen financiën bij reserveert, dan kun je overleggen tot je een ons weegt, maar dan krijg je uiteindelijk niks gerealiseerd. Daarom wil D66 daar wel geld voor uit trekken. De ontwikkeling van de binnenstad willen wij ook financieel steunen. De binnenstad is een banenmotor voor de lage en middelbare opleidingen. De banen die daarmee gemoeid zijn, vind je juist in de horeca, winkels en retail. En dat is wat ons betreft een duurzamere oplossing voor de arbeidsmarkt dan de zoveelste participatiesubsidie. De bouwproductie moet ook omhoog in Breda. Daar zijn we het allemaal over eens. En dat kan. We kunnen die bouwproductie met 20% opschroeven, zonder dat het ons geld kost. En hoe doen we dat? Door één bouwcoördinator en één wethouder verantwoordelijk te maken. Hiervoor dienen wij ook een motie in. (overhandigt motie aan de griffier) Kortom, investeren in mensen en in de omgeving van mensen, gaat hand in hand wat ons betreft. Wij maken keuzes, voor de beperking van de lokale lasten met de stijging tot 3,5%. Investeren in onderwijshuisvesting, groen in en om de stad, economische ontwikkeling, cultuurerfgoed en monumenten. En we willen de bouwproductie verhogen zonder dat we hoeven te bouwen boven de Bredestraat. Want hoe staat het daar eigenlijk ook al weer mee? Het doet ons goed dat het college de voorstellen van de Belcrum, Stationsbuurt, Brabantpark en Haagse Beemden, heeft overgenomen. En D66 ziet graag dat onze voorstellen van vanavond op een zelfde soort enthousiasme kunnen rekenen en te beginnen met deze. Overigens zijn wij van mening dat de Nieuwe Mark naast een verdiepte rivier ook een stromende rivier moet worden. DE VOORZITTER: Misschien goed dat ik nu even twee dictums voorlees. Om te beginnen motie 1. Verzoekt het college een bouwcoördinator binnen de gemeente aan te stellen, deze bouwcoördinator het mandaat te verstrekken om knelpunten in bouwplannen snel op te lossen, onder regie van één directeur en één wethouder om hiermee het bouwtempo te verhogen. De motie is mede ingediend door D66, SP en Leefbaar Breda. Maakt deel uit van de beraadslagingen. Motie 2. Grotestedenbeleid. Bij de besprekingen van de kadernota 2010, de financiële consequenties van het Grotestedenbeleid 2010-2014 voor Breda inzichtelijk te maken. De gevolgen voor het huidige Bredase Grotestedenbeleid per brede doeluitkering, (1) sociaal, integratie veiligheid en (2) investeringsbudget stedelijke vernieuwing en (3) economie in kaart te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 4