585
18 december 2008
mevrouw Verkuijlen van het CDA ook zegt, in het SES. Daar is al een analyse gemaakt van die
kwaliteit van de bedrijventerreinen. Er is al een analyse gemaakt die een aanzet zou kunnen
worden tot een regionaal grondbeleid. Maar het is uiteraard aan de raden in hoeverre zij daarbg
bevoeodheden af gaan geven aan de gezamenlijke regio. Want tot nu toe is het wel zo dat de
uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt bij de diverse gemeenteraden van de steden^ Maar we
zullen zeker op die discussie bij u terugkomen. En nogmaals, de aanzet is gemaakt om e
reaionaal bedrijventerreinenbeleid te gaan maken, waarbij dan, net als in onze nota, onderscheid
wordt gemaakt tussen de verschillende soorten bedrijventerreinen, zoals deze ook genoemd zgn ,n
de nota.
Ik ben het met iedereen eens dat wij heel veel aandacht moeten hebben bij bednJventemeinen
ook voor andere aspecten dan alleen de aard en de omvang van de bedrijven. Dat wordt ook zeker
qedaan in het Bredase. Wij kijken zeker naar duurzaamheid. Ook die toezegging wil ik doen, da
wij daar alle aspecten mee zullen blijven nemen van landschappelijke inpassing en zoals ze ook
bepleit zijn door andere milieudoelstellingen.
Nogmaals, ik kan dus eigenlijk de motie, zoals deze wordt ingediend,
nositief adviseren. Dus die kunnen we overnemen, want in wezen is er al een begin mee gernaa
En ik heb uw oproep heel goed gehoord om ervoor te zorgen dat het stuk met in de la terecht
komt. Wij zullen ons uiterste best doen om de ambitie die wij in deze nota eggen, waar te gaan
maken. En u bent er dan bij om het van jaar tot jaar te volgen. Dank u wel.
Even'een kortOraagje, als het mag, mijnheer de voorzitter. U neemt de motie over? Heb ik dat
goed begrepen?
W^unnenhe^ overnemen. U mag hem ook in stemming brengen. Maar wij zijn het in ieder geval
positief eens met de motie.
DE VOORZITTER:
Goed. Ik dank de wethouder voor een korte en bondige reactie.
Wie van u is voor een tweede termijn?
Ik noteer mijnheer Leenders, mevrouw Schokker, Mevrouw Verkuijlen, Mevrouw Vossenaar.
Mijnheer Leenders.
Ee^HkTrtRereacheERWat ons betreft is de motie inderdaad overbodig. Als deze wordt overgenomen,
hoeft deze wat mij betreft niet in stemming te worden gebracht.
DeWD^geeft^aandatregionale samenwerking zou betekenen dat in Breda minder b®hoefte^
zi'n aan bedrijventerreinen. Dat is absoluut niet de intentie geweest vanwathebben 9ez tgd en
van wat ik van anderen heb gehoord. Dus regionale samenwerking zou tot een kwahtatief beter
beleid leiden en niet tot vermindering van behoefte in Breda. Dat moge duidelijk zij
Dan even naar GroenLinks. We begrijpen natuurlijk heel goed de zorgen die GroenLinksheef
het ruimtegebruik. Op het moment dat de cijfers van GroenLinks uit zouden komen,^darz°u
willen zeqqen dat we de grond niet allemaal hoeven te gebruiken. Op het moment dat het niet
nodig zou blijken te zijn, over enige tijd, dan gebruiken we toch gewoon minder. Mochthet w
nodig zijn, dan hebben we in ieder geval de mogelijkheid om daar gebruik van te maken.
DE VOORZITTER;
Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breaa y/.
Voorzitter! ^an'oTheel kort zijn. Op de motie hoef ik eigenlijk niet meer^e^Die had
uiteraard, zou ik willen zeggen, onze sympathie en onze instemming. Die geest die daaruit spreekt
N*cg evei^oól^eerTopmerkincHn dichting van de VVD. He, Inzetten »P herstruc,urering beteKen,
voor ons niet dat de noodzaak voor de aanleg van nieuwe terreinen ontkend zou worden.
Inteqendeel in de trap die leidt tot vestiging van het bedrijf, zou het in veel gevallen belangrijk
zijn om eerst te kijken of op een te herstructureren gebied mogelijkheden zijn, zo niet, dan ver