593 18 december 2008 MEVROUW BOELEMA: Wethouder, zouden wij ook nog een vraag mogen stellen? Want als u het hebt over dat het geen wettelijk niveau is, wie stelt dan vast wat het minimaal gewenste niveau is? Want daar gaat het de hele tijd over. We zitten onder het minimaal verantwoorde niveau. Wat is dan verantwoord? WETHOUDER VAN YPEREN: Van het basistakenpakket zijn een aantal zaken vastgesteld. Het algemeen bestuur heeft alle zaken doorgenomen en heeft aangegeven dat we naar het minimum wettelijk niveau, waarbij de wet het vastgesteld heeft, absoluut gaan. Alleen in die taken waarin de wet niet vastgesteld heeft tot hoever je moet gaan, daar zijn we van afgebleven. MEVROUWE BOELEMA: Als ik u zo beluister, dan vat ik het als volgt samen: Er zijn een aantal zaken die wel vast liggen in een wettelijk minimum. Daar voldoen we kennelijk aan. En we hebben voor onszelf een aantal zaken die niet in de wet geregeld zijn, een eigen verantwoord niveau aangemerkt. Begrijp ik dat zo goed? En waarom halen we dan dat niveau niet wat we onszelf kennelijk hebben opgelegd en wat verantwoord is? WETHOUDER VAN YPEREN: Wij halen in ieder geval het niveau wat wettelijk is vastgesteld, het minimum wat de wet dus vaststelt. Buiten kijf. Daar waar op een gegeven moment de wet niet heel duidelijk is, en dan ga ik toch weer uw richting heen, niet die minimumgrens, dan gaan we streven op een gegeven moment naar wat volgens de aangesloten gemeenten en volgens de GGD voor deze gemeenschap het niveau zou moeten zijn. Dat is het verschil tussen beiden. DE HEER ERNST: Nog even ter interruptie. Want als ik dan even een stapje terug ga, dan hebben wij gezegd: we hebben het hier over product 0, wat wettelijk vereist is. Dan heeft u het nu over een soort plus? Want als wij zelf een niveau hebben gemaakt waaraan we niet voldoen, dan betekent dat, dat het niet wettelijk vereist is en dan behoort het volgens mij niet tot product 0. WETHOUDER VAN YPEREN: Product 0 is een heel ander product. Het product is de overhead die je nodig hebt om het te sturen. Dat is iets anders. Dat heeft niets te maken met de taken. MEVROUW BOIDIN Voorzitter, nog even ter interruptie. Ik denk dat mevrouw Boelema een hele heldere vraag stelde in de richting van wethouder Van Yperen, voor mij althans. En ik begrijp ook van mijn collega's hier, dat het antwoord, met name over het tweede deel wat u hebt geantwoord, voor ons althans niet echt duidelijk is. Misschien zou u dat in het kort nog eens kunnen herhalen. WETHOUDER VAN YPEREN: Er is dus voor de wet voor een groot aantal taken aangegeven wat het minimum moet zijn. Daaraan voldoen wij dus in alle gevallen. Behalve in die taken waarin de wet dat niet direct voorschrijft. Daar kunnen wij dus zelf onze eigen interpretatie geven. En dat doen we niet zelf. Dat doen we dus op basis van monitoring, van kennis van zaken. En dat doet de GGD samen met een algemeen bestuur. Die bespreken dan wat nodig is om eigenlijk aan dat minimum, in een aantal gevallen, in die zes gevallen, om daar minimaal aan te kunnen voldoen, om het goed te doen. En dat is het hele verschil. Vandaar dat we voor die zes taken voor een groot gedeelte onder dat niveau kunnen gaan zitten, met de bedoeling om het in de komende tijd op te hogen. Duidelijk? DE HEER GOUKA: Voorzitter, dan wil ik toch ook graag een vraag stellen ter verduidelijking. Want in het stuk staat toch duidelijk: de taken die de GGD uitvoert, zijn allen wettelijk verplicht. WETHOUDER VAN YPEREN: Dat heb ik u ook gezegd. Het zijn dus wettelijke taken die aangegeven zijn. Het niveau daarentegen, dat ligt even anders. DE HEER SPAPENS: Een korte vraag voorzitter. De komende tijd is een rekbaar begrip. Kunt u dat enigszins specificeren?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 32