600 18 december 2008 WETHOUDER OOMEN: Voorzitter, dames en heren, leden van de raad. Er zijn eigenlijk maar een paar vragen gesteld. Toch ga ik hier even staan. Met name in de richting van mevrouw Van der Sanden, want ik denk dat het goed is om in het beeld wat zij schetst, enige nuancering aan te brengen. De vorige collegeperiode gaf het toenmalige rapport, het GAP, exact aan wat de stijging zou moeten zijn. Wij, u en het college, wij zijn daar bewust van afgeweken. Om de volgende reden: De stijgingen van de lonen waren geloof ik 2 komma zoveel procent. En wij hebben ons daarop aangepast. Dus, in weerwil van wat in het rapport stond, zijn we daarvan afgeweken. Sterker nog, als wij het rapport gevolgd hadden, dan zou daar een monotone ontwikkeling in gezeten hebben. Ik denk toch voorzitter, dat het goed is, om dat hier nog even recht te zetten. En ik zou in de richting van de SP van toen weer dezelfde opmerking maken. Er is met het rioolstelsel wat wij hier in Breda hebben, niets aan de hand. Maar het is wel zo dat het rioolstelsel kort na de Tweede Wereldoorlog, toen enorm is uitgebreid, en waarvan de kapitaallasten nu, 60 jaar later, heel laag zijn, en natuurlijk het nieuwe riool een andere kapitaallastenstrekking heeft. Dat is volstrekt evident. Maar waar het om gaat, wat ik bestrijd, is dat wij misschien ongenuanceerd, enigszins onverantwoord, niet wetend, hier een rioolbeleid voeren. Voorzitter, ik durf te stellen, dat het gemeentelijk beleid op dit punt goed is. En wij kunnen de toets van de kritiek doorstaan. Bovendien als u het vergelijkt - ik heb nu geen tabel voor me - met de grote steden in het land, dan zult u met mij van mening zijn dat Breda daar een middenpositie inneemt. Dus kortom, wat wij de burgers bieden, is veel kwaliteit voor een relatief matige lastendruk. Voorzitter, dan in de richting van de heer Van Overveld. Ik vind dat hij een belangrijke opmerking maakt. Dat geldt trouwens altijd voor ieder raadslid richting college. Maar de heer Van Overveld slaagt daar toch vaak in. En ik denk dat het goed is om met uw collega's over die lastendruk bij de kadernota te discussiëren. Ik zal dat met plezier volgen en vanuit het college proberen om daar ook een bijdrage aan te kunnen leveren. Dan voorzitter, in de richting van de heer Bergkamp. Hij heeft al eerder een pleidooi gehouden. Ik geloof dat hij ooit eens een excursie gemaakt heeft in het riool. En daar was hij zo van onder de indruk. Hij wist niet dat het een monument was. Het is een gemeentelijk monument. En ik heb hem beloofd dat ik daar via communicatie aandacht aan zal schenken. Want ook de burger mag weten dat die 1000 kilometer riool die we hebben a zoveel euro de meter, een kapitaal onder de grond vertegenwoordigt en daar mogen wij best eens iets over zeggen. Voorzitter, ik dacht dat ik in eerste termijn voldoende heb gezegd. DE VOORZITTER: Wie van u voor een tweede termijn? Mevrouw Van der Sanden. Andere leden niet? Gaat uw gang. MEVROUW VAN DER SANDEN: 3a dank u wel voorzitter. Ik heb nooit gezegd dat het een onverantwoord rioolbeleid is. Ik heb juist gezegd dat het rioolbeleid zelf een prachtig stuk is. Alleen hebben wij een aantal jaren geleden gewaarschuwd voor de lastenverzwaring en toen heeft u daar heel bagatelliserend over gedaan. Ik heb de betreffende notulen bij me. Het viel allemaal nogal mee en het zou zo'n vaart niet lopen. En ik mag het woord hier eigenlijk niet gebruiken, maar ik citeer u toch: Bij het riool in Breda is er geen poep aan de knikker. En nu moeten we het de komende 5 jaar toch doen met een lastenverzwaring van 60%. Ik vind dat behoorlijk wat. En u doet nu alsof het 3 jaar geleden een bewuste keuze is geweest om de lastendruk zo laag mogelijk te houden, maar volgens mij heeft u gewoon deze verhoogde uitgave niet voorzien. DE VOORZITTER: Gaat uw gang, wethouder. WETHOUDER OOMEN: Ja voorzitter, ik vind het jammer. Ik weet dat in de politiek veel mag, maar ik vind het toch jammer dat u de waarheid ontkent. Want de waarheid is toch wat ik gezegd heb. Als wij ons gehouden hadden aan het beleid, zoals opgetekend in het gemeentelijk rioolbeleidsplan, dan hadden wij - nogmaals - een monotone stijging gehad en dan hadden we niet te maken gehad met een soort inhaalslag. En voorzitter, ik zou een ding bijna vergeten zijn. Vergeet niet dat ons takenpakket is uitgebreid. Als u kijkt naar de tabel op, ik meen bladzijde 45, dan kunt u daar zien wat wij in het kader van de grondwaterproblematiek en andere zaken, nu opnemen. Dat is 250.000,— op jaarbasis. Dat komt er ook nog bij.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 39