603 18 december 2008 in dit bestemmingsplan. Maar onze fractie wil daar nu geen punt van maken omdat de woonbestemming doorgang moet vinden. Wij willen wel aangetekend hebben dat met het instemmen van dit voorstel, wij geen uitspraak gedaan hebben, over glastuinbouwvestiging in Prinsenbeek. Zoals bekend, staan ook wij daar heel kritisch tegenover en die discussie over de glastuinbouw willen we pas veel later voeren nadat de strategische gebiedsuitwerking voor Breda West gereed is en de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek aan de orde is. Ik wil ook aansluiten op het voorstel wat de VVD heeft gedaan. Mocht er een vraag zijn om die wijzigingsbevoegdheid toch op de een of andere manier - het kan niet in dit voorstel - maar als op de een of andere manier toch daarbij aangehaakt wordt, dan stellen wij in ieder geval voor dat die eerst naar de commissie wordt gebracht. DE VOORZITTER: Andere leden nog van uw raad? DE HEER LIPS: Een interruptie mijnheer de voorzitter. Dit verbaast me, zowel van de VVD als van GroenLinks. Het is toch zo dat de wethouder dat in de commissie gewoon toegezegd heeft. Ik verbaas mij er dus over dat die vraag nu weer opnieuw hier op tafel komt. DE HEER VAN OVERVELD: Dan kan de wethouder dat vanavond herhalen, als dat zo is. Wij hebben het anders geïnterpreteerd. DE VOORZITTER: Mijnheer Hardorff. DE HEER HARDORFF: Ja voorzitter, de Partij van de Arbeid kan heel kort zijn. Ook wij hebben in de commissie aangegeven dat wij als Partij van de Arbeid geen voorstander zouden zijn van uitbreiding van glastuinbouw in dat gebied en dat zullen we nog steeds niet zijn, ook wanneer we volgend jaar gaan praten over het nieuwe bestemmingsplan voor het hele gebied. De cruciale vraag die er eigenlijk onder lag, is: moetje dit bestemmingsplan nu gebruiken of misbruiken om daar alvast de piketpalen voor te slaan? In ieder geval, de navraag die wij gedaan hebben, is dat er hier een letterlijke vertaling heeft plaatsgevonden naar de nieuwe terminologie van NWRO. Wij kunnen dus niet anders doen dan gewoon met het voorstel instemmen en daarmee de woonfunctie mogelijk maken. En inderdaad, ik sluit me aan bij de woorden van de heer Lips: volgens mij had de wethouder dat al toegezegd: mocht dat ooit aan de orde zijn, dan wordt het naar de raad gebracht. DE VOORZITTER: We hebben afgesproken de commissie niet over te doen. Het woord is aan de wethouder. WETHOUDER OOMEN: Dank je wel voorzitter. Voorzitter, ik kan eigenlijk heel duidelijk zijn. Ik wil dat herhalen. Ik heb regelmatig gezegd dat er in de oude situatie wijzigingsbevoegdheid was van het college. Maar die bevoegdheid kent een normale inspraakprocedure, en alles wat daarbij hoort. Ik heb ook gezegd dat in het nieuwe regime, in het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, als er verzoeken komen voor glastuinbouw, dat het vanzelfsprekend is, dat ik dergelijke verzoeken natuurlijk deel met een commissie. Wat voor belang zou het college erbij hebben om dat niet met een commissie te delen? Dus ik herhaal: Verzoeken die bij het college binnen komen met betrekking tot ontwikkelen van glastuinbouw in dit gebied, die zullen wat mij betreft volstrekt de reguliere weg volgen, bespreking in de commissie, waarbij ik wel aan wil aangeven dat u weet hoe het provinciaal bestuur denkt over de invulling van dit gebied. En dat wil ik nu reeds gezegd hebben, voorzitter. DE VOORZITTER: Behoefte aan een tweede termijn? Nee, niemand. Dan gaan we over tot stemming. Wie is voor het voorstel? DE HEER GOUKA: Voorzitter, een stemverklaring, als dat kan. DE VOORZITTER: U heeft gelijk, een stemverklaring.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 42