542 18 december 2008 Gaat uw gang, u hebt het woord. DE HEER SPAPENS: Mijnheer Boer, u ziet het al; de jeugd heeft het overgenomen bij de SP. Normaal zou de heer Vergroesen het gedaan hebben. Die heeft zich de afgelopen weken zo schor gepraat dat hij op advies zo min mogelijk mag praten. DE HEER BOER: Slaapt hij al? DE HEER SPAPENS: Ik heb de eer vandaag om namens de SP het woord te voeren over de horeca sluitingstijden. Conform wat u altijd doet, want dat miste ik net, de kijkers op de tribune en thuis, natuurlijk hartelijk begroetend, voorzitter, dank u wel. Zoals duidelijk blijkt, ook vanavond weer, is er al heel erg lang en heel erg veel gepraat over hoe wel, hoe niet, wanneer niet, wanneer wel, etcetera, etcetera. Dat ga ik dus ook hier niet meer overdoen. Wij hadden standaard, of structureel, drie punten. Openingstijden dienen verruimd te worden. Er dient meer aandacht te komen voor alcoholgebruik en dan met name bij de jeugd. En dan is er het misbruik en de geluids- en andere overlast die verminderd dienen te worden. Het eerste is omschreven in het gezamenlijke amendement. Voor het tweede en derde hebben wij met de andere partijen twee moties opgesteld. Die maken het mogelijk om via convenanten en overleg deze problemen breed aan te pakken. Wij zullen het amendement en de twee moties dan ook steunen. We hebben tenslotte mede getekend. Dank u wel voorzitter. DE WAARNEMEND VOORZITTER: Dank u wel voor uw bijdrage. Dan geef ik nu graag het woord aan de burgemeester. Burgemeester, u hebt het woord. DE BURGEMEESTER: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Dames en heren, leden van de raad. Natuurlijk weer een interessante gedachtenwisseling, die ik toch met enig gemengd gevoel gevolgd heb. Er zijn natuurlijk een aantal zaken waar we het inmiddels over eens zijn. Het vensteruur is geen gelukkige keuze geweest en voortaan zijn er na 4 uur in Breda geen cafés meer open. En eigenlijk is nu het vraagstuk: wat doe je nu tussen 2 en 4 uur? En daar hebben we de afgelopen tijd ook veel over gesproken. Ik heb ook getracht in een ultieme poging, ook een breed draagvlak te krijgen voor de inrichting van een oplossing, want dat zou winst zijn voor ons allemaal. Duidelijk is dat dat niet helemaal of gewoon niet haalbaar is. Bekend is hoe ik in deze discussie sta. Er mogen van mij meerdere etablissementen komen tussen 2 en 4 uur, maar dan gekoppeld aan het regime, zoals ik geformuleerd heb en ook omdat ik zie dat dat een weg is waarmee ik, laat ik zeggen, toch de steun van de officiële vertegenwoordigers van de horeca kan krijgen, en ook van de andere partners. Duidelijk is dat, met name het debat van vanavond, niet meer gaat over mijn voorstel, en ik vorige week in de veronderstelling verkeerde, dat na de commissie, samengevat door de voorzitter, er een richting gevonden was. Een richting waar ik absoluut mij kan voorstellen dat dit niet eenvoudig was en ook het signaal kreeg: voorzitter tracht snel met een definitief voorstel te komen. Dat heb ik getracht te ontwikkelen. Maar het is duidelijk dat toch een deel van de raad tot andere accenten komt. En daar heb ik een paar opmerkingen over. Ik denk dat de overgangstermijn, met name ook voor de bestaande nachtzaken, voor een periode van 2 maanden, in mijn ogen relatief erg kort is. En daar zitten zekere betekenissen aan en ik hoef alleen maar een aantal gesprekken te memoreren die we daarover het afgelopen jaar ook hebben gehad. Dat betekent dat op zijn minst sprake moet zijn van een redelijke overgangstermijn, ook om dat goed te kunnen voorbereiden, met alles wat daaraan verbonden is. Dat is denk ik een punt wat ik in ieder geval toch even mee wil geven voor de gedachtenwisseling. Ja en dan is natuurlijk de leeftijdsgrens en het vervallen daarvan een punt wat zich ook vorige week manifesteerde. Duidelijk is dat ik daar anders over denk, ook vanuit mijn opvatting hoe je omgaat met de zorg rondom jeugd en door de verplichting die je hebt, en ik toch mogelijk in het bijzonder, om daar mee om te gaan. En in die context wil ik ook nog eens verwijzen naar de 1 december in werking getreden Wet Publieke Gezondheidszorg, die nadrukkelijk aangeeft dat we daar een zware zorg en verplichting in hebben. En ik leg dan het accent meer in de verordening in plaats van het kiezen voor het convenant, omdat ik denk dat daar ook een zekere mate van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 51