18 december 2008
duidelijk, en ik heb dat meerdere malen gezegd, dat de veiligheid mij buitengewoon aan het hart
gaat als het gaat om de zorg en de toepassing. En ik heb ook een paar keer gezegd dat steden en
uitgaan en beleving niet te vergelijken zijn. En in alle openheid heb ik ook gezegd dat ik ook die
ervaring zelf heb. Bepaalde steden zijn in het uitgaan niet te vergelijken. Emmen is niet
vergelijkbaar met Breda. En Bergen op Zoom is niet vergelijkbaar met Breda. Dat zijn mijn
persoonlijke ervaringen. Dus ook met de regimes. En daarbij heb ik me ook moeten laten leiden
door datgene wat zich in de feitelijkheden de afgelopen maanden zeer nadrukkelijk manifesteert.
En daarvoor heb ik, vanuit mijn burgemeesterschap, een exclusieve verantwoordelijkheid en zorg.
En die moet ik ook toepassen. Dat geef ik u nog zeer nadrukkelijk mee in deze, alvorens u
aanvangt voor een tweede termijn.
Ik weet dat er accentverschillen zijn. Het ware mij heel wat waard geweest als er de bereidheid
was geweest om op een zekere mate tot een verbinding te komen, omdat dat ook goed is voor de
uitstraling en de externe partners en allen met wie wij van doen hadden. En in dat opzicht dacht ik
van de week, nou u heeft toch iets weggezet in een bepaalde commissie. Dat is bij dit vraagstuk
uitermate moeilijk. En ik denk dat ons voorstel, zoals we dat gedaan hebben, ons de richting had
kunnen geven om met de externe partners door te gaan aan dat convenant Veilig Uitgaan. Ik wil
ook memoreren dat de activiteiten rondom Jeugd en Alcohol op dit moment op een hele bijzondere
wijze verlopen, dankzij ook de samenwerking met de partners. En het is voor mij dus van grote
betekenis als het amendement de werkelijkheid wordt, dat ik wel moet zorgen, dat ik dat ook kan
toepassen en kan uitwerken. En ik hoop dat ik u in de eerste termijn een aantal elementen heb
meegegeven rondom de invoering van 1 maart. Wat betekent dat voor het vraagstuk in het gelijk
stellen. Zoals ik dat straks heb gezegd in een vraagstuk wat eerder gespeeld heeft en tegelijkertijd
de overtuiging dat we wel tot een definitieve richting moeten komen, maar die tegelijkertijd ook de
toepasbaarheidtoets kan doorstaan.
Ik dank u wel.
DE HEER BOER:
Mevrouw de voorzitter, toch nog even voordat de burgemeester weg gaat. Want ik verstond iets
heel belangrijks. Ik verstond namelijk dat u suggereerde dat u eventueel niet zou doen wat de raad
zou willen.
DE BURGEMEESTER:
Nee, dat heb ik juist niet gesuggereerd. U heeft goed naar mij geluisterd en daar kan ook geen
misverstand over bestaan. Uw raad, en velen van u zeggen dat, is verantwoordelijk voor de
kaderstelling. Het is uw raad die in dat opzicht de besluiten neemt en als het gaat over de
sluitingstijden, de verordening aanpast, respectievelijk amendeert. En het is vanuit mijn
verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid dat ik een aantal zaken aan u meegeef.
En daar hebben we ook de afgelopen tijd op een aantal momenten indringend met elkaar over
gesproken.
DE HEER LIPS:
Mevrouw de voorzitter, ik wil aan de burgemeester....
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Mijnheer Lips.
DE HEER LIPS:
Ik wil ook aan de burgemeester nog iets vragen. Bij ons kwam ook serieus het signaal van Horeca
Nederland afdeling Breda dat ze het overleg met de gemeente stop zetten als dit amendement
vanavond wordt aangenomen. Hoe kijkt u als burgemeester daar tegenaan?
DE BURGEMEESTER:
Ja, om te beginnen ben ik niet op de hoogte van dat signaal. Ik zou dat spijtig vinden. En ik ken in
ieder geval de vertegenwoordigers van de Horeca Breda en ik zie die toch als vertegenwoordigers
die ook zorgvuldig en verantwoordelijk met hun activiteiten omgaan. Er vindt wekelijks ook overleg
plaats naar aanleiding van de wijze waarop weekenden verlopen. En ik ga er vanuit dat dat
plaatsvindt. Ik wacht eerst de beraadslagingen af.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Goed. Verder aan de burgemeester geen vragen meer? Ik heb begrepen dat wethouder Willems
nog een aanvulling heeft.
WETHOUDER WILLEMS: