548 18 december 2008 MEVROUW VERKUIJLEN: U bent heel eenzijdig bezig. DE HEER BOER: Even, nou maakt u het echt een beetje te bont. Meer ondernemerschap. De ondernemers zijn gewoon tegen, van het begin af aan. U moet dus niet over de ondernemers praten want daar heeft u gewoon geen verstand van. DE HEER SZABLEWSKI: Mijnheer Boer, ik ben het met u oneens. Wij hebben, ook in de schorsing, een heleboel ondernemers gehoord. Die zeggen dat de Horeca Nederland in ieder geval niet spreekt voor alle horeca ondernemingen in deze stad. Een heleboel ondernemers hebben een andere opvatting. Laat dat gesprek de komende maanden dan maar plaatsvinden, want dat gaat zeker gebeuren. En wij zijn er van overtuigd dat zowel stappers, als horecaondernemers, alsook de binnenstadbewoners uiteindelijk gelijk zullen krijgen dat deze stad veiliger zal worden, gezelliger zal worden en meer differentiatie zal hebben. En nogmaals, daar kan iedereen verschillend over denken. Het zijn allemaal veronderstellingen. Een causaal verband tussen sluitingstijd en veiligheid is er niet, is ook niet aangetoond en staat ook niet in het rapport. MEVROUW VERKUIJLEN: Nou breekt bij mij de klomp. DE HEER SZABLEWSKI: Ja misschien wel twee klompen, want het is lastig lopen met een klomp. Maar er blijft hier altijd verschil van opvatting over. MEVROUW VERKUIJLEN: U maakt zich er nou toch wel heel makkelijk van af mijnheer Szablewski. Daarom was de discussie begonnen. DE HEER SZABLEWSKI: Kijk, op enig moment is het zo dat in deze raad verschillende opvattingen bestaan. En nu zijn er 20 raadsleden voor het een, en 19 voor het ander. En dat is ook in de politiek gebruikelijk. En daar hoefje elkaar niet op... DE HEER LIPS: Mijnheer Szablewski, wij hebben een schorsing aangevraagd en wij hebben gewoon serieus als fractie met elkaar overlegd over uw amendement en uw moties. U heeft niet eens de moeite genomen met uw fractie. U bent hier rond blijven hangen. U heeft niet eens de moeite genomen om met elkaar nog eens even van gedachten te wisselen over die zaken die de burgemeester hier zojuist verteld heeft. DE HEER ZSABLEWSKI: Dat is natuurlijk onzin. We hebben wel met elkaar... DE HEER LIPS: Dat is geen onzin. DE HEER SZABLEWSKI: Maar misschien hebben wij het wel heel goed voorbereid mijnheer Lips, waardoor wij het niet nodig vonden om.. DE WAARNEMEND VOORZITTER: Ik stel voor mijnheer Szablewski, dat u uw verhaal nu afmaakt. MEVROUW HAAGH: Zou ik even een korte interruptie mogen plegen, toch. Want ik vind dat we hier geen recht doen aan een goede eerste termijn die we met elkaar gevoerd hebben, waarbij we hebben afgesproken, dat we het proces niet moeilijker gaan maken dan het is. We gaan nu de discussie voor een groot deel overdoen, elkaar overtuigen. We hebben het van tevoren besproken. Zullen we dat niet proberen. Laten we goed naar elkaar luisteren en vanavond een goede afweging maken, zodat er een goede besluitvorming plaats kan vinden. En als er dan wordt gesproken over wat er in een schorsing gebeurt, dan denk ik dat dat daar niet toe bijdraagt. Dus laten we alsjeblieft nu die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 57