553
MEVROUW VAN DER SANDEN:
MEVROUW VAN DER SANDEN:
18 december 2008
Wat duidelijk is geworden in de antwoorden van de burgemeester, is in ieder geval dat hij geen
voorstander is. Ik denk dat dat heel duidelijk is. Als hij mocht kiezen, dan zou hij dit niet doen. Hij
heeft ook niet voor niets het voorstel geschreven inzake het weer terug gaan naar de oude situatie.
Waarom gaat een burgemeester met een goed voorstel van een grote partij, zijn eigen partij - nee
dat mag ik niet zeggen in het dualisme - van een grote partij, er niet mee akkoord? Omdat hij daar
allerlei zaken in voelt die niet kloppen.
Wat betreft de andere partijen. Ja de SP, dat heb ik in het begin al gezegd, als jullie hier mee
akkoord gaan, dan moetje ook niet zeuren over internetaansluitingen
Dat is appels met peren vergelijken mijnheer Boer. Dat slaat helemaal nergens op.
DE HEER BOER:
Dit gaat gewoon heel veel geld kosten, wat u zou kunnen besparen als u daar niet mee akkoord
gaat.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Mijnheer Boer, wilt u het kort en bondig houden. Na afloop hebt u nog tijd genoeg om met elkaar
van gedachten te wisselen, maar nu even kort en bondig, ook in verband met de tijd.
DE HEER BOER:
Nu komen we pas bij de essentie van het verhaal. Want we zitten hier in de politiek en er moeten
keuzes gemaakt worden. En als vanavond het een of het ander wordt gekozen, dan is dat heel erg
belangrijk. En als de SP voor dit voorstel kiest, dan moeten ze niet meer zeuren over andere
zaken. Dit gaat heel veel geld kosten.
DE HEER SPAPENS:
Mijnheer Boer, het gaat nu over horecasluitingstijden. Ik ben nu aan het woord. U houdt op met
die onzinnige verklaringen. Anders gaan we daar de hele avond over debatteren. En dan gaat u
echt met mij mot hebben. Appels en peren gaat u niet met elkaar vergelijken. En u houdt de
discussie zuiver, basta.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Mijnheer Boer, ik neem geen positie in, maar wel een positie als voorzitter nu van de raad. Ik heb
aan u gevraagd of u zich nu wilt houden aan hetgeen waar wij mee bezig zijn en uw punt scoren,
maar niet gericht op een bepaalde pijler.
DE HEER BOER:
Maar ik denk toch..
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Nee, nee, nee.
DE HEER BOER:
Ik moet proberen nog mensen die anders denken over te halen.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Als u dat nu om vijf over tien nog wilt, dan denk ik dat u misschien wat laat bent. Dus gaat u
verder.
DE HEER LIPS:
Mijnheer Boer, als het u lukt, krijgt u vanavond van mij in het café een borrel. Dat doen we dan
pas na twee uur.
DE HEER BOER:
Na 4 uur.
Mijnheer Boer, ook de internetcafés mogen van ons tot 4 uur open.
DE HEER BOER:
Ik heb dat laatste helaas niet gehoord, maar waar ik u niet op heb horen reageren, of in ieder
geval heel weinig, dat waren de opmerkingen van wethouder Willems, die gewoon zei dat wat hier