554
18 december 2008
in de voorstellen staat, dat kan niet eens. Hoe wilt u dat recht breien voordat wij daarover moeten
stemmen. Want het kan gewoon niet. Dus het is een fout voorstel en er is ook gezegd dat het goed
voorbereid is. Maar blijkbaar heeft u dat toch niet voldoende en goed voorbereid, want dan had u
dus contact moeten hebben met de wethouder en die had u dat zo kunnen vertellen.
Tenslotte naar D66. Ja mevrouw de voorzitter, ik kan het toch niet laten. Want D66 had gewoon de
zwakste bijdrage. Want u had het over aan de ene kant langer voorwaarden, en dat was gewoon
de reden waarom u weer terug ging naar de 20. En dat is gewoon heel essentieel geweest. En in
de voorstellen die u nu doet en die u nu steunt, staan minstens 2 maal zoveel voorwaarden als
waarvan u gezegd hebt, daar gaan we niet mee akkoord. Dus dan zou dat een reden voor u
moeten zijn om weer terug te komen naar ons, omdat onze regeltjes korter zijn.
Dat is het enige wat ik heb begrepen uit uw bijdrage, dat het u ging om de ingewikkeldheid en de
deregulering. En wij zijn veel meer deregulerend bezig dan u met uw voorstellen. Ik heb zitten
tellen. U komt aan 44 zinnen en wij aan 22. Dat is wel een kwestie van dereguleren.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Mijnheer Boer, wilt u tot een afronding komen?
DE HEER BOER:
Meer heeft Breda '97 niet ingebracht.
En aan de andere kant zie ik dan toch heel interessante politieke ontwikkelingen. Ik zie dan een
scheuring in het kabinet, het Bredase kabinet tenminste.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Goed. Dank u wel. Dan denk ik dat wij nu het woord kunnen geven aan de burgemeester voor de
tweede beantwoording.
DE BURGEMEESTER:
Voorzitter, ik denk ook, gezien de vragen zoals die geformuleerd zijn, in mijn richting, maar ook
zijnde in de richting van het college, dat het goed is dat ik even verzoek voor een schorsing van 20
minuten.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Het is nu 10 over 10. Dan mag ik u vragen om half 11 hier weer terug te komen.
2e SCHORSING.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Dames en heren, dan beginnen wij nu aan de tweede termijn van de beantwoording door de
burgemeester.
DE BURGEMEESTER:
Dank u wel. Voordat we overgingen naar de tweede termijn, na de eerste schorsing, is mij een
vraag gesteld door de heer Lips, rondom het wel of niet opzeggen van een overleg. Ja, ik denk dat
ik u dat gewoon moet melden. En niet meer en niet minder. Maar ik vind wel als de vraag gesteld
is, dat ik er dan niet omheen kan dat bij monde van het bestuur gezegd is dat men in de betekenis
bij het aannemen, de overlegvormen wil opzeggen. Ik vind dat spijtig, omdat we zeker de
afgelopen jaren in toenemende mate op een bijzondere wijze dat overleg beleven en inhoud geven.
En ik vind het in het belang van onze stad, de inwoners en alle belanghebbenden, dat we dat
moeten voortzetten. Ik denk onder andere aan de happy hours activiteiten, maar ook aan andere
aspecten. Dat is een gegeven, dat geef ik u bij deze mee. En ten tweede, heeft het ook een aantal
belemmeringen als het gaat om het verzoek hoe wij de convenanten inhoud kunnen geven. Want
dat weten we allemaal, wij doen een hoop, maar in dat opzicht heb je in toenemende mate als
lokale overheid een regisserende taak en moetje ook met andere partners daarin het nodige
investeren.
Dan denk ik dat ik heel duidelijk ben geweest, ook in de eerste termijn. Dat bij een plotsklaps
veranderen van het regime ik ook zeg: wat betekent dat in de verzoeken die te verwachten zijn
van nachtzaken en hoe wordt dat gewaardeerd. Dus in dat opzicht denk ik dat we daar ook de
nodige zorgpunten hebben.
Als het erom gaat wat mijn opvatting is, is dat heel duidelijk. Ik heb dat een en andermaal gezegd
en niemand kan er omheen dat ik de afgelopen tijd niet de pogingen heb ondernomen om juist in
het belang van dit type vraagstukken ook een draagvlak te creëren. Dat heb je nodig naar je stad,
naar je inwoners, naar alles wat er is. Anders is dat te smal. En dat weet u allemaal deksels goed.
Alleen is dat niet voor iedereen in die volle overtuiging.
