556 DE BURGEMEESTER: Het is duidelijk dat ik dit amendement niet het mijne zou maken. En daar ben ik helder in. En dan is het ook aan de indieners, mij gehoord hebbende, gesproken hebbend, hoe je dat inweegt. Maar in ieder geval is duidelijk, en dat moet eenieder bekend zijn, dat met die hele complexiteit en ook die aanvulling van de motie over de geluidshinder met al zijn facetten, daar zitten heel veel betekenissen aan vast. Het plaatsen in een zaak om 10 uur 's avonds tot 2 uur, kortom, er zitten nogal wat elementen aan, ik moet dat dus bezien. Dat is duidelijk en dan is het aan de indieners om tot een weging te komen. DE WAARNEMEND VOORZITTER: Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, de burgemeester gehoord hebbende, constateer ik dat hij de uitvoerbaarheid van het amendement en de moties ernstig in twijfel trekt. Als woordvoerder van het gehele college denk ik dat het toch wel belangrijk is om daar de verantwoordelijkheid voor te nemen en te zeggen: kunnen wij dit uitvoeren? Wellicht is het anders een betere optie om het voorstel van tafel te halen. Als u dat doet, dan kunnen we daar op 6 januari misschien nog verder over praten. Dat is beter dan een amendement en moties in stemming nemen waarvan we achteraf alleen kunnen zeggen, dat ze onvoorziene consequenties hebben en onuitvoerbaar blijken te zijn. DE BURGEMEESTER: Ik heb u gezegd dat de toepassing en uitvoering per 1 maart onmogelijk is. Dat heb ik ook in de eerste termijn gezegd. En ik kan dat met veel stemverheffing doen. Dat was ik niet van plan. Dat lijkt me niet goed. Ik heb helder de onderdelen aangegeven waarop dit buitengewoon lastig is. En dat blijkt ook nog uit de motie. Daar heeft ook nog de wethouder milieu een opvatting over gebezigd. En ik heb u gezegd: als u desondanks die opvatting hebt, want zo is het, dan zullen wij moeten kijken en wegen wat de betekenis daarvan is. En daar kom ik dan over te spreken met u, zo werkt dat. DE HEER LIPS: Voorzitter, ik vind eigenlijk de suggestie van mevrouw Van Maanen een goede. Waarom halen we het voorstel nu niet van tafel en gaan we net voor de zomervakantie het voorstel opnieuw aan de orde stellen, zodat de burgemeester de tijd en de gelegenheid heeft om te bezien hoe hij dit handen en voeten geeft. MEVROUW HAAGH: Voorzitter, mag ik daar even op reageren? Ik wil graag even met de vier indieners in ieder geval in de gelegenheid gesteld worden om even te overleggen. De burgemeester legt een heldere vraag ook bij de indieners van het amendement neer, als het gaat om de tijd. Dat vind ik een logische vraag, maar dan wil ik graag op dit moment ook een moment de tijd. Dus ik zou graag een kwartier willen schorsen. MEVROUW VOSSENAAR: Voorzitter mag ik voor die schorsing even... DE WAARNEMEND VOORZITTER: Mevrouw Vossenaar. MEVROUW VOSSENAAR: Als wij een en ander uitstellen tot een latere datum, welke datum dan ook, althans de besluitvorming van wat er thans voorligt, dan betekent dat extra onzekerheid voor allen die erbij betrokken zijn. Dan betekent dan ook dat de vragen die vanavond opgeroepen zijn in het ongerede blijven. Het betekent dat we er dan voor de tiende keer over gaan praten en ik ben bang dat de discussie dan niet helderder wordt. De burgemeester heeft duidelijk gezegd, naar mijn opvatting: als dit amendement wordt aangenomen door een meerderheid in deze raad, dan zullen wij kijken hoeveel tijd wij nodig hebben om welke onderdelen dan ook die uitvoerbaar zijn, uit te voeren. Dat horen wij dan wel. DE HEER BOER: Mevrouw de voorzitter, DE WAARNEMEND VOORZITTER: Dus u deelt dan niet de mening die mevrouw Haagh net aangaf, laat ons even.... 18 december 2008

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 65