■w
559
8 december 2008
Dames en heren, ik wil nu overgaan tot stemming.
DE HEER BOER:
Wij zouden nog een derde termijn krijgen, mevrouw de voorzitter. We zouden nog een derde
termijn krijgen.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
De heer Boer wil nog iets zeggen.
DE HEER BOER:
Ik geloof niet dat mevrouw Boelema een zoen wil hebben van mijnheer Szablewski. Maar wat hier
gebeurt, dat kan totaal niet. Of we stemmen over wat er in staat, of we stemmen over niks. En
daarom sluit ik me aan bij de vraag van de VVD om uit te stellen en de partijen de kans te geven
om orde op zaken te stellen. Want je kunt hier absoluut niet over stemmen. Er zitten te veel fouten
in. Dat heb ik nog nooit eerder meegemaakt, dat we hierover gaan stemmen, terwijl dat
toegegeven wordt door de partijen dat het niet klopt. En bovendien is aangegeven door het hele
college dat men niet voor het amendement is. Dan maken we hier mee dat de collegepartijen
tegen het college in gaan. Dat wil ik dan inderdaad wel eens zien. Volgens mij heeft dat politieke
consequenties.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Goed. Dank u, mijnheer Boer.
Dan wil ik nu eerst het woord geven aan de burgemeester.
DE BURGEMEESTER:
Voorzitter, duidelijk is dat we dadelijk gaan stemmen. Even voor de orde: ik hecht er ook aan dat u
goed weet, als er gestemd is, de betekenis daarvan. Dat betekent dat niet alleen de invoering, de
datum, maar ook de uitwerking van het amendement, mocht dat zo aangenomen worden, dat het
voor het college duidelijk is dat we daar ook onze mogelijkheid hebben om in de
uitwerkingsvoorstellen ook die elementen op te nemen, waarover ik gesproken heb, die op
gespannen voet kunnen staan met de inhoud. U krijgt daar de berichtgeving over. Ik wil dat helder
vermelden, zodat u dat weet.
En ten tweede vind ik dat ik dat moet zeggen, de motie op het punt geluid, wethouder Willems
heeft daar denk ik betekenisvolle woorden over gesproken en in die context vindt het college dat
die motie ontraden moet worden. En ik hecht eraan, vanuit de zuiverheid, dat te melden. Dank u.
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Dank u wel. De heer Lips.
DE HEER LIPS:
Mevrouw de voorzitter, ik zou graag hoofdelijke stemming willen hebben over het amendement en
ook over de moties.
DE WAARNEMEND VOORZITTER.
Oké.
Dames en heren, dan gaan wij nu over tot een hoofdelijke stemming.
Het amendement dat in stemming wordt gebracht, dat is dan bij deze aangepast met betrekking
tot de ingangsdatum, zoals aangegeven, 1 juli.
DE HEER BOER:
Mevrouw de voorzitter even een orde..
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Nee.
DE HEER BOER:
Een ordevraag. We beginnen toch eerst met een stemverklaring?
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Nee, nee.