581 18 december 2008 DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan de heer Taks, namens de VVD. DE HEER TAKS: Mijnheer de voorzitter. De structuurvisie bedrijventerreinen is uitgebreid besproken in de raadscommissie. Deze is dus meerdere malen aan de orde geweest, zodat volstaan kan worden vanavond met een korte bijdrage, zonder afbreuk te doen aan het belang van het onderwerp. De VVD is van opvatting dat het bedrijventerreinenbeleid een centrale plaats moet innemen in het gemeentelijk economisch beleid. Er moet voldoende ruimte zijn, kwantitatief en vooral ook kwalitatief, voor bedrijven die uitdrukkelijk wensen te kiezen voor Breda als vestigingsplaats en die passen bij'de ambities die de raad nu een jaar geleden op 20 december 2007 heeft geformuleerd in de integrale structuurvisie Breda 2020; Stad in evenwicht. Als er niet voldoende ruimte voor bedrijvigheid is, dreigt op termijn het gevaar voor onvoldoende werkgelegenheid voor de Bredase beroepsbevolking. Zonder hoogwaardige bedrijven zijn er te weinig kansen om de studerenden aan de Bredase onderwijsinstellingen, zowel hoger als lager opgeleiden, blijvend aan de stad te binden. Dat was de ambitie van de structuurvisie Breda. Daarom moet met voortvarendheid worden gewerkt aan de realisering van het uitvoeringsprogramma, zoals dat bij deze visie is gevoegd. En juist in een economisch minder goede tijd vraagt het bedrijventerreinenbeleid om een maximale inzet, om straks bij opnieuw aantrekken - en dat gaat zeker gebeuren - aan de groeiende vraag naar bedrijfsruimten te kunnen voldoen. Er moeten geen kansen voor Breda verloren gaan. De structuurvisie voorziet in een strategische aanpak, met een combinatie van herstructurering van bestaande terreinen en ontwikkeling van nieuwe locaties, waarbij evenwicht wordt bereikt, tussen vraag en aanbod. Afhankelijk van de ontwikkelingen en veranderende omstandigheden, kan naar behoefte het accent op nieuwe terreinen worden gelegd, dan wel op herstructurering worden gericht. De visie is wat dat betreft voldoende flexibel om naar bevind van zaken te handelen. Voor de VVD is daarbij een heel belangrijk gegeven dat de behoefte aan terreinen slechts voor een kwart kan worden gevonden via herstructurering. Het resterende, die 75%, moet worden gevonden op nieuwe locaties. Dat betekent dat de nadruk moet liggen op de ontwikkeling van nieuwe locaties. Op dat punt denk ik dat men toch genuanceerd van mening verschilt in de gemeenteraad. De VVD is bepaald geen voorstander van de opvatting, dat als we maar voldoende herstructureren, er helemaal geen behoefte meer zou zijn aan nieuwe locaties. Dat is niet zo, en dat wordt aangetoond in deze nota. Het moet allebei gebeuren. Herstructurering is voor de komende jaren een belangrijke opgave voor de gemeente en zal zeker financiële middelen vragen. Bij de komende kadernota zal moeten blijken of daar ook de politieke bereidheid toe bestaat. Het wordt nu door iedereen beleden: herstructurering, van groot belang. We zullen over enkele weken zien of ook de politieke moed aanwezig is om de nota voor 2010 en de komende jaren te fourneren. Ik herinner aan het, bij de laatstelijk behandelde begroting, door de VVD ingediende amendement om geld voor 2009 te reserveren voor dit onderwerp. Dat was toen niet nodig en de motie is ingetrokken, want voor 2009 was het programma volledig voorzien. Maar voor 2010 ontbreekt dat. En ik denk dat we niet alleen naar 2010 moeten kijken, maar ook naar de jaren daarna. Dus over de raadsperiode heen. Dat is een hoge opgave voor de gemeenteraad. Als we dat niet doen, is wat er nu wordt gezegd over herstructurering gewoon gepraat voor de achterban en die heeft er geen rendement van. Ik denk dat we een buitengewoon goede structuurvisie hebben, een voortreffelijk stuk. Ik vind wel dat we niet onvermeld mogen laten dat de discussie die al lang geleden gestart is, en die heeft geleid tot deze nota, is gevoerd onder politieke leiding van wethouder Adank. Hij heeft een belangrijk aandeel gehad in de aansturing van deze discussie. En ik denk dat we dat met waardering mogen memoreren. Voorzitter, wat betreft de regionale samenwerking. Daar wordt ook erg veel over gesproken. De VVD is daar een warm voorstander van. Alleen zijn wij niet zo naïef om te veronderstellen dat, als je maar goed regionaal samenwerkt, dat er dan geen nieuwe locaties nodig zouden zijn. Dat is een fictie die soms wordt opgeworpen en die ook een beetje doorklinkt in sommige betogen. Dat is dus niet zo. Op dit moment wordt er al regionaal samengewerkt. En op dit moment is het ook zo dat voor een aantal vragen naar bedrijfsruimten in Breda ook geen plek is. Het betreft een groot ruimtebeslag of het gaat om milieubelastende bedrijven. Die krijgen in Breda nu al geen vestiging. Dankzij de regionale samenwerking, die er nu al is, komen die op andere locaties in West Brabant terecht. Die regionale samenwerking is er, mijnheer de voorzitter. Alleen als we denken door meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 90