29 tussen verschillende lezingen, dan wordt je daar op aangekeken als gemeente. Dat zul je dus op een zorgvuldige manier moeten doen. Ik wil even af van het feit van Elisabeth en de maatschappelijke functie daarvan. Want volgens mij is daar voldoende over gezegd en dat onderstrepen wij ook. Als het gaat om snelheid. Men had ook een weg kunnen kiezen, dat kan in een volgend geval misschien, dat als er iemand aanklopt, dat je eerst met elkaar bekijkt onder welke omstandigheden je dat wel of niet doet. Dat is helemaal niet het punt. En u begrijpt volgens mij heel goed wat mijn punt is, maar u wilt het niet begrijpen. Ik wil daar een antwoord op van de wethouder en niet van u. DE VOORZITTER: Ik stel voor dat de wethouder verder gaat. DE WETHOUDER: Ik reageerde op hetgeen de heer Vos net zei en ik reageerde niet op wat u niet gezegd heeft maar op wat u wel gezegd heeft, of althans op wat de heer Vos gezegd heeft, namelijk dat wij niet proactief gehandeld hebben. Daar was mijn reactie op en daarvan heb ik gezegd dat op het moment dat wij dit allemaal binnen twee en een halve week rond weten te krijgen, ik die waardering die u dan heeft, niet begrijp. MEVROUW VAN MAANEN: Mag ik dan nog aan de wethouder het volgende vragen: Heeft u tijdens het fractievoorzittersoverleg gezegd, of bedoeld te zeggen, dat de bank - waarbij ik even in het midden laat welke bank, omdat toen gesproken werd over een andere bank - de stekker eruit getrokken heeft, dat het uiteindelijk omdat de bank niet wilde financierenDat is een. DE VOORZITTER: De wethouder is nog aan zijn beantwoording bezig. Dus ik ga ervan uit dat datgene wat u zojuist gezegd heeft, dat hij daaraan toekomt. Ik stel voor dat de wethouder zijn termijn eerst kan afronden met al datgene wat u naar voren heeft gebracht. Het woord is aan wethouder Snier. WETHOUDER SNIER: Wat van belang is, - en dan beantwoord ik meteen de vraag die mevrouw Van Maanen net stelt -, is dat wij u geïnformeerd hebben, op het moment dat wij nog midden in het feitenonderzoek zaten. Dat heb je met zo'n proces. Dat heb je met een proces als je probeert zo snel te zijn, als je probeert om elke dag in zo'n proces meters te maken. Dat betekent dat je elke dag uitgaat van de feiten zoals die op dat moment aan je bekend zijn en zoals die op dat moment aan je gepresenteerd zijn. Wij zijn daar ook nog steeds mee doorgegaan. Want dat gesprek wat ik heb gehad met de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht, vond ook na het moment van het fractievoorzittersoverleg plaats. Ik heb dus de fractievoorzitters willen informeren op het moment dat het proces in volle gang was. Ik had veel uitdrukkelijker kunnen zijn inzake de feiten, als ik de fractievoorzitters pas aan het eind geïnformeerd zou hebben, maar dat hebben we niet willen doen. Dat leek ons ook geen verstandige keuze omdat -maar dat heb ik daar ook aan tafel tegen u gezegd - het mij ook belangrijk leek om die overwegingen die u heeft en had op dat moment, ook verder mee te nemen, waar het bijvoorbeeld ging om het verdere feitenonderzoek. Dus dat is een manco van zo'n proces. Daar zit je op dat moment in en daar ga je op dat moment uit van de feiten zoals je die kent. Als je dan kijkt, nog even, naar de benadering en naar wat ik daar gezegd heb bijvoorbeeld over de donderpreek, om het zo maar te zeggen, dan hebben wij dat gedaan vanuit de context die ik zojuist ook in mijn vorige termijn geschetst heb. Vanuit veronderstellingen dat er wat in die situatie aan de hand zou zijn. Die context bleek niet aan de orde te zijn in het gesprek wat wij de dag erna hadden met de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. In zo'n proces van zo'n operatie waar je dan in zit, beweeg je elke dag mee. Dan probeer je op basis van de feiten die weer nieuw aan je bekend raken, je weer te hernemen in je positie en je handelen daarop af te stemmen. Ik denk dat de kern van de zaak is en blijft, dat wij ons als college met deze besluitvorming die wij aan u voorleggen, gesteld zagen voor steunen, ondersteunen van een belangrijke instelling in onze stad en het borgen van een groot investeringsproject. En dat hebben wij met voortvarendheid gedaan, met snelheid en in ieder geval - en dat zeg ik toch met de nodige nadruk in uw richting - met de grootste zorgvuldigheid die ons gegeven was in die beperkte tijd. DE HEER BOER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 14