30 Mijnheer de voorzitter, ik heb toch nog een vraagje. Dat Fortisverhaal. U gebruikte toch de term Fortis in het fractievoorzittersoverleg? En toen hadden wij zoiets van, nou ja, onbetrouwbaar, dus... Fleb ik dat misverstaan? WETHOUDER SNIER: Nee dat heeft u niet misverstaan. Maar ik zeg ook dat dat de feiten waren zoals die op maandag aan ons voorlagen. En dan noem je een naam en dat kan je dan misschien beter niet doen. Maar ik heb u zo precies mogelijk willen informeren. En later bleek dat zowel Fortis, als ING een rol speelden in het proces. Maar ik heb al gezegd dat ik niet weet wanneer en met welke bank op welk moment contacten zijn geweest en wat de inhoud van die gesprekken is geweest. DE HEER BOER: U ging gewoon te snel. DE VOORZITTER: Even voor de orde. De wethouder heeft gezegd die informatie aanvullend tot u te richten. Mijnheer Vos tot slot. DE HEER VOS: Ik wil toch nog even over die zorgvuldigheid van het proces iets zeggen. De wethouder krijgt eind 2008 signalen dat er iets speelt. Vervolgens ligt die concrete vraag op 30 januari op uw bureau. Twee weken later ontvangt u op vrijdag een memo. Dan neemt u op maandag een besluit als college, dan vergadert u erover en op maandagavond informeert u de fractievoorzitters. En dan weet u nog niet om welke bank het gaat, Fortis of ING. Vervolgens doet u wel uitspraken in de krant over ING, waarvan ING aan u laat blijken dat men dat niet waardeert omdat het feitelijk onjuist is. Ik vind dat allemaal niet zorgvuldig hoor. En ik vind het spijtig dat in deze tijden u dit soort uitspraken doet over een bank en dat u daar dan niet op in gaat. DE VOORZITTER: Tot slot de wethouder. WETHOUDER SNIER: Ik sta voor die zorgvuldigheid. Ik heb het idee dat u nogal focust op een vrij klein en niet meest wezenlijk element, waar het gaat om de besluitvorming die hier voorligt. Ik heb ook toegegeven dat ik inderdaad niet precies op de hoogte ben van met welke bank op welk moment over welke inhoud gesproken is. Dat is gewoon een feit. Ik heb mij daarvan in dat proces ook niet op de hoogte gesteld, omdat ik op dat moment andere prioriteiten had. Voor mij was het een belangrijke prioriteit om juridisch keihard zeker te stellen dat die zekerheid preferent neergelegd kon worden. Dat was een belangrijke prioriteit voor de gemeente. Want daarmee kunnen we, mocht het uiteindelijk - en dat hopen we niet - mis gaan, in ieder geval het risico beperken. Zo kan ik u een heleboel andere elementen noemen waar wij wel achteraan gegaan zijn, omdat je natuurlijk in zo'n proces een beperkte mogelijkheid hebt en beperkte menskracht hebt en je gaat je dan focussen op de prioriteiten die je hebt. DE VOORZITTER: We hebben in twee termijnen gesproken. Ik wil overgaan tot stemming. Mijnheer Boer. DE HEER BOER: Even kort een stemverklaring als het kan. DE VOORZITTER: Nog andere stemverklaringen? Mevrouw Van Maanen. Dan gaan we over tot het afleggen van de stemverklaringen. Mijnheer Boer. DE HEER BOER: Nooit meer zo. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Maanen: MEVROUW VAN MAANEN: De wethouder heeft toegezegd nadere vragen te zullen beantwoorden en daar houden we hem graag aan. Wij zullen dit zeker nader onderzoeken, maar we zijn toch voor het voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 15