37
MEVROUW VAN MAANEN:
Nog even aanvullend. Sorry, dat zegt u nu zo makkelijk: ja wij weten het nog niet. Maar er zijn
toch allerlei signalen dat in ieder geval voor 2009 en voor 2010 het gemeentefonds met miljoenen
terug gaat. Want ze moeten in Den Haag toch minstens 12 miljard bezuinigen. Ze hebben het
geloof ik al over een begrotingstekort van 5,5%. Je kunt op je vingers natellen dat de
grondopbrengst lager zal uitpakken. Wij hebben een goed sociaal vangnet, maar met meer mensen
in dat sociaal vangnet zullen wij toch nog veel meer middelen daarvoor vrij moeten maken. Dus u
kunt op uw vingers natellen dat wij misschien toch wel tientallen miljoenen zullen moeten zoeken.
Zeker als we ook nog willen investeren in de economie. Dan moet je toch ook met een kader
komen naar het college in de trant van: ja en wat dan.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Het zijn een groot aantal vragen hè. U vraagt, - u noemt het niet zo -, moeten we dan niet gaan
bezuinigen op de een of andere manier? Moeten we die keuze gaan maken? Wat wij heel duidelijk
nadrukkelijk nu zeggen is dat we alles op alles moeten zetten om die economische motor te zijn in
deze samenleving die we kunnen zijn. We zijn heel sterk als gemeente, we zijn een sterke
economische motor. En ik hoop dat u me misschien kunt uitleggen wat bijvoorbeeld bezuinigen op
dit moment in relatie tot de economische crisis die er is, oplevert voor onze stad. Wat zou dat
opleveren? En zodra we de juiste cijfers hebben en de tekenen hebben dat je het lopend beleid niet
uit kan voeren, is dat een ander verhaal. Maar op dit moment zien wij dat niet. Wij zien dat niet,
en ik hoop dat u het kunt vertellen, want niemand heeft het tot nu toe kunnen vertellen, in Den
Haag worstelen ze hier ook mee, maar als u het wel kunt, dan is dat gewoon heel plezierig.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mevrouw Boelema.
MEVROUW BOELEMA:
Dank u wel. Ik verbaas me daar wel een beetje over want wij hebben gewoon een Pré kadernota
brief gekregen en als u dat op een rijtje zet, dan ziet u gewoon dat los van alle extra investeringen,
nu een tekort ontstaat. Dat wisten wij al en bij de begroting voor 2008 hebben wij daar al voor
gewaarschuwd en dat zie je nu gewoon doorgaan. Dus wat dat betreft vind ik het heel makkelijk
dat u zegt: we zien wel waar het schip strandt. Want zo vat ik uw woorden enigszins op. En dan wil
ik toch even inhaken op een citaat wat u aanhaalde tegen mevrouw Van Maanen, tijdens de
begrotingsbehandeling, namelijk: 'elke keer als u het moeilijk krijgt dan geeft u het over aan het
college en dat vind ik jammer'. En ik heb eigenlijk het idee dat u dat op dit moment zelf ook doet.
Want nu geeft u niet aan waarop er bezuinigd moet worden. Ik kan u verzekeren dat ik dat wel ga
doen in mijn bijdrage. Ik zou dat toch van u willen vragen.
MEVROUW HAAGH:
Ik kijk uit naar uw bijdrage. Maar we het hadden het wel over een ander debat, aldaar. We spraken
over de begroting. Ik beperk me tot de behandeling van de Pré kadernota op dit moment. En
volgens mij heeft de voorzitter heel juist geïntroduceerd wat de Pré kadernota behandeling is en
behelst, en dat is dat we juist dingen aan elkaar meegeven vanavond en niet dat we met elkaar in
discussie gaan over wat er wel en niet moet. En u moet het ons nageven, dat de Partij van de
Arbeid een hoop maatregelen heeft ingebracht de afgelopen tijd, om te kijken hoe je de economie
kunt stimuleren, hoe je de werkgelegenheid kunt bevorderen. Dat zijn de dingen die wij nu heel
graag aan het college meegeven. Ook geven we het college mee dat we heel graag horen wat de
financiële consequenties voor de stad Breda zijn, zodra het duidelijk is wat de daadwerkelijke
cijfers worden. Het maakt nogal wat verschil of het kabinet ervoor kiest om heel veel te gaan
bezuinigen, of dat het kabinet ervoor kiest om het begrotingstekort op te laten lopen. Dat heeft
gevolgen voor onze stad, die we nu gewoon nog niet kennen. En daarover nu een discussie voeren
zonder dat je de gegevens en de cijfers kent, is volgens mij niet zinvol en dat moeten we ook niet
doen. Wij willen de economie stimuleren. Als u van mening bent dat bezuinigen daartoe een
bijdrage biedt, vind ik dat heel interessant en wil ik daar met open mind naar luisteren. Maar dat is
nu niet ons standpunt.
MEVROUW BOELEMA:
Ik wil nog even heel kort wat zeggen.
DE VOORZITTER: