DE HEER JACKSON: En dat betreft het sporthalverhaal. U heeft zelf, mijnheer Lips, met mij in een commissie gezeten die een goed en zeer constructief onderzoek heeft gedaan en daarbij kwam eigenlijk als een van de conclusies naar voren dat de locatie op het JEKA-terrein eigenlijk min of meer een dwingende locatie was, omdat heel veel scholen gebruik maken van die sportvoorziening. En op het moment datje die op een andere plaats weg zet - ik denk aan NAC bijvoorbeeld, waar we naar hebben gekeken -, dan zouden die kinderen ontzettend ver moeten gaan fietsen. Het JEKA-terrein staat dus min of meer vast. Op het moment dat u nu praat over die synergievoordelen om die hallen eventueel samen bij de Bavelse Berg neer te zetten, dan denk ik dat we een probleem hebben wat we toen ook onderkend hebben. Hoe wilt u dat oplossen? Dat is mijn eerste vraag in dit verband. En de tweede is dat het onderzoek waar u om vraagt, natuurlijk tijd gaat kosten. En goed, we hebben nog een jaar te gaan. Ik denk niet dat je over je graf heen moet gaan regeren en dat ook niet moet willen. Ik vraag me dus in alle redelijkheid af of, datgene wat u hier stelt, wel uitvoerbaar is. DE HEER LIPS: Wij vragen om dit synergie effect, mede tegen de achtergrond van de veranderde situatie in de wereld. In 2006 leefden we nog in een periode van voorspoed. En volgens mij zijn wij daar al vanaf 2005 met zijn allen mee bezig geweest en het was toen nog een periode van voorspoed. We leven nu in een maatschappij die er heel anders uit ziet. Dus ik denk dat wij elke euro gewoon drie maal om moeten draaien voor dat we hem uit moeten geven. En als we dan op een bepaald terrein voordelen kunnen behalen die ook haalbaar zijn in zijn totaliteit, dan vind ik dat we daar zeker serieus naar moeten kijken. DE VOORZITTER: Mijnheer Boer. DE HEER JACKSON: We moeten daar natuurlijk serieus naar kijken, mijnheer de voorzitter, als u me nog één opmerking permitteert. Maar dat zou dan wel ten koste gaan van de veiligheid van vele fietsers en ik denk dat u daar toch wel heel licht aan voorbij gaat. DE HEER LIPS: Nee ik ga daar niet licht aan voorbij, maar we moeten het wel eerst onderzoeken. DE VOORZITTER: Mijnheer Boer. DE HEER BOER: Ik neem even de microfoon van GroenLinks. Ik hoop dat ik hetzelfde blijf klinken. Even naar het CDA: heel dapper. U geeft een duidelijk beeld waar u dan wat aan wilt doen. En dan komt u op een gegeven moment bij de wijk- en dorpsraden waar dan een belangrijk deel van deze Kadernota aan besteed is, het pre deel. En dan zakt in een keer uw broek af. En dan komt er niks meer. DE HEER LIPS: Ik heb hem nog steeds aan mijnheer Boer, laat dat duidelijk zijn. DE HEER BOER: Al die punten schuift u dan door naar het college. Moet het college dan uw keuzes maken? Dan vraag ik me af waar u dualist voor bent. DE HEER LIPS: Nee, u heeft gezegd: nee is ook een antwoord. En wat wij vragen als CDA... DE HEER BOER: Nee, als u... DE HEER LIPS: Mag ik even uitspreken. DE HEER BOER: Ja.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 26