die er is, benutten om sport en spelplekken voor de jeugd aan te leggen en te verbeteren, prioriteit. Dat lijkt me al een hele waslijst. Daar wilde ik het maar even bij laten, voorzitter. DE VOORZITTER: Mijnheer Lips, mevrouw Van Maanen en mijnheer Boer. Mijnheer Lips. DE HEER LIPS: Dank u wel voorzitter. Mevrouw Vossenaar, als ik u goed beluister, dan wilt u afzien van een evenementenhal op de Bavelse Berg en wilt u een topsporthal en een evenementenhal in een noemer, als een gebouw, wegzetten. MEVROUW VOSSENAAR: Nee mijnheer Lips, dan begrijpt u mij toch echt verkeerd. Dat heb ik ook niet gezegd. Ik zie op het JEKA-terrein een sporthal, geschikt voor Breedtesport, waar scholen kunnen sporten, zoals u zich dat steeds hebt voorgenomen. Dat is denk ik, een heel belangrijk onderwerp. Ik zie aan de andere kant een evenementenhal verrijzen die we ook hard nodig hebben op de Bavelse Berg, maar waarvan ik hoop dat die zodanig is ingericht dat er niet alleen de Taptoe of de Stripbeurs plaats kunnen vinden, maar dat daar ook echt een sportevenement kan plaatsvinden, bijvoorbeeld een paardensportevenement, zoals dat ook in Ahoy gebeurt, waardoor je op dat punt een multifunctionele zaak, een multifunctionele ruimte krijgt. Dat betekent dan dat dit soort topsportevenementen niet zullen plaatsvinden en dat was ook de bedoeling niet in het sportcomplex dat op het JEKA-terrein zou kunnen worden gerealiseerd. Dat is dus mijn bedoeling. DE HEER LIPS: Dus even voor mijn duidelijkheid. U heeft het over een sporthal en een evenementenhal met topsportmogelijkheden. MEVROUW VOSSENAAR: Juist. Heel goed begrepen. DE HEER LIPS: Dus de sporthal op het JEKA-terrein wordt dan geen topsporthal. MEVROUW VOSSENAAR: Nee. Maar dat was ook niet de bedoeling. DE HEER LIPS: Oké. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Mijn oren beginnen steeds verder te klapperen. Ik vind het onbegrijpelijk dat we in deze situatie zitten, waarbij je op je vingers kan natellen en het college ook al heeft aangegeven dat de financiële ruimte weg is en het alleen maar minder wordt. We hebben niet meer te besteden, maar we hebben minder te besteden. En iedereen levert hier gewoon zijn wensenlijstjes in. Mevrouw Vossenaar wil niet een, maar twee sporthallen. MEVROUW VOSSENAAR: Maar mevrouw Van Maanen, hoe komt u daar nou bij. MEVROUW VAN MAANEN: Wat is nou uw oplossing mevrouw Vossenaar, voor de verslechtering van onze financiële positie? Hoe gaat u dat nou oplossen? Welke kaders geeft u het college daarvoor mee? MEVROUW VOSSENAAR: Mevrouw Van Maanen, eerst even over die sporthallen. Ik denk dat u het allemaal wel erg groot ziet. Als u goed geluisterd hebt naar wat ik zojuist tegen de heer Lips heb gezegd, dan zou u toch begrepen moeten hebben dat ik het daar niet over heb. Welke kaders geef ik mee aan het college? Ik stel dat die dingen die we afgesproken hebben en die vastliggen in de begroting, moeten worden uitgevoerd. Dat betekent werkgelegenheid mevrouw Van Maanen. Heel terecht dat u daar ook op wijst, want werkgelegenheid, en alleen dat, kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 35