55
Mevrouw Van Maanen.
MEVROUW VAN MAANEN:
Ik zou de volgende vraag aan de heer Akinci willen stellen. Het valt me op dat u ook serieus heeft
nagedacht over wat we niet meer doen en hoe we aan geld moeten komen. Kunt u instemmen met
wat ik in mijn bijdrage heb genoemd, de criteria, de objectieve meetlat, die je zou kunnen leggen
naast oud en nieuw beleid?
DE HEER AKINCI:
Je kan natuurlijk overal een meetlat naast leggen en het is dan ook de vraag welke criteria je dan
hanteert. U zegt dat u het koppelt aan directe werkgelegenheid. Maar een heleboel zaken, ook in
die welzijnsportefeuille, hebben te maken met participatie, hebben te maken met mensen actief
houden, zodat ook wanneer de economie weer aantrekt, mensen niet een te grote afstand hebben
tot de arbeidsmarkt. En de vraag is of dat in die meetlat allemaal wordt meegenomen. Wat ook van
belang is, dat is dat een aantal zaken die u bijvoorbeeld niet meer doet, laat het op sociaal gebied
zijn, laat het op duurzaamheidgebied zijn, naar de toekomst toe een grotere investering vergen.
Dan heb je dus op korte termijn je huishoudboekje ontzettend op orde, maar dan heb je op langere
termijn jezelf voor grotere uitgaven gesteld. Je zou bijvoorbeeld aan de kaderrichtlijn water kunnen
denken, het klimaatbeleid wat we met zijn allen hebben vastgesteld. We hebben toch targets. Dan
moeten er volgens mij een heleboel criteria aan uw criteria worden toegevoegd, bijvoorbeeld:
welke negatieve effecten heeft het niet doen van een uitgave op dit moment voor het
huishoudboekje in de toekomst. En die miste ik in uw betoog wat te veel. Maar volgens mij kunnen
we daar over praten.
MEVROUW VAN MAANEN:
Maar dat heeft u misschien niet helemaal goed geluisterd want ik heb namelijk vijf criteria
genoemd, waarvan er een is dat het beleid duurzaam moet zijn, en waarvan er een is dat het
onuitstelbaar of onvermijdbaar moet zijn. En een aantal dingen die u nu noemt, passen daar prima
in.
DE HEER AKINCI:
Als u uw woorden zo ruim interpreteert, dan valt volgens mij een heel groot deel van de huidige
begroting van 0,55 miljard daar al onder. Dus dan weet ik niet hoeveel extra geld er daadwerkelijk
beschikbaar is. Ik zou u bijna willen uitnodigen om die exercitie te doen. Pak de begroting 2009 en
doe die exercitie volgens uw meetlat en laten we kijken wat daar uit komt.
MEVROUW VAN MAANEN:
Ik zou graag het college die opdracht willen geven, want dat vind ik wel wat veel werk.
DE HEER AKINCI:
Dat is natuurlijk wel wat makkelijk. Dan zegt u het college dat u een aantal criteria hebt opgesteld
die moeten worden meegenomen in de uitwerking van de kadernota.
MEVROUW VAN MAANEN:
Dat is toch kaderstellen? Of zie ik dat verkeerd? Dat zijn de kaders die wij hier stellen. En ik heb
ook nog een aantal suggesties meegegeven die in ieder geval langs die meetlat moeten komen.
Maar dat is de kaderstelling en wij moeten hier toch de kaders stellen ook met betrekking tot
datgene wat je straks niet meer doet als je moet bezuinigen?
Die kaders moeten we ook stellen.
DE HEER AKINCI:
Ik heb zelf de suggestie gegeven om bijvoorbeeld een aanbestedingsvoordeel te halen. Mijn
verwachting, misschien wat optimistisch, is datje daar 1, 2, 3, misschien als het een beetje
meezit, 4 miljoen uit zou kunnen halen in meerdere jaren. We hebben die 6,6 miljoen die we in
2009 nog extra aan de algemene reserve hebben toegevoegd, we hebben een bestaande algemene
reserve en we zouden al die andere reserves ook nog eens kunnen doorkijken. Maar dat hebben we
al gedaan dus daar haal ik niet zo heel veel meer uit. Als je die bedragen bij elkaar optelt, dan heb
je natuurlijk al een fiks bedrag om tekorten die je oploopt doordat het gemeentefonds een kleinere
uitkering doet, op te vangen. Tel daarbij op, het feit dat er provinciaal - wat dat betreft hebben we
ontzettend veel geluk dat we in Brabant zitten - de provincie een enorm bedrag beschikbaar heeft
gesteld voor het bijvoorbeeld op peil houden van de woningbouw en voor investering in
bedrijventerreinen, enzovoorts, enzovoorts. Dan wil ik op het punt van het sluitend maken van de
begroting niet meteen in paniek raken, maar denk ik dat, als het inderdaad een korte maar diepe
crisis betreft, we op zich voldoende armslag hebben om dit uit te zitten zonder al te rare sprongen