59 zijn. Als ik dat beluister dan zie ik toch een bepaalde onevenwichtigheid die ik niet kan verklaren. Want zoveel zit er nou ook niet in het welzijnsbeleid vrees ik om al die plannen waar te maken. Ik zou toch willen vragen om een iets uitgebreidere andere lijst waar het dan vandaan zou moeten komen. En ik wil heel kort reageren - want u daagt ons toch een beetje uit - waarom we nu geen getallen noemen. We hebben dat wel overwogen, maar we waren ook bang dat u met zijn allen weer weg ging lopen want wij hebben er vorig jaar flink van langs gehad op dat moment. Aan ons is echt gevraagd om dat niet meer te doen en dat hebben we ook niet gedaan deze keer. Wat dat betreft moeten we voor volgend jaar maar eens verder kijken. MEVROUW BOELEMA: Wat dat betreft vind ik dat wel een beetje sneu. Wat ik had gevonden op het moment dat u zegt wat u allemaal wel wil, dat heeft u vorig jaar gepresenteerd. Waar het ons toen om ging, en dat weet u ook best en ik vind het een beetje flauw om dat hier over te doen en een beetje kinderachtig eerlijk gezegd ook. MEVROUW HAAGH: U noemde het zelf. Ik heb het niet uit mezelf genoemd. MEVROUW BOELEMA: Ik heb het niet gehad over het weglopen. Ik heb gezegd dat u het toen wel kon presenteren en nu niet. MEVROUW HAAGH: Maar u citeert wel een zin die dan wellicht ook onnodig was. Dus dan moet u toch.... MEVROUW BOELEMA: O, die vond ik toch heel nodig. U zegt tegen de oppositie: waar haalt u het vandaan. En u zegt zelf en de heer Boer heeft dat ook al geconstateerd, dat de coalitie toch echt wel moeite heeft met te zeggen waar het geld vandaan komt. Ik kan u een lijstje presenteren. Ik vind het niet zo interessant om dat voor de camera te herhalen waar die miljoenen vandaan komen. Het gaat om de speerpunten. Maar ik kan u dat zo geven. En dan ziet u dat wij 4 tot 5,2 miljoen structureel in de begroting kunnen vinden. Dat lijkt me toch een behoorlijk bedrag. DE VOORZITTER: De heer Akinci. DE HEER AKINCI: Het verhaal van uw kant was helder. Maar u doet nu net alsof er van de coalitiekant helemaal geen enkele suggestie gedaan is over waar je geld zou kunnen vinden en ik heb de heer Lips, mevrouw Haagh en mevrouw Vossenaar, en laat ik niet al te onbescheiden zijn, mezelf toch ook, een redelijk aantal suggesties horen doen, net zoals overigens anderen in deze raad, om te kijken waar je middelen vandaan zou kunnen halen. Wat u mist, is waarschijnlijk een tot achter de komma uitgerekend lijstje, met hoeveel dat op zou brengen. Dat klopt. Dat hebben we deze keer niet gedaan. En of dat nou mooi, of niet mooi is, ik denk dat het ook heel moeilijk in te schatten is op dit moment. U noemt het zelf ook niet tot achter de komma, ook al heeft u dat in uw hoofd zitten. Volgens mij is dat verwijt dan toch niet helemaal terecht. MEVROUW BOELEMA: Oké, dan daag ik u uit om drie dingen te noemen van alle verschillende coalitiepartijen waarop u heeft gehoord dat er bezuinigd moet worden. Want ik heb ze dus niet gehoord. DE HEER AKINCI: Ik kan u er zo drie noemen. Laat ik er een van mezelf noemen. Dat gaat over het kijken naar de aanbestedingen. Dat is een. Ik heb de heer Lips er een horen noemen. Dat ging over de fondsvorming. Daar zou nog eens een keer naar gekeken moeten worden. Of we het daarover eens worden is een tweede vraag. En dan moet ik er heel even mijn aantekeningen bij pakken, want ik weet zeker dat ik nog meer gehoord heb. MEVROUW BOELEMA: Kijk, het zijn er vooralsnog twee. Die kunt u zo oplepelen. Ik wil er op eentje ingaan. Het Fonds Maatschappelijke Ontwikkeling. Ook daarvan hebben wij bij de vorige Kadernota al gezegd dat de doelstelling van het fonds op zich prima is, maar dat wij de hoeveelheid geld gewoon te groot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 44