63
op dit moment wijkaccommodaties dicht te gooien, om op dit moment minder opbouwwerkers te
hebben. Want dat zijn dan de dingen waar u aan gaat denken als u noemt dat er zoveel bezuinigd
kan worden op welzijnsbeleid. Het zou een enorme onrust in de stad opleveren. En de vraag is wat
dat op korte termijn zou doen met de economie. Want dat is toch ontzettend belangrijk. Wij volgen
toch de lijn die op dit moment ook nog het CPB aangeeft, de VNG aangeeft en CDA econoom Bas
Bovenberg aangeeft. En dat is niet bezuinigen op dit moment als lokale overheid. En daar staan wij
op dit moment ook echt achter. De reserves zijn vorig jaar opgehoogd. Dat is een prachtige buffer
voor deze tijd. We hebben heldere keuzes gemaakt. En wat ons betreft blijven we investeren in de
mensen.
DE VOORZITTER:
Dank u wel. Mijnheer Lips.
DE HEER LIPS:
Dank u wel voorzitter. Over het FMO zullen we het nog wel een keer hebben, mevrouw Haagh.
Kredietcrisis, de economie in het slop. Herschikken en heroverwegen van middelen. Dat vindt het
CDA belangrijk. Deze gelden beschikbaar stellen voor het coördinatieteam economie en
werkgelegenheid als topprioriteit. Dat moet de fundering zijn om allerlei andere belangrijke zaken
toch te kunnen realiseren. Dat moet ook de basis zijn richting de wijk- en dorpsraden. In deze
sombere tijden op deze manier de crisis tegenwicht geven. We moeten hopen in deze tijd van crisis
dat er bij de Kadernota lichtpuntjes zullen zijn. Dat moeten we samen oppakken, coalitie en
oppositie. De kredietcrisis vraagt dit van ons allemaal.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van Maanen.
MEVROUW VAN MAANEN:
Ik dacht eigenlijk dat ik geen tweede termijn nodig had, maar het moet me toch van het hart dat ik
blij ben dat we met het CDA eindelijk weer eens op een lijn zitten. Wat dat betreft, complimenten.
Maar toch denk ik dat we voor de partijen, die nu zeggen dat ze gaan wachten tot de Kadernota,
en we gaan niet bezuinigen, dan denk ik wel: wij moeten straks wel een sluitende begroting laten
zien. En ik vraag mij af of wij tot de Kadernota de tijd hebben om te wachten. Je zit als een konijn
in de koplampen te kijken, je ziet het op je af komen. Dan moet je dus keuzes maken. Dan moet je
dus niet alleen zeggen dat er geen wensenlijstje ingeleverd moeten worden, niet alleen zeggen wat
je wel wil, maar vooral ook moet je kaders stellen en meegeven aan het college over, als er
bezuinigd moet worden, en dat zal misschien best wel eens fors zijn, ook al voor 2009, waar het
dan vandaan moet komen? En dat hoor ik de PvdA niet zeggen.
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter, mag ik even reageren op mevrouw Van Maanen? Ik wou niets zeggen over de sporthal.
DE VOORZITTER:
Er is een afspraak door u zelf gedaan en niet door mij als voorzitter, tenzij u zegt dat u wel wilt
interrumperen...
Ik constateer dat u zichzelf die beperkingen oplegt. Het komt niet uit mijn mond want ik zou mij
zeer wel kunnen voorstellen dat er momenten zijn om toch elkaar daar nog even op te bevragen.
Goed, de meerderheid wil dat niet. Dat is duidelijk.
Dan geeft ik het woord aan de heer Vergroesen, SP.
DE HEER VERGROESEN:
Ja dank u voorzitter.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Vergroesen, SP.
DE HEER VERGROESEN:
Ik kom toch nog even terug... En anders wacht ik wel tot het stil wordt, maar dan wordt het half 4.
Ik kom toch nog even terug op de brief van het college van 20 januari waar gewoon onder
meerjarenperspectief staat: structureel geen extra ruimte. Op pagina 2 staat onderaan;
Ontwikkelingen, onzekerheid, ergo zegt dit collegeom de algemene reserve intact te houden.
Als we wat willen veranderen, dan zullen we toch in onze bestaande budgetten moeten gaan
zoeken. De SP is blij dat een aantal coalitiepartijen daar min of meer bereid toe is, maar de