19 organisatie nu loopt is groot, en zou enorme gevolgen hebben voor de zorgfunctie. De garantstelling zoals vermeld, vinden wij net als het CDA, met de preferente zekerheid, voldoende. We vinden het belangrijk om het besluit vandaag te nemen. We willen het college wel vragen om de afspraken die nu gemaakt zijn met de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht, heel goed op te volgen. Ook willen wij bij deze opmerken dat we wel een kritische houding hebben ten opzichte van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht, omdat er toch risico's genomen zijn die hiertoe geleid hebben. Wat betreft het derde punt van het raadsbesluit, als het gaat om het gesprek over de voorwaarden voor garantstelling meer in zijn algemeenheid en eventuele precedentwerking, willen we het college vragen om die discussie echt begin maart te houden, namelijk in de eerste week van maart en met een groot gedeelte van de raad, zodat we daar echt heel snel stappen in kunnen zetten. Het valt echt wel te verwachten dat er meerdere organisaties zijn die op de een of andere manier de gemeente zullen benaderen en dan moeten we daar toch een heldere lijn in zien te krijgen. Dank u wel voorzitter. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan mijnheer Van Overveld, VVD. DE HEER VAN OVERVELD: Dank u wel voorzitter. Om te beginnen wil de VVD benadrukken dat wij altijd bereid zijn om een zorginstelling die in acute nood verkeert, te helpen. Het gaat uiteindelijk om mensen en de familieleden daarvan, die die hulp en steun hard nodig hebben. Dat wil niet zeggen dat we geen vragen zouden mogen stellen. Als wij nu als raad ineens met zo'n noodsituatie worden geconfronteerd, moeten we kennelijk snel handelen. Maar we moeten ook kijken of we anderen niet onnodig bevoordelen of weer anderen onnodig benadelen. Dat zijn gewoon normale vragen. Dat is niet om de oppositierol te spelen, dat is een gewoon vraag en antwoord geven. Er moet dus gekeken worden, en ook snel gekeken worden, naar oorzaak en gevolg en naar vragen zoals, wat te doen als er nog meer instellingen morgen op de stoep staan. Dat zou zo maar kunnen. Het zou geen enorme verrassing moeten zijn als er morgen weer een instelling is. Wat gaan we dan doen met die instellingen en die bedrijven? Kunnen die zich dan ook beroepen op een dergelijke steun? Het zou handig zijn als we nu meteen een aantal concrete antwoorden zouden hebben op een aantal simpele vragen. En ik noem er snel drie. Ten eerste, wat is de rol van het bestuur van het Elisabeth? Het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk dat een bank zich zomaar ineens terugtrekt zonder enige waarschuwing, zonder enig signaal. Het kan niet zo zijn dat het bestuur even koffie ging drinken en een minuut later de kredieten waren ingetrokken. Dat geloof ik niet. Het is zo dat zo'n bestuur, los van allerlei formaliteiten, een beroep doet op de verantwoordelijkheid van de raad en onder andere van de partij als de VVD. Als ik bij mijn vader om geld kwam vragen dan moest ik meteen zeggen waarom. En dan kwam ik niet met een vaag antwoord weg. Het was of helder antwoord geven in een paar minuten, of geen geld. En ik vind dat iemand die zich op een maatschappelijke verantwoording beroept van een ander, meteen zelf actief eigen verantwoordelijkheid moet nemen en met een helder antwoord moet komen. Dat heb ik niet gehad. Misschien is dat ondertussen gegeven aan de wethouder en dan horen wij dat graag. Nog twee korte punten richting het college. Het college wekt de indruk in de beantwoording van de vragen alsof er al een beleid is. Ik ga niet allemaal op details in. Het zou voor mij toch wel prettiger geweest zijn wanneer er een lijstje was geweest waarop aangegeven was waaraan dit wel en niet voldeed en vervolgens heel helder die reden waarom wij bereid zijn steun te verlenen. Dat kan in een kort verhaal. En dan als laatste punt. Er wordt naar verwezen dat wij ons garant zouden mogen stellen als gemeente als het een publieke taak betreft. Er staat alleen maar een zinnetje in als: het is een evident publieke taak. Leg dat even uit. Als het zo duidelijk was, dan zou het wel in de wet hebben gestaan. Maar het is kennelijk niet duidelijk. Dat is niet erg, maar leg het gewoon uit. Wat is er nou zo publiek aan? Waarom moeten wij nou als eerste als gemeente hulp bieden? Dat willen we best doen, maar leg het uit. Dat zijn concrete dingen. Dus concreet gezegd: wij worden aangesproken als raad op de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ik verwacht dan van het college en van het verantwoordelijk bestuur ook meteen heel kort en helder de hulpvraag goed en duidelijk geformuleerd. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breda'97.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 4